De Belgische Fintech scene zoekt zijn eigen weg

Fintech, dat zijn die start-ups en bedrijven die taken van de traditionele banken en van de financiële wereld in een nieuw jasje steken, eentje dat hopelijk steeds sneller, handiger, goedkoper en gebruiksvriendelijker is.

Traditioneel past bij zo’n start-up scene een verhaal van ‘disruptie’. Denk aan AirBnB dat lijnrecht tegenover de ‘oude’ hotelsector staat, of demonstraties van taxi-chauffeurs tegen Uber. In de VS slaan enkele start-ups al dat pad in. Een dienst als Venmo, dat geldtransfers levert en eigendom is van PayPal, begint daar steeds vaker de bankoverschrijvingen te vervangen. Nederland heeft dan weer Adyen, de eerste grote fintech in de Benelux, een bedrijf dat betalingen regelt voor e-commerce, rondom de geijkte paden heen.

Maar over het algemeen klinkt het verhaal in België toch iets anders. Misschien is het omdat de financiële sector een complex gegeven is, of omdat de fintechs wat trager op gang kwamen, zodat banken erop zijn voorbereid, maar de fintech scene in ons land is er momenteel ogenschijnlijk eentje van samenwerking.

De wereld is aan de incubatoren

Denk bijvoorbeeld aan B-Hive, de incubator voor financiële start-ups van Jürgen Ingels (ooit founder van Clear2Pay, nu onder meer CEO van scale-ups.eu) en Wim De Waele (iMinds, The Beacon). Die heeft tot doel om samenwerking te bevorderen tussen start-ups enerzijds en de grotere bedrijven anderzijds. “We hebben in België relatief veel starters, maar weinig scale-ups”, legt Jürgen Ingels uit. “Vanaf een bepaalde grootte worden ze overgenomen of gaan ze weg. Wat wij met B-Hive willen is de awareness van België op internationale kaart vergroten, en de scale-ups die we nu hebben sneller doen groeien.”

Als ik kan kiezen tussen technologie bouwen met marge van dertig procent, of een bank opstarten met een winstmarge van drie procent en een groot risico, dan weet ik het wel

De incubator verzamelt beloftevolle bedrijfjes uit de ruimere sector van financiën en verzekeringen, en helpt bijvoorbeeld bij het opstellen van businessplannen. Sinds de toetreding van bankenconsultant Projective, doe het ook aan projectbegeleiding. “In een digitale wereld heb je tijd nodig”, zegt Ingels. “De beste bedrijven zijn diegene die tijd kunnen reduceren. Dat kan door ervaring, door al eens een bedrijf te hebben opgestart. Maar dat kan ook door een netwerk te hebben van mensen die weten hoe je bepaalde problemen best aanpakt.”

Uiteindelijk is het de bedoeling van B-Hive, dat ook ondersteund wordt door de vier grootbanken – KBC, Belfius, ING België en BNP Paribas Fortis – om een link te vormen tussen de ‘traditionele’ financiële sector, en de opkomende fintech gemeenschap. “Veel van die bedrijven zoeken hun weg om bij een ING of BNP Paribas Fortis aan tafel te geraken”, zegt Stefan Dierckx, founding partner en CEO bij Projective, “dat is een ongelooflijke inspanning. Met B-Hive willen we dat netwerk openstellen, maar het gaat ook in de andere richting. We vragen aan die banken wat hun challenges zijn, en afhankelijk daarvan kunnen we daar de nodige fintechs meteen aan koppelen. Bijvoorbeeld rond cybersecurity of blockchain. Wij hebben het netwerk, maar de ambitie is om samen met die speler concrete projecten te doen.”

Samenwerking, eerder dan disruptie

Want samenwerken, dat zullen ze, en het wordt hen ook makkelijker gemaakt dan in pakweg de eerder genoemde taxisector. “Tachtig procent van de bedrijven in de fintech scene is niet-disruptief”, legt Dierckx uit. “Zij hebben niet de ambitie om een stuk van de koek van die banken te eten. Uiteraard zijn er twintig procent wel disruptief, vaak in payment of peer to peer lending. Maar zodra het gaat om complexere, of gereguleerde diensten, blijven ze daarvan weg.”

Veel heeft te maken met de eigenheden van de sector, voegt Ingels toe. “Technologische innovatie is eerst begonnen met gemakkelijke sectoren. Denk aan sociale media: dat is een sector die nog niet erg gereguleerd was. Maar die makkelijke sectoren zijn een heel klein onderdeel van het totale potentieel voor innovatie. Ondertussen wordt tech meer en meer mainstream, je ziet die innovatie nu ook in productie, in health. Het grote verschil is dat je vroeger zonder veel kennis iets kon doen. Facebook was in eerste instantie niet veel meer dan een soort spreadsheet. Maar de complexiteit van tech in veel andere sectoren is een pak moeilijker, dus een jonge gast die een bank wilt ‘disrupten’, en die daar niets van kent, dat lukt niet. Je moet die sector door en door kennen. Je gaat dus meer mensen hebben die fintechs starten die zelf uit de sector komen, dan heb je minder disruptie, en meer samenwerking.”

Ook voor de banken zelf speelt dat een rol. The Birdhouse, Start it @kbc, Innovation Hub of Fintech Village, de namen zijn bij momenten creatief maar zowat elke grote bank heeft wel een accelerator of start-upproject waarmee het ondernemerschap wil promoten maar ook, cruciaal, de vinger aan de pols wil houden van nieuwe ontwikkelingen in de financieel-technologische sector. Dat blijkt belangrijker dan enige vrees voor disruptie. “Soms is er wat controverse, maar de essentie van veel start-ups is om nieuwe manieren te bieden om klanten te bedienen”, zegt Karin Van Hoecke, general manager Digital Transformation bij KBC. Ze geeft KBC Mobile, de mobiele banking-app van de bank als voorbeeld: “We geven daarmee de mogelijkheid om te parkeren met 4411, maar je kan via de app ook een bus- of treinticket mobiel kopen. Daarvoor hebben we een samenwerking opgezet met Olympus, een fintechspeler die zich specialiseert in mobility. Er is dus zeker een win win te vinden tussen de doelstellingen van fintech start-ups, wat zij qua klantenverbinding kunnen verzorgen, en wat KBC als bank wil bereiken.”

Een Europees verhaal

Opvallend, de fintech scene die we vinden is hier, zoals wel in andere sectoren, een internationaal gegeven. “Van de start-ups die nu in B-Hive zitten, is 55 procent Belgisch. De rest niet”, zegt Fabian Vandenreydt, executive chairman bij B-Hive. “Het is dus een Europees verhaal. De aanpak moet niet Belgisch zijn. We zijn te klein om een schaalbare strategie te bouwen.”

Ons land stond dan ook lang vooraan als het op vernieuwing in de bankwereld aankwam, maar dat is niet langer zo, zegt Jürgen Ingels. “We hadden een positie, en we hebben die weggegeven. Banken hebben te veel concurrentie om dat nog eens te doen.” De oplossing, zegt Stefan Dierckx, ligt hem in een bredere aanpak. “Als je banken in dezelfde markt wilt laten samenwerken, dat is lastig. Maar een Belfius die wilt samenwerken met een bank in Scandinavië, dat lukt wel. Dan kan je nog altijd samen nieuwe dingen doen en experimenteren aan lagere kost.”

Bij de banken zelf zien ze het alvast iets minder pessimistisch in. “Ik wil me niet uitspreken of we als land achterlopen op onze buurlanden”, zegt Van Hoecke. “Belgische banken zouden, volgens de D-rating studies (die digitale innovatie bij banken meten, nvdr.), voorstaan ten opzichte van Franse banken. De Belgische markt is daarnaast ook beter voorbereid op disruptie: we hebben al itsme en Payconiq met Bancontact. We bieden oplossingen aan die groter zijn dan één bank. Ik kijk natuurlijk vooral naar KBC, maar wij zijn zeker bereid om samen te werken. Als er nieuwe interbancaire oplossingen moeten worden uitgewerkt, gaan we daar zeker ons steentje aan bijdragen.”

De aanpak moet niet Belgisch zijn. We zijn te klein om een schaalbare strategie te bouwen

PSD2 en de toekomst van de bank

Een en ander is nog in een stroomversnelling gekomen door de intrede, nu ongeveer een jaar geleden, van PSD2. De Europese bankendirectieve stelt dat banken, als de klant daar om vraagt, gekwalificeerde bedrijven toegang moeten geven tot gebruikersrekeningen. “Het verplicht hen om externe betalingen aan te bieden,” zegt Stefan Dierckx. “Dat is bijvoorbeeld goed voor de grote retailers. De Ikea’s van deze wereld kunnen zo tussenpartijen vermijden en minder fees betalen. Het biedt een nieuw servicemodel.”

PSD2 is bovendien maar een eerste stap, gelooft Dierckx. Waar er nu alleen toegang is tot zichtrekeningen, kunnen dat in volgende versies misschien ook spaarrekeningen of beleggingsportefeuilles worden. “Over de jaren gaat dat hele open banking verhaal breder getrokken worden, en hoe breder dat opengetrokken wordt, hoe meer bedrijven daar interessante dingen mee gaan bouwen.”

In deze visie zou een Ikea, of een Bol.com of Amazon die toestemming heeft, bijvoorbeeld een krediet kunnen aanbieden voor een aankoop, omdat ze de rekeninggeschiedenis van de klant kunnen inkijken en weten dat die het kan betalen. Het zijn diensten die traditioneel alleen de bank toebehoorden. “Banken verliezen het monopolie op distributie van een aantal zaken”, zegt ook Karin Van Hoecke. “Hoe kijken wij daarnaar? We zijn enige bank in België die al de mogelijkheid geeft om rekeningen van andere banken toe te voegen aan je mobiele app. De beleving is niet ideaal, omdat je daar meestal nog je kaartlezer voor nodig hebt, maar we hebben het al aangegrepen als een opportuniteit, eerder dan een bedreiging. Het laat toe om rekeninggegevens te bundelen in één app, bijvoorbeeld.”

Het is ook vanuit die klantenbeleving dat de KBC-app is uitgebreid met treintickets en meer. “Klanten komen gemiddeld een keer per dag op de app. Als iedereen zijn verrichtingen via andere spelers gaat doen, dan is dat minder interessant voor ons. Dus willen we het leven van klanten aangenamer maken.” Door er ook mobiliteit aan te koppelen, hebben gebruikers meer redenen om de app te openen, luidt de redenering. Voor een verregaand voorbeeld van zo’n aggregatie, kan u kijken naar China. De WeChat app wordt daar gebruikt voor alles van chatten over eten bestellen tot betalen. In bepaalde winkels is WeChat zelfs het enige betaalmiddel. Moet de sector dan vrezen voor disruptie, niet door de start-ups, maar door de grote techgiganten? Nou nee, zegt Stefan Dierckx. “Een Facebook, een Apple, die gaan zeker betalingssystemen lanceren, als ze dat al niet gedaan hebben. Zij willen de data van die klanten. Dat is wat hen interesseert. Of dat betekent dat ze morgen ook in complexe bankoperaties stappen, in een infrastructuur die streng gereguleerd is? Ze gaan zeker betalingen aanbieden, maar ik zie hen nog geen bank maken.”

Jürgen Ingels knikt: “Als ik kan kiezen tussen technologie bouwen met marge van dertig procent, of een bank opstarten met een winstmarge van drie procent en een groot risico, dan weet ik het wel.”

Uiteindelijk lijkt niemand echt voor de directe toekomst van de bank te vrezen. “We zijn voorzichtig optimistisch”, zegt Van Hoecke. “De kern van ons geheel blijft wel bank en verzekeren. Ik kan me voorstellen dat de grenzen tussen sectoren vager worden, maar een belangrijk voordeel in bancaire toepassingen is het vertrouwen van klanten. Als je vraagt aan klanten om derde partijen toestemming te geven, dan zie je dat ze toch nog eerder een andere financiële instelling vertrouwen, dan een derde partij die daar geen ervaring mee heeft. Gelet op de schandalen van de voorbije maanden, gelet op privacy, is het belangrijkste voordeel van banken trust. Dat is wel een niet te onderschatten element in klantengedrag.”

De Belgische Fintech scene zoekt zijn eigen weg

Belgische fintech in vijf toepassingen

Payconiq by Bancontact, de net gefuseerde app, moet het mogelijk maken om makkelijk mobiel te betalen, of om rekeningen met vrienden te delen. De app is, als uitloper van de Bancontact-service, een van de weinige apps die door meerdere banken wordt ondersteund.

Qover doet naar eigen zeggen aan ‘verzekeringen-as-a-Service’. De scale-up komt uit de stal van B-Hive en heeft ondertussen een dertigtal medewerkers, en kantoren in Schaarbeek en Londen, waar het bedrijven helpt om verzekeringsdiensten aan te bieden die bij hun eigen producten passen.

Itsme is naast Bancontact een van de meer bekende mobiele toepassingen in ons land. De identiteitsapp is een van die zeldzame samenwerkingen tussen banken, telecomdiensten en de overheid, en een van de lichtende voorbeelden voor de sector. Belfius, BNP Paribas Fortis, CBC/KBC, ING, Orange Belgium, Proximus, Telenet en de overheid ondersteunen de dienst, waardoor je ze meteen voor meerdere sites en apps kunt gebruiken.

Guardsquare is technisch gezien een cybersecuritybedrijf, maar met een focus op beveiliging van mobiele toepassingen en een verleden bij B-Hive, past deze snelgroeiende Leuvense scale-up van Heidi Rakels wel in het rijtje.

Silverfin is een rapporteringstool voor financiële dienstverleners, en ook een van die bijzonder snelgroeiende scale-ups. Het bedrijf heeft in totaal een 4,5 miljoen euro opgehaald, maar dat was genoeg om een klantenbestand van meer dan 50.000 boekhouders en accountants aan te spreken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content