Niet immuun voor digitale disruptie

Sensoren melden wanneer een afvalcontainer vol is, wat resulteert in een efficiëntere ophaling. Blockchain vermijdt fraude rond de herkomst van dure grondstoffen. Het zijn maar twee voorbeelden van digitale toepassingen in de recyclagebranche. Tegelijk is lang niet ieder bedrijf uit de sector al aan een heuse digitale transformatie toe.

Digitale transformatie in recycling behoort vaak tot het type toepassingen dat we zien in het kader van smart cities en smart buildings, onder meer voor het beheer van de afvalstromen. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is dat van de slimme afvalcontainer. Een sensor stuurt een signaal uit wanneer de container bijna vol is. Die informatie komt automatisch in de planning van het ophaalbedrijf terecht, zodat een vrachtwagen op het juiste moment bij de container halt houdt: niet wanneer hij nog maar voor de helft gevuld is, en ook niet wanneer hij al overvol is, en er mogelijk al stank en andere hinder is ontstaan. Bij het gebruik van zo’n slimme container wint iedereen. Het afvalbedrijf kan de afvalophaling efficiënter organiseren. De klant hoeft zelf geen ophaling aan te vragen.

Vroeger lag de focus op de verkoop. Vandaag moeten we ons veel meer proactief opstellen

Even goed schuilt de digitale transformatie in de scheiding en sortering van afval, waar bedrijven slimme robots inzetten. Nog een andere vorm van digitale transformatie heeft betrekking op de communicatie met klanten en leveranciers, onder meer via apps, tot de integratie van complete supply chains toe. Wie even de markt van de recyclagebedrijven verkent, merkt het al snel. Digitale transformatie treedt er op in allerlei vormen en smaken. Bovendien kijkt lang niet iedereen op dezelfde manier naar het fenomeen. Daardoor ontstaat al snel het beeld van een sector met nogal wat verschillende snelheden.

Vraag en aanbod veranderen

“Het digitale verhaal komt tot bij ons op twee manieren”, zegt Steve Decroubele, ICT-manager bij Galloo. Het bedrijf uit Menen is één van de grootste West-Europese spelers in de recyclage van ferro- en non-ferrometalen. Galloo verwerkt onder meer auto’s, fabrieksschroot, bruin- en witgoed. “De inkomende stroom verandert snel. Denk maar aan de opkomst van de elektrische auto. Straks moeten we ook dat soort voertuigen kunnen ontmantelen.” Tegelijk evolueert ook de vraagzijde. “Onze klanten zijn fabrieken. Maar zij produceren almaar vaker op vraag van hun klanten. In die context verwachten ze dat wij meer informatie aanbieden over de grondstoffen die we leveren. We moeten echt aansluiten op die supply chain.” Bovendien vragen die klanten almaar puurdere fracties aluminium, koper en andere edele metalen. “Dat verplicht ons om verder te innoveren, zodat we een puurder product kunnen leveren.”

Niet immuun voor digitale disruptie

In het hele verhaal is voor ICT een belangrijke rol weggelegd, onder meer bij de ontsluiting van logistieke informatie, zo blijkt. Klanten van Galloo zijn onder meer bedrijven die gerecycleerde metalen verder verwerken tot legeringen. Steve Decroubele: “Vanuit die hoek stijgt de vraag naar concrete informatie: staat de container al op transport, via welke maatschappij, wanneer komt het schip aan, enzovoort.” Die informatie neemt de klant op zijn beurt mee in zijn productieplanning. Het is een groot verschil met vroeger. Niet alleen de customer journey speelt een rol, ook de supplier journey. “Vroeger lag de focus op de verkoop”, zegt Steve Decroubele. “Als bedrijf was het je bekommernis dat je het ingezamelde en verwerkte materiaal ook weer verkocht kreeg. Vandaag moeten we ons veel meer proactief opstellen: ervoor zorgen dat we het materiaal in huis hebben op het moment dat de klant ernaar vraagt.”

Business denkt mee

Onder meer dat proactieve luik wil Galloo automatiseren. Het bedrijf heeft in het kader van zijn digitale traject enkele werkgroepen in het leven geroepen om meer zicht te krijgen op wat de markt effectief verlangt. “Dat kan inderdaad een app zijn om een ophaling te bestellen die hier dan automatisch in onze planning komt”, zegt Steve Decroubele. “Of een sensor die ons laat weten wanneer een container vol is.” Op die manier valt de digitalisering ook terug te voeren tot een stuk automatisering, wat zich dan weer vertaalt in meer efficiëntie en minder administratie.

“We bekijken die vraagstukken vanuit ICT”, aldus Steve Decroubele, “al vragen we duidelijk aan de business om het verhaal mee aan te drijven.” Dat moet, want ook de recyclagebranche is niet immuun voor digitale disruptie. “Dat zien we vandaag al in de VS”, zegt Steve Decroubele. “Daar bestaan intussen diverse digitale platformen die de relatie tussen de leverancier en de schroothandelaar faciliteren. De impact liegt er alvast niet om: een supply chain met minder tussenpersonen en kleinere marges.”

Hergebruik

Out Of Use uit Beringen vult het begrip recycling een stuk breder in. Het bedrijf richt zich in de eerste plaats op het hergebruik van pc’s, laptops, servers en smartphones. Daarnaast kunnen bedrijven er ook terecht met elektrisch en elektronisch afval, dat Out Of Use dan op een duurzame manier recycleert. “We zijn een milieubedrijf”, zegt zaakvoerder Mark Adriaenssens. “Hergebruik is in die optiek de beste oplossing.” Afgeschreven ICT-materiaal dat nog perfect bruikbaar is, blijft trouwens in eigen land. “We exporteren niet naar Afrika”, onderstreept Mark Adriaenssens. “We werken bij voorkeur lokaal, bijvoorbeeld met organisaties die het materiaal weer in roulatie brengen om zo de digitale kloof te helpen dichten.”

De toestellen zijn op dat moment al grondig aangepakt door Out Of Use. Ze zijn niet alleen netjes gereinigd, ook zijn alle data en software verwijderd, conform de GDPR-wetgeving. De nieuwe eigenaar ontvangt in dat verband trouwens een attest. Of er ook in dat marktsegment sprake is van digitale transformatie? “Toch wel”, zegt Mark Adriaenssens. “We ontwikkelen momenteel een toepassing om het hergebruik van ICT-materiaal te stimuleren.” De software moet het bedrijven makkelijker maken om op een objectieve manier te beoordelen of een pc of smartphone voor hergebruik in aanmerking komt. “We integreren alle beslissingscriteria in de toepassing. De bedoeling is de software eerst zelf te gebruiken. Mogelijk brengen we ze in een volgende stap dan algemeen op de markt.”

Steve Decroubele,  ICT-manager bij Galloo:
Steve Decroubele, ICT-manager bij Galloo: “Uiteraard bekijken we de digitale transformatie ook vanuit ICT. Maar we vragen de business ook duidelijk om het verhaal mee aan te drijven.”

Digitale identiteitskaart

Voor het ingezamelde oud-elektro dat niet voor hergebruik geschikt is, streeft Out Of Use een zo hoog mogelijke graad van recyclage na. Het bedrijf staat zelf in voor de eerste demontage van de toestellen. De machinale verwerking van de diverse onderdelen vindt aansluitend bij andere recyclagebedrijven plaats. Uit 100% elektronisch of ICT-afval komt zo uiteindelijk 89,96% nieuwe grondstoffen te voorschijn. Volgens Mark Adriaenssens kan het gebruik van digitale technologie dat proces op termijn een flink stuk transparanter maken. “Blockchain biedt mogelijk een oplossing voor de traceerbaarheid van toestellen”, legt hij. “Op basis van blockchain zou je ieder toestel een soort digitale identiteitskaart kunnen meegeven.” Die zou onder meer kunnen vermelden welke metalen erin verwerkt zijn, welke plastics, welke schadelijke componenten erin zitten, enzovoort.

Maar – en dat blijkt in de praktijk wellicht de grootste horde – het is aan de fabrikanten om hiervoor het initiatief te nemen. “De WEEE-directieve (de Europese richtlijn voor de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – nvdr.) stelt dat de producent informatie moet verschaffen over onder meer de gebruikte grondstoffen en schadelijke stoffen”, zegt Mark Adriaenssens. Een blockchaintoepassing zou het mogelijk maken die informatie onveranderlijk vast te leggen, net als het parcours dat een toestel op de markt heeft afgelegd. “Voor ons is dat nog relatief verre toekomstmuziek”, aldus nog Mark Adriaenssens. “Mocht de huidige generatie toestellen zo’n blockchainoplossing meekrijgen, dan duurt het toch nog minstens drie jaar voor ze bij ons opduiken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content