Politiek gekibbel vertraagt 5G-veiling

Het ziet er naar uit dat de veiling van de 5G-frequenties niet voor meteen is. Officieel ligt de oorzaak bij onenigheid over de inkomstenverdeling. Maar op de achtergrond klinkt het vooral dat Open VLD en N-VA elk hun paradepaardje willen verzilveren.

De ruzie loopt formeel vast op een geschil tussen de federale overheid, bevoegd voor telecom, en de Vlaamse Gemeenschap, bevoegd voor media. Het federale niveau kreeg in het verleden 80 procent van de inkomsten uit de 4G-veiling, de deelstaten 20 procent. Maar Vlaanderen redeneert dat een groot deel van 4G en binnenkort 5G wordt gebruikt voor videocontent, wat media is, waardoor Vlaanderen een groter deel van de (naar schatting) 680 miljoen euro eenmalige inkomsten opeist.

Open VLD stelt intussen voor om de veiling alvast te laten doorgaan en achteraf het geld te verdelen. Vlaams Minister-President Geert Bourgeois (N-VA) reageerde daarop met het voorstel om enkel de 3,6 Ghz band te veilen, waarmee operatoren alvast kunnen beginnen met 5G. Hij neemt dat voorstel over van technologiefederatie Agoria, maar op die manier zou het wel lastiger worden voor een vierde operator om in ons land aan de slag te gaan.

Gaat het werkelijk over de verdeling van een eenmalige inkomst? Neen. Achter de schermen klinkt een heel ander steekspel dat zijn oorsprong vindt in het zomer-akkoord en de val van de regering. Dat vernamen zowel Trends als Data News uit goede bronnen. Zo zou N-VA, dat op Vlaams niveau nog steeds aan de macht is, het been stijf houden zo lang de afspraken van de toen afgesproken arbeidsdeal niet zijn uitgevoerd. Het tegenvoorstel van Bourgeois om voorlopig enkel de 3,6 Ghz frequentie te veilen maakt het landschap ondertussen minder interessant voor een vierde operator. Dat is een tegenvaller voor Open VLD, dat al een tijdlang hamert op meer concurrentie door zo’n vierde speler. Bovendien brengt een veiling met minder kandidaten vermoedelijk minder geld op. Dreigt ons land nu jaren achterop te lopen? Uit liberale hoek klinkt het dat als de kwestie nu niet opgelost raakt, ze ook niet meer door het parlement raakt en het, zeker als er niet meteen een regering is, al snel ‘enkele jaren’ vertraging kan oplopen. Dat lijkt dan weer zeer pessimistisch. Zodra er groen licht is, kan het BIPT op zes maanden tijd een veiling opzetten. Maar vooraleer het zover is, moeten een aantal politici door één deur geraken op een moment dat iedereen al in verkiezingsmodus zit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content