Innovatie is niet belangrijk

Ons land spendeert miljarden overheidsgeld aan innovatie. Het idee dat dit goed besteed geld is, vindt zijn oorsprong 30 jaar geleden, in Flanders Technology en aanverwanten.

Ons land spendeert miljarden overheidsgeld aan innovatie. Het idee dat dit goed besteed geld is, vindt zijn oorsprong 30 jaar geleden, in Flanders Technology en aanverwanten.

De grote slokoppen van innovatiesubsidies bij het Vlaamse IWT de voorbije jaren waren vooral buitenlandse multinationals. Terwijl ze met hun ‘subsidiologen’ het geld van de belastingbetaler aftapten, verhuisden ze hun tewerkstelling – ook die voor onderzoek en ontwikkeling – naar landen als India. En de productie van goederen die met innovatiesteun werden ontwikkeld, verhuisde naar China. In tegenstelling tot 30 jaar geleden is het geen probleem meer om in een ver land te produceren of producten parallel in drie landen te ontwikkelen, dankzij het internet.

Vlaanderen kan zijn begrotingsproblemen in een wip oplossen door het IWT af te schaffen. IMEC, met al zijn patenten en internationale contracten, brengen we naar de beurs. Weer geld in het laadje voor de Vlaamse regering.

De tijd van de firma’s die met een geniaal idee starten in een garage, is voorbij. Er zijn nu veel meer ingenieurs in de wereld, die veel sneller met elkaar kunnen communiceren via het internet. Iets op de markt brengen is veel moeilijker geworden, omdat de markt veel groter is geworden. Dertig jaar geleden was de hoofdmarkt voor vele Belgische bedrijven België, nu de wereld, met honderd keer meer concurrentie.

De doctrine van de innovatie dateert van voor internet, van voor de val van het IJzeren Gordijn, van toen het bbp van China kleiner was dan het Belgische. Nu moet je de beste zijn in marketing. De slimme ingenieurs zijn immers wereldwijd niet meer te tellen en schitterende ideëen zijn nogal gemakkelijk op te sporen via het web.

De wereld wordt een dorp en één markt. Voor tv’s, voor auto’s, voor farmaceutische producten, voor veel. Dat betekent dat we voor een ongeziene golf van bedrijfsovernames staan. Het valt te vergelijken met de consolidatie een halve eeuw geleden in de VS, maar dan sneller.

De winnaars zullen die zijn die megafirma’s kunnen organiseren als een veelheid van kleine firma’s plus een duidelijke, volgehouden en goed uitgevoerde marketingstrategie hebben.

Een aantal bedrijven met Belgische ‘roots’ speelt mee in die economische Champions League. Maar dat heeft weinig belang. We moeten vooral beseffen dat bedrijven versneld nationale en Europese grenzen overschrijden.

Sommige bedrijven zijn reeds enorm. WalMart bijvoorbeeld, met een omzet groter dan het Belgische bbp en met 2,1 miljoen werknemers. Het wordt spannend als de wereldwijde giganten het de komende decennia tegen elkaar opnemen. Daarnaast blijft er ruimte voor gespecialiseerde bedrijven en van nature lokale bedrijven, zoals vele dienstverleners.

Roland Duchâtelet Roland Duchâtelet is voorzitter van Melexis, de beursgenoteerde fabrikant van computerchips voor de autosector. Deze opinie verscheen eerder in De Tijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content