Amerikanen hebben achterstand in internet

Amerikanen betalen te veel voor hun internetbundels en gsm. Ze krijgen ook minder kwaliteit dan inwoners van steden als Tokio, Londen of Amsterdam. Er is te weinig gewoon te weinig concurrentie, vind de New America Foundation.

“Vergeleken bij Comcast, zijn Belgacom, Telenet en Voo een Rolls”, blogde Android-ontwikkelaar Michaël Uyttersprot deze zomer vanuit San Francisco, het mekka van enterpreneurship in communicatiediensten. Voor zijn basispakket van 50 Mbps betaalde hij meer dan in België, terwijl de verbinding soms de neiging had om te verbreken, schreef hij. Mobiel bij T-Mobile was duidelijk beter dan in België zolang je buiten tunnels en binnen de stad bleef, maar ook daar hing een stevig prijskaartje aan vast.

Een nieuwe studie van de New America Foundation geeft hem gelijk. De onderzoekers vergeleken voor het tweede jaar op rij de aanbiedingen in 9 grote Amerikaanse steden met de aanbiedingen in 9 grote Europese steden en verder Hong Kong, Seoul, Tokio, Toronto en Mexico City. Ze drukten alle bedragen uit in koopkrachtpariteit-dollars volgens de indicatoren van de Wereldbank om het effect van wisselkoersschommelingen uit te sluiten. Alle verwijzingen naar dollar in dit artikel zijn naar koopkrachtpariteit-dollar (PPP dollar). Voor de VS is de PPP dollar identiek aan de gewone dollar. Ander prijzen moet je vermenigvuldigen met de ratio die de Wereldbank berekent. Om de prijs in euro in Nederland te bekomen is dat bijvoorbeeld 0,83, in Frankrijk 0,86, enzovoort.

VS stagneren

Volgens de onderzoekers bleven de prijzen en snelheden tussen 2012 en 2013 ongeveer dezelfde in de VS, terwijl er internationaal nu hogere snelheden tegen veel lagere prijzen worden geboden. Een uitzondering is Hong Kong, waar de snelheden al hoog waren en de prijzen stabiel bleven.

In Parijs steeg de maximum internetsnelheid bij SFR van 100 naar 300 mbps. De prijs daalde van 40 naar 30 dollar. Het onderzoek liep van juli tot september, intussen biedt SFR al 1 Gbps-verbindingen. In Amerika introduceerde Verizon in juli zijn 500 mbps download en 100 mbps upload glasvezel in een aantal streken tegen 300 dollar per maand. In Amsterdam kost een 500 mbps download bundel, met 500 mbps upload, bij KPN nu slechts 86 dollar per maand in promotie (71,5 euro).

Een uitzondering in de VS was het gemeentelijke netwerk van Chattanooga in Tennessee, waar de prijs van een symmetrische 1 gbps verbinding van 349 dollar per maand naar 70 dollar is gegaan en het basisaanbod van 30 mbps naar 100 mbps voor 57,99 dollar.

De glasvezelnetwerken in de VS zitten meestal nog in de plannings- of uitrolfaze, met erg lokale dienstverlening, ook bij Google, meldt de studie. In steden zonder lokale glasvezelconcurrentie in de VS heb je nu hooguit 50 mbps voor 70 dollar.

Dure bundels

De situatie is mogelijk nog slechter als het om bundels gaat. De onderzoekers selecteerden de goedkoopste bundels van de providers in hun 24 steden. Dat gaf 72 keuzemogelijkheden. De eerste Amerikaan in die rangschikking staat op plaats 32. Vorig jaar was dat 30. Bij de 15 goedkoopste zijn 4 providers uit Seoul, 4 uit Parijs, 2 uit Berlijn (waaronder Tele Columbus van ex-Telenet-directeur Ronny Verhelst), 2 uit Zürich en één uit Riga, Boekarest en Londen (Sky).

De trends zijn gelijkaardig in mobiel internet, waar alleen Verizon zijn snelheid en forfaits heeft opgetrokken. In Kopenhagen kost het beste abonnement nu 28 dollar voor 15 GB data en snelheden tot 20 mbps. Een jaar geleden was dat nog 35 dollar voor 10 GB en 15 mbps. In de VS beschermt alleen T-Mobile zijn abonnees tegen schokfacturen door de snelheid te beperken voor data buiten de bundel. De overigen rekenen forse toeslagen.

Minstens drie operatoren nodig

De conclusie van New America is eenvoudig. Goedkope en snelle verbindingen vind je alleen in markten waar de consumenten tussen minstens drie concurrerende dienstaanbieders kunnen kiezen. Volgens het 2010 National Broadband Plan, was dat het geval voor slechts 9 procent van de Amerikanen. De meerderheid is beperkt tot één of twee opties.

New America Foundation zit daarmee op één lijn met Susan Crawford, de auteur van het controversiële boek Captive Audience, die beweert dat de concentratie in de VS leidt tot slechte dienstverlening en te weinig investeringen.

De ironie is dat EU Commissaris Neelie Kroes intussen pleit voor meer concentratie in Europa, onder het motto dat dat de investeringen zal aanvuren. New America boort met zijn cijfers ook de stelling in de grond dat je snelle en goedkope verbindingen nodig hebt voor een innovatieve dienstenmarkt. San Francisco mag dan het reisdoel van veel ondernemende jongelui zijn, ze doen het niet voor de goedkope communicatiediensten.

De resultaten van de The Cost of Connectivity 2013 studie staan goed gedocumenteerd op de website van de New America Foundation. Toch is het misschien nuttig om weten dat de voorzitter van de denktank Google-voorzitter Eric Schmidt is. Hij is ook één van de grote sponsors, samen met onder meer en de Melinda en The Bill & Melinda Gates Foundation en eenheel lange lijst anderen. (BL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content