Belgacom-ceo dreigt netwerkinvesteringen te stoppen

Didier Bellens, ceo van Belgacom, heeft op een congres van telecomoperatoren in Brussel, scherpe kritiek geuit op het BIPT, dat het nieuwe vdsl-netwerk van Belgacom wil openen voor andere spelers. “Als het BIPT een beslissing neemt in ons nadeel, denk ik niet dat we nog geld blijven pompen in infrastructuur.”

Didier Bellens, ceo van Belgacom, heeft op een congres van telecomoperatoren in Brussel, scherpe kritiek geuit op het BIPT, dat het nieuwe vdsl-netwerk van Belgacom wil openen voor andere spelers. “Als het BIPT een beslissing neemt in ons nadeel, denk ik niet dat we nog geld blijven pompen in infrastructuur.”

Meer dan 300 experts uit de telecomsector en de EU-instellingen debatteerden in het Brusselse Hilton Hotel over de plannen van de Europese Commissie voor de hervorming van de telecomsector. Het congres werd georganiseerd door Etno, de ‘European Telecommunications Network Operators’ Association.

Het onderwerp van de dag was zonder twijfel de wens van Europees Commissaris Viviane Reding om concurrentie te vergemakkelijken door ‘functional seperation’, of het opdelen van grote telecomoperatoren in een infrastructuur- en een dienstencomponent, waardoor de markttoegang voor dienstverleners zou verbeteren.

Ook op het feit dat Europa meer macht wil geven aan de nationale regulatoren (in Belgie het BIPT), wordt met scherp geschoten. Niet in het minst door Belgacom-ceo Didier Bellens, die vandaag al heel wat kritiek spuide op de organisatie. Dat het instituut het performante vdsl-netwerk van Belgacom wil openstellen voor derden, is daar niet vreemd aan.

“Belgacom heeft in 2003 beslist om een vdsl-breedbandnetwerk uit te rollen om zijn klanten extra diensten aan te kunnen bieden”, aldus de topman. “Toen werden we weggelachen door analisten en investeerders. ‘Wat ga je in godsnaam over een netwerk van 25 megabit sluizen’, vroeg iedereen zich af. Maar intussen bereiken we al 60 procent van de Belgen met ons netwerk, en is het stil. Nu iedereen beseft hoe degelijk ons breedbandnetwerk is, staan derde partijen in de rij om er gebruik van te maken, en wel aan een zo goedkoop mogelijke prijs.”

Bellens heeft het dan ook erg moeilijk met de wens van het BIPT. “We hebben in 2003 een enorm risico genomen. Nu vdsl een succesverhaal schrijft, wil iedereen meespelen. Maar wat als de technologie gefaald had? Zouden al die andere partijen onze ‘vergissing’ mee bekostigd hebben?”

De ceo maakt zich sterk dat, als de risiconemers niet beloond worden voor hun inspanningen, zijn bedrijf ook niet langer geneigd zal zijn om nog zware investeringen door te voeren. “Als het BIPT een beslissing neemt in ons nadeel, denk ik niet dat we nog geld blijven pompen in infrastructuur. Dan zullen we de verdere uitbouw van ons netwerk ook overlaten aan anderen. Als we onze winsten moeten delen, halen we onze return on investment niet, en moeten we daar onze conclusies uit trekken.”

Als het BIPT toch beslist dat het netwerk van Belgacom opgesteld moet worden, dan gaat Bellens er van uit dat de prijs die derde partijen moeten betalen voor het gebruik er van, toch minstens evenredig is aan het risico dat de telecomoperator in het verleden genomen heeft. En Belgacom zal de zaak ook voor de rechter brengen.

“We zullen argumenteren dat Belgacom als breedbandoperator de enige partij is in België die zich moet verantwoorden en onderwerpen aan strenge regels, terwijl de kabelmaatschappijen kunnen doen wat ze willen. Ook vanuit Europa worden de kabelaars trouwens met rust gelaten, maar in ons land zijn zij wel de dominante partij. De strijd zou eerlijk moeten gevoerd worden, en dat is nu niet het geval.

Bellens gaf ook commentaar op het feit dat Europa een pan-Europese telecomreulator in het leven wil roepen. “Europa heeft een kijk vanuit de helikopter nodig, maar we zijn met 27, en het is minstens even belangrijk om naar de situaties per land te kijken.”

“Opnieuw: mijn grootste concurrent (Telenet) is een kabelbedrijf. Kabel bereikt 97 procent van alle Belgen. Terwijl kabel op Europees niveau niets voorstelt. In Vlaanderen heeft Telenet 50 procent van de breedbandmarkt in handen, Belgacom is tweede met bijna 50 procent. Mijn Europese collega’s vragen me vaak hoe het kan dat Belgacom de tweede belangrijkste speler is in Belgie, als de eerste niet bestaat! Men kent de kabelmarkt niet in Europa, hij wordt ook niet geregeld. Als er dus al een overkoepelende telecomregulator komt, wordt het dan niet tijd om ook eens te denken aan een Europese kabelregulator?”