Minister van Telecommunicatie Alexander De Croo (Open VLD) meent dat een opheffing van de anonimiteit van prepaid SIM-kaarten disproportioneel zou zijn, maar ook technologisch achterhaald. “Niet alle burgers mogen als potentiële verdachten worden beschouwd”, zei De Croo in de Kamer.
Het was MR-Kamerlid Gilles Foret die het standpunt van de minister wilde kennen over de eventuele opheffing van de anonimiteit. De vraag zou uitgaan van de politie. Zulke kaarten kunnen worden aangewend voor criminele doeleinden, en het is voor de politie vaak een hele klus om na te gaan wie zich achter zo’n nummer schuil houdt.
De Croo gaf aan dat hij einde maart de vraag van zijn collega van Justitie Koen Geens (CD&V) kreeg om de opheffing van de anonimiteit te onderzoeken. Tijdens contacten met de operatoren kreeg de minister evenwel te horen dat zo’n maatregel een zware administratieve last zou betekenen.
Meer fundamenteel verwees De Croo naar het Grondwettelijk Hof, dat vorige week de dataretentiewet helemaal vernietigde. Hij zei de redenering van het Hof te volgen dat we niet zomaar alle burgers als potentiële verdachten kunnen beschouwen. Die redenering gaat voor De Croo ook op voor de discussie over prepaidkaarten.
Daarnaast is de maatregel volgens hem technologisch achterhaald. Er bestaan andere communicatiemiddelen, zoals Skype, haalde De Croo aan. Bovendien zou het voor een bijkomende last zorgen, vooral voor kwetsbare groepen, die relatief gezien de grootste gebruikers zijn van dergelijke kaarten, aldus nog de vicepremier.
(Belga/MI)
