Dominique Leroy wil samenwerken met Muyters rond glasvezel

Dominique Leroy (CEO Proximus) © belga
Pieterjan Van Leemputten

Proximus-topvrouw Dominique Leroy reageert genuanceerd op de ambitie van Vlaams innovatieminister Philippe Muyters om zelf een glasvezelnetwerk uit te bouwen. Een tweede netwerk? Neen. Samenwerken? Ja.

Muyters lanceerde zijn idee eerder deze maand. Hij is van oordeel dat de plannen van Proximus (85 procent van de bedrijven en 50 procent van de gezinnen op FTTH binnen tien jaar) en Telenet (dat met zijn Netwerf ook een zware upgrade uitrolt) te beperkt zijn. Hij wil daarom praten met de twee grootste operatoren, maar sluit een nieuw overheidsbedrijf niet uit.

Het heeft geen zin om in Vlaanderen twee glasvezelnetwerken op dezelfde plaats te hebben.

Een overleg staat binnenkort gepland maar Leroy laat alvast in haar kaarten kijken. “Ik ben absoluut niet tegen het idee om samen te werken, maar we moeten het op de juiste manier aanpakken. Het heeft geen zin om in Vlaanderen twee glasvezelnetwerken op dezelfde plaats te hebben. Dan gebruik je geld van de burgers voor iets wat al bestaat. Onze plannen zijn rond, we zijn bezig met de uitrol en het is onze core business dus we gaan daar op blijven inzetten,” zegt Leroy aan Data News.

Wel ziet de ceo van Proximus kansen voor rurale gebieden. “We leggen momenteel glasvezel aan in regio’s waar er een return on invest is. Dat zijn grote en kleinere steden waar genoeg mensen zijn om die investering rendabel te maken. Maar je kan daarnaast ook kijken naar een co-investering voor rurale gebieden waar de investering van publieke en private investeerders komt om glasvezel aan te leggen.”

Ik begrijp meneer Muyters als hij zegt dat 50 procent onvoldoende is. Maar laat ons dan een manier vinden om het samen te doen.

“Ik begrijp meneer Muyters als hij zegt dat 50 procent onvoldoende is. Maar laat ons dan een manier vinden om het samen te doen.”

Of anders gezegd: grote steden worden sowieso bediend door Proximus. Dus als Vlaanderen wil investeren in supersnel internet, dan liefst in een publiek-privaat partnerschap dat ook de minder bevolkte delen van het land bedient. Want daar weegt de kost van een glasvezeluitrol niet op tegen het aantal klanten die er wonen.

“Ons netwerk is open”

Deze bakjes worden tussen de huizen geplaatst om de glasvezels per woning te verdelen.
Deze bakjes worden tussen de huizen geplaatst om de glasvezels per woning te verdelen.© Pieterjan Van Leemputten

Proximus zou in zo’n geval zijn eigen glasvezelnetwerk combineren met lijnen die volledig in handen zijn van de overheid. Technisch zou dat geen probleem zijn. Maar dat wil zeggen dat ook andere spelers dan toegang kunnen hebben. Geen Probleem volgens Leroy.

“In tegenstelling tot wat iedereen denkt is ons netwerk open. Voor koper (het klassieke telefoonnetwerk waar momenteel VDSL over loopt, nvdr) is dat al meer dan twintig jaar zo. Maar we hebben absoluut geen enkele wil om ons glasvezelnetwerk voor onszelf te houden. Onze business case stelt ook dat we zo’n netwerk niet kunnen rendabiliseren met enkel Proximusklanten. Het glasvezelnetwerk zal open zijn. De enige discussie is hoe het moet opengesteld worden.”

Het glasvezelnetwerk zal open zijn. De enige discussie is hoe het moet opengesteld worden.

Over die ‘hoe’ zal nog fel gedebatteerd worden, vooral in de kantoren van telecomregulator BIPT. Proximus sloot vorige maand al een contract met Edpnet voor glasvezeltoegang. Maar zo lang glasvezel niet gereguleerd is, kan Proximus in principe de prijs vragen die het wil.

Voor het kopernetwerk is dat anders: hier stelt de regulator groothandelstarieven voor waar Proximus zich aan moet houden. Dat maakt het voor alternatieve operatoren makkelijker en goedkoper om toegang te krijgen. Er zal waarschijnlijk een dag aanbreken dat dit ook voor glasvezel het geval is en het is voor de hand liggend dat Proximus die datum liefst in de zeer verre toekomst ziet. Maar het bedrijf is alvast niet tegen een openstelling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content