Douane betaalt leergeld

Vijf jaar na de start van de Copernicus-hervorming komen de eerste toepassingen bij de FOD Financiën in productie. Met name de PLDA of papierloze douaneapplicatie. Een “gevoelig dossier”, erkent Louis Collet, ict-directeur bij Financiën.

Vijf jaar na de start van de Copernicus-hervorming komen de eerste toepassingen bij de FOD Financiën in productie. Met name de PLDA of papierloze douaneapplicatie. Een “gevoelig dossier”, erkent Louis Collet, ict-directeur bij Financiën.

Tijdens de eerste jaren van de Copernicus-hervorming (de modernisering van Financiën) werd het leeuwendeel van de investering besteed aan de infrastructuur. Maar nu staat het Atlas-platform op poten. De eerste applicaties zitten zo in hun ontwikkelingsfase. Die ontwikkelingen zijn trouwens in handen van externe partners via lastenboeken. Zo onder meer ook de online belastingaangifte Tax-on-Web, of het project rond unieke identificatie.

Maar de pers interesseert zich de [laatste tijd] sterk in de PLDA of papierloze douaneapplicatie. (gisteren verscheen nog een [erg kritisch stuk op de website van Knack]). Dat project werd toevertrouwd aan Unisys en moest op 1 oktober in productie gaan. Maar er werd uitstel gevraagd tot 3 december.

Louis Collet, ict-baas bij Financiën, relativeert de kwestie: “Het gaat over online, real time transactionele systemen met interne en vooral externe gebruikers: grote bedrijven, waarmee we b2b willen werken, en die synchronisatieproblemen hebben. Dat noopt dan weer tot grondige tests en tot het teruggrijpen naar EDI- en XML-technologieën. En voor kleinere bedrijven zijn er internetoplossingen, die moeten hun aangifte coderen. Het plan is vrij ambitieus. Maar het basisprobleem is dat we door de Europese deadlines de ontwikkelingen erg vroeg zijn moeten starten, op een moment dat Atlas nog niet helemaal vernieuwd was en de werk- en UML-ontwikkelingsmethodes nog niet helemaal op punt stonden. Als we controle hadden gehad over de timing, zouden alles een jaar hebben uitgesteld. Dan zouden we op ons gemak geweest zijn.”

“Bovendien zijn de testfases met de bedrijven erg langdradig. Voor hen is het vooral een last en heeft het project geen prioriteit. Het motiveren van de bedrijven is dus niet evident. Bovendien zijn er ook problemen met de technologische migratie en met Europese beslissingen. Daarbovenop komt nog het feit dat de systemen in real time en 24/7 moeten functioneren. Een onderbreking van de dienst is ontoelaatbaar. Er is nu een gedeelte dat werkt en een ander gedeelte dat we in december live hopen te krijgen.”

Collet zegt in de hele kwestie te betreuren dat “men ook soms de pers gebruikt om te communiceren.”