Eerste drijvende windmolenpark ter wereld produceert nu stroom
Hywind Scotland, het allereerste windmolenpark dat drijft, produceert sinds deze week stroom. Drijvende turbines kunnen de kosten van windenergie op zee drastisch omlaag halen.
De Schotse premier Nicola Sturgeon opende Hywind Scotland deze week. Het windmolenpark bevindt zich 25 kilometer van Peterhead, aan de noordoostkust van Schotland. Het Noorse oliebedrijf Statoil bouwde de vijf turbines, elk 175 meter hoog, in Noorwegen en sleepte ze in juni naar Schotland. Amper vier maanden later leveren ze al stroom.
Drijvende windturbines zijn niet gebouwd op de zeebodem maar alleen met dikke kabels aan de bodem verankerd. Zo kunnen ze de kosten van windenergie op zee drastisch omlaaghalen. Bovendien kunnen ze voor reparaties gemakkelijk terug naar een haven gesleept worden, of zelfs naar een ander windmolenpark.
Diepere zee
“Hywind kan gebruikt worden voor water dat tot 800 meter diep is. Dat biedt mogelijkheden voor gebieden die tot dusver niet geschikt waren voor offshore-windenergie”, zegt Irene Rummelhoff van Statoil.
Statoil denkt onder meer aan Japan en de Amerikaanse westkust, waar het water te diep is voor conventionele windmolens.In Peterhead staan ze in water dat 100 meter diep is. Een conventionele windmolen gaat maar tot de helft van die diepte.
De eerste vijf Hywind-turbines hebben elk een vermogen van 6 megawatt, samen goed om twintigduizend gezinnen van stroom te voorzien.
Statoil gaat nu aan de Schotse kust nog een grote batterij bouwen, Batwind, die de energie van het windmolenpark kan opslaan. De lithiumbatterij zal een capaciteit van 1 megawattuur hebben en moet eind 2018 operationeel zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier