België mag mobiele telecomoperatoren verplichten om mensen met een laag inkomen sociale tarieven aan te bieden, maar de operatoren moeten niet opdraaien voor die kosten. Dat heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld in een zaak aangespannen door Mobistar en Base.
De Europese universele dienstenrichtlijn bepaalt dat alle burgers toegang moeten hebben tot een communicatienetwerk. De lidstaten mogen de operatoren daar bovendien aan laten meebetalen.
België vertaalde die verplichting naar sociale tarieven die de grote operatoren moeten aanbieden voor vaste telefonie, mobiele telefonie en internet. De providers moeten ook mee een fonds spijzen om de kost van die sociale tarieven op te vangen.
Mobistar en Base stapten echter naar het Grondwettelijk Hof. Volgens hen gelden de Europese regels enkel voor vaste telefonie en vast internet. Het Grondwettelijk Hof ging daarop te rade bij de Europese collega’s.
De rechters in Luxemburg geven Mobistar en Base nu gelijk. De Europese richtlijn heeft het over vaste verbindingen met het telecomnetwerk, dus mobiele diensten zijn “per definitie” uitgesloten van de vastgelegde minimale set van universele diensten.
“De lidstaten zijn vrij om telecomoperatoren te verplichten ook sociale tarieven voor mobiele telefonie en mobiel internet aan te bieden, maar de kosten daarvan mogen niet ten laste zijn van die telecomoperatoren”, aldus nog het Europees Hof van Justitie.
(Belga/MI)
