De Europese milieuministers hebben een gemeenschappelijk standpunt vastgelegd over nieuwe doelstellingen voor de inzameling en recyclage van elektronisch afval.
De Europese milieuministers hebben een gemeenschappelijk standpunt vastgelegd over nieuwe doelstellingen voor de inzameling en recyclage van elektronisch afval.
De ministers willen dat de lidstaten op termijn jaarlijks 65 procent van de elektrische en elektronische apparaten op hun nationale markt inzamelen. Na twee jaar onderhandelen raakten de ministers het erover eens dat de lidstaten vier jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn
45 procent van het gemiddelde gewicht van de afgedankte elektrische en elektronische apparaten moeten inzamelen. Nog eens vier jaar later moet een doelstelling van 65 procent worden bereikt.
Belangrijkste knelpunt tijdens de onderhandelingen was het toepassingsgebied, ofwel de keuze voor een beperkte of voor een open lijst van productcategorieën. Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) bepleitte een open lijst. Uiteindelijk is besloten dat na zes jaar behoudens een aantal uitzonderingen alle apparaten onder de richtlijn zullen vallen.
Schauvliege kaartte ook de controle en de inspectie van de export van elektrisch en elektronisch afval aan. Antwerpen is immers een belangrijke doorvoerhaven voor dit afval. De minister vroeg en verkreeg volgens een persmededeling een waterdichte regeling.
Over de richtlijn moet nog een akkoord worden bereikt met het Europees Parlement. De onderhandelingen zouden in de tweede helft van dit jaar plaatsvinden.
Bron: Belga
