Fiber op de boerderij

Met het ‘fiber to the farm’ project willen twee Nederlandse provincies de landelijke gemeentes stimuleren om hun bewoners aan te sluiten op een glasvezelnetwerk. Addertje onder het gras: de deelnemers moeten zélf meegraven aan de noodzakelijke sleuven.

Met het ‘fiber to the farm’ project willen twee Nederlandse provincies de landelijke gemeentes stimuleren om hun bewoners aan te sluiten op een glasvezelnetwerk. Addertje onder het gras: de deelnemers moeten zélf meegraven aan de noodzakelijke sleuven.

De Nederlandse gemeenten Berkelland en Bronckhorst zijn de eerste deelnemers aan het ‘fiber to the farm’ project van de provincies Gelderland en Overijssel. Zo’n 100 tot 150 bedrijven en huishoudens uit beide gemeentes zullen volgend jaar aangesloten worden op een supersnel glasvezelnetwerk – niet evident in landelijke, dunbevolkte gemeentes. De provincies Gelderland en Overijssel komen met subsidies voor de dag, maar om de kosten te drukken is het wél de bedoeling dat deelnemers aan het project zelf de nodige sleuven graven.

Overijssel en Gelderland willen met dit project vermijden dat het platteland gaat achterlopen op economisch gebied door een gebrek aan snel internet. De provincies hopen zelfs dat heuse ‘kennisboerderijen’ zullen ontstaan die een economische impuls kunnen geven aan het platteland. Voor het eigenlijke glasvezelnetwerk wordt overigens beroep gedaan op een Nederlands-Duits bedrijf uit Enschede. Misschien kan dit project wel inspirerend werken voor Belgacom en de Waalse overheid in hun [voetpadengeschil]?