Een kredietlijn van 9 miljard euro die de Franse overheid in 2002 aan het destijds noodlijdende France Télécom voorstelde, is geen ongeoorloofde staatssteun.
Een kredietlijn van 9 miljard euro die de Franse overheid in 2002 aan het destijds noodlijdende France Télécom voorstelde, is geen ongeoorloofde staatssteun.
Zo heeft het Gerecht van de Europese Unie heeft in Luxemburg geoordeeld. De rechtbank van eerste aanleg in het Hof van Justitie van de Europese Unie fluit zo de Europese Commissie terug, die in 2004 de steun veroordeelde.
Een en ander is vooral een principekwestie. France Télécom ging immers nooit in op de voorgestelde kredietlijn. De Commissie oordeelde in 2004 dat die kredietlijn niet geoorloofd was in het kader van voorgaande uitspraken van de Franse regering waarbij die verklaarde het telecombedrijf niet te zullen laten vallen.
De Franse regering, France Télécom, Bouygues en Bouygues Télécom en AFORS Télécom dienden daarop bij het Gerecht een beroep in tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie.
Het Gerecht oordeelde dat de uitspraken van de Franse regering het telecombedrijf wel een financieel voordeel hebben verschaft, maar dat voordeel werd niet met staatsmiddelen bekostigd want de kredietlijn kwam er nooit.
Bron: Belga
