IT-industrie test IPV6

. © .
Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Onder meer Google, Microsoft en Facebook laten vandaag IPV6-verkeer naar hun websites toe naar aanleiding van ‘World IPV6 Day’. Een overschakeling naar de nieuwe internetstandaard dringt zich op, omdat het aantal beschikbare IPV4-internetadressen stilaan is opgesoupeerd.

Onder meer Google, Microsoft en Facebook laten vandaag IPV6-verkeer naar hun websites toe naar aanleiding van ‘World IPV6 Day’. Een overschakeling naar de nieuwe internetstandaard dringt zich op, omdat het aantal beschikbare IPV4-internetadressen stilaan is opgesoupeerd.

Het aantal internetadressen gedefinieerd in IPV4 klokt af op 4,2 miljard, maar met de laatste versie van het internetprotocol kunnen er quasi oneindig veel adressen worden toegewezen (2 tot de macht 128). IPV6 werd in 1998 al als standaard gepubliceerd door de Internet Engineering Task Force, maar de implementatie bij ISP’s en andere belanghebbenden laat op zich wachten omdat de aanzienlijke investeringen geen rendement opleveren op korte termijn.

Nochtans hebben al onze slimme wagens straks een uniek ip-adres nodig, idem dito voor de apparaatjes rondom ons die via het internet met elkaar zullen praten. Dit terwijl de voorraad IPV4-adressen wereldwijd bijna volledig is opgebruikt, en België tot de slechtste leerlingen van de klas behoort bij de uitrol van de opvolger.

Op Belnet (dat zijn klanten al IPV6-adressen aanbiedt), het AWT, de RTBF (een klant van Belnet), EDPnet en Easyhost na, is er bijna geen enkel bedrijf ‘aanspreekbaar’ in IPV6, ook de grote ISP’s niet. Je kan met andere woorden niet naar het portaal van Proximus surfen in IPV6, net zoals je Telenet niet kan aanspreken via het protocol. In Nederland, maar ook in Frankrijk, is het aantal service providers en andere bedrijven die wel aanspreekbaar zijn in IPV6, onnoemelijk veel groter.

Als de IPV4-adressen opgebruikt zijn, zullen er voor het eerst organisaties, websites en particulieren opduiken die enkel een IPV6-aanwezigheid hebben op het net. Binnenkort zullen er bijvoorbeeld mensen opduiken met een iPad2 of een iPad3, die enkel een IPV6-adres hebben toegewezen gekregen. Als je dan niet V6-ready bent, kan je die mensen niet meer bereiken.

Concreter zullen Belgische bedrijven die nog met IPV4 werken, niet meer kunnen communiceren met Amerikaanse of Chinese IPV6-only organisaties. Of toch niet meer op de voor de hand liggende manier. Isp’s beschikken wel over gecompliceerde middleware die V4 naar V6 vertaalt, en dankzij network adress translation (NAT) kan één internetadres gedeeld worden door verschillende partijen, maar die trucjes zijn per definitie niet schaalbaar.

Dual stack

Of de industrie klaar is voor de grote sprong? Ja en neen. Grote besturingssystemen zoals Windows 7 en Mac OS X zijn al een tijdje klaar voor IPV6, en het gros der pc-bouwers zegt dat ze het ‘probleem’ serieus nemen. Maar de meeste tools voor thuisnetwerkjes zijn nog niet klaar voor IPV6. En zelfs toestellen die als IPV6-ready worden verkocht, zouden nog vol bugs zitten. Daar komt nog bij dat het overgrote deel van de ISP’s nog steeds de kat uit de boom kijkt. Terwijl het toch vooral aan hen, en aan de hostingsproviders, is om over te schakelen.

“Het gaat alvast níet zo zijn dat we van de ene dag op de andere volledig zullen overstappen op IPV6”, zegt network operations manager Daan Kerkhofs van EDPnet, de kleine Belgische operator die als eerste met een commercieel aanbod op de markt wil komen. “Dat is onhaalbaar. Het zal nodig zijn om gedurende een aantal jaren in dual stack te draaien, waarbij klanten zowel een IPV4 als een IPV6 adres krijgen toegewezen, en beiden naast elkaar bestaan.”

Gewone consumenten die het zekere voor het onzekere willen nemen, en nu al IPV6-ready willen zijn, moeten enkel hun router vervangen (AVM biedt met de FRITZ!Box bijvoorbeeld een model dat IPV6 ondersteunt). “De rest wordt aangestuurd op ISP-niveau”, gaat Kerkhofs verder.

“Voor bedrijven krijg je een beetje hetzelfde verhaal. KMO’s die enkel een Exchange server onder dak hebben, moeten hun router vervangen, en hun server een IPV6-adres geven. Dat kan snel gaan, en hoeft helemaal niet duur te zijn.”

“Spreken we over bedrijven die 100 webservers hebben draaien, dan krijg je natuurlijk een ander verhaal. Het is belangrijk om er voor te zorgen dat alle services die intern draaien, ook in IPV6 bereikbaar zijn. Maar bij heel wat ondernemingen is het al een grote uitdaging om te bepalen welke diensten er nu juist draaien op het netwerk.”

“Bedrijven zouden moeten kijken welke bedrijfsprocessen afhankelijk zijn van informatievoorziening van buitenaf”, vult specialist Eric Van Gendt van Brocade aan. “Als die data op een bepaald moment enkel in IPV6 binnenloopt, dat heeft dat natuurlijk consequenties voor de interne infrastructuur.”

EDPnet zit momenteel in de laatste fase voor de commerciële uitrol van IPV6. Maar de tests verlopen niet vlekkeloos. “Onze backbone en ons netwerk zijn al drie jaar IPV6-ready. Maar voor klanten met XDSL-verbindingen is het niet evident om de nieuwe standaard in te voeren. Voor ADSL zijn we bijvoorbeeld afhankelijk van Belgacom, en een groot deel van de Belgacom-infrastructuur is nog niet V6-ready. Er is dus nog infrastructuur waar wij geen invloed op hebben.”

“RIPE, de organisatie die op Europees niveau de IPV6-adressen verdeelt, ondervindt trouwens problemen bij de toekenning. Zo konden we tijdens onze tests niet genoeg adressen krijgen voor onze wholesaleklanten. Tel daarbij de bugs waarop we stoten op hardwareniveau, en je beseft dat er nog veel werk aan de winkel is.”

World IPV6 Day

Eén van de bedoelingen van de door de Internet Society (ISOC) georganiseerde World IPV6 Day is om organisaties onder relatief gecontroleerde omstandigheden te confronteren met mogelijke problemen die kunnen ontstaan als gevolg van slecht geconfigureerde V6-infrastructuur.

Bedrijven met routers die niet geschikt zijn voor IPv6 zullen logischerwijs geen hinder ondervinden. Maar de silent adopters, de vooruitziende ondernemingen die al IPV6-geschikte apparatuur hebben aangeschaft, kunnen allicht wel problemen ondervinden. De kans bestaat immers dat deze tools -hoewel ze IPV6-verkeer zouden moeten kunnen afhandelen- toch het spoor bijster raken omdat ze slecht zijn afgesteld, met als gevolg dat bepaalde diensten en sites voor sommige van deze ondernemingen niet meer werken.

IPV6 Day moet kan dan ook als een soort van vroege test worden beschouwd. Naar schatting zou ‘slechts’ 0,05 procent van alle internetgebruikers geconfronteerd worden met de bovengenoemde problemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content