Klaar voor interplanetair internet

© ESA
Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

Ruimtevaartorganisaties praten over nieuwe standaarden om toestellen over grote afstanden, ook in de ruimte en op andere planeten, met elkaar te laten communiceren. Met ook aardse toepassingen? Darmstadt in Duitsland herbergt het ‘Houston’ van de ESA, met het European Space Operations Center (ESOC). Het is tevens gastheer voor een conferentie, die deze week plaatsvindt, rond de ontwikkeling van nieuwe connectiviteitswijzen zodat toestellen in de ruimte of op planeten met elkaar en met de aarde kunnen communiceren. Centraal daarbij staat het probleem dat geen ononderbroken connectiviteit kan worden gegarandeerd (bijvoorbeeld omdat de toestellen wel vaker buiten elkaars bereik of radio-‘line of sight’ zijn, of omdat de afstanden zo groot zijn dat het radioverkeer er erg lang over doet).

Ruimtevaartorganisaties praten over nieuwe standaarden om toestellen over grote afstanden, ook in de ruimte en op andere planeten, met elkaar te laten communiceren. Met ook aardse toepassingen?

Darmstadt in Duitsland herbergt het ‘Houston’ van de ESA, met het European Space Operations Center (ESOC). Het is tevens gastheer voor een conferentie, die deze week plaatsvindt, rond de ontwikkeling van nieuwe connectiviteitswijzen zodat toestellen in de ruimte of op planeten met elkaar en met de aarde kunnen communiceren. Centraal daarbij staat het probleem dat geen ononderbroken connectiviteit kan worden gegarandeerd (bijvoorbeeld omdat de toestellen wel vaker buiten elkaars bereik of radio-‘line of sight’ zijn, of omdat de afstanden zo groot zijn dat het radioverkeer er erg lang over doet). Het gevolg is dat de huidige standaarden zoals aangewend in bijvoorbeeld het internet, niet voldoen.

In het voorbije decennium werd evenwel gewerkt aan vormen van ‘delay-tolerant networking’, met onder meer al een test (in 2008) door NASA van een ‘disruption-tolerant networking protocol. In wezen betreft het een ‘store and forward’ systeem, waarbij de connectiviteit niet ‘end to end’ wordt opgezet, maar in verschillende tussenstappen. Een mogelijke aanpak ligt vervat in het ‘Bundle protocol’ (RFC 5050), dat het doorsturen van ‘bundels’ informatie voorziet op een voldoende schaal en met de nodige prioriteit zodat toepassingen daar verder mee aan de slag kunnen gaan.

Tegelijk wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van standaarden, zodat toestellen makkelijker met elkaar informatie kunnen uitwisselen, of van elkaars communicatiemiddelen gebruik kunnen maken. Daarbij wordt gemikt op een uitwisseling van meer complexe informatie dan momenteel het geval is. In het verleden maakte NASA-materiaal op het Mars-oppervlak al gebruik van het transmissiesysteem van de Europese Mars Express in een baan rond Mars voor het doorsturen van data naar de aarde.

Overigens doet deze ontwikkeling terugdenken aan de vroege vormen van informatie-uitwisseling tussen de microcomputers van computeramateurs. Veteranen herinneren zich allicht nog Fidonet, dat eveneens met een ‘store & forward’ aanpak, over telefoonlijnen (en onder meer het XModem protocol) de uitwisseling van informatie mogelijk maakte.

Allicht kan de hernieuwde aandacht voor een dergelijke aanpak ook op aarde een toepassing vinden, bijvoorbeeld in gebieden waar de normale infrastructuur is uitgevallen en een combinatie van ‘store & forward’ met radiomateriaal een eerste oplossing kan bieden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content