Leuvense expertise in Europees antiphishingonderzoek

De Katholieke Universiteit (KU) Leuven is een van de twee academische partners in een grootschalig en erg geavanceerd Europees onderzoek rond phishing en spam, ‘AntiPhish’.

AntiPhish is op gang getrokken en wordt gecoördineerd door het Institute for Intelligent Analysis and Information Systems (IAIS) van het renommeerde Duitse Fraunhofer-Geselschaft. Het driejarige project wordt gesubsidieerd door de Europese Commissie en kadert binnen de doelstellingen van het zesde ‘framework programme’ (FP6) rond ict. Dat wil industriële en wetenschappelijke expertise verenigen om betrouwbare en veilige informatie- en communicatieomgevingen te creëren.IAIS selecteerde de partners en koos voor Symantec, Nortel en Tiscali aan commerciële zijde en voor de Legal Informatics and Information Retrieval (LIIR) group van de KU Leuven aan academische kant. Die onderzoeksgroep, onder leiding van professor Marie-Francine Moens, houdt zich bezig met informatieontsluiting, zowel tekstueel als multimediaal. “Onze groep heeft een sterke internationale reputatie opgebouwd in haar expertisedomein. Het IAIS wilde er ons daarom graag bij,” verklaart professor Moens.”Het doel van het onderzoek is zeer [geavanceerde, adaptieve filters te ontwikkelen] voor phishing- en spammails,” gaat ze verder. “We willen met de technologie predictief kunnen werken en zo veel sneller op de bal zijn bij nieuwe aanvallen.” Het Fraunhofer-instituut heeft geavanceerde ‘machine learning’-technieken ontwikkeld voor die nieuwe filters. De KU Leuven, onderzoeker Jan De Beer in het bijzonder, is betrokken bij de extractie en het testen van onderdelen daaruit. “Maar welke ‘features’ dat zijn, is strikt confidentieel,” zegt professor Moens.Het eerste onderzoeksjaar is nu bijna achter de rug. “Daarin hebben de academische partners een prototype ontwikkeld. Tijdens het tweede jaar testen we dat in ‘real work conditions’. In het derde jaar wordt de technologie helemaal voor de leeuwen gegooid met echte situaties en gegevens. Eind 2008 is het project afgerond en zullen de commerciële partners de oplossing waarschijnlijk op de markt brengen.”