Microsoft experimenteert met datacenter onder water
De kans bestaat dat de cloud van de toekomst in het water zit. Met een nieuw experiment wil Microsoft serverracks negen meter onder de zeespiegel bewaren.
De succesvolle test die het bedrijf de afgelopen maanden uitvoerde moest bepalen of het zinvol is om een datacenter onder de zeespiegel te bouwen. Daarbij werd één serverrack gevuld met stikstof en verbonden met het internet in het water gezet op een diepte van 30 feed (ongeveer 9 meter) gedurende honderd dagen.
Dat blijkt nu te werken, wat de deur openzet voor verder onderzoek. Zo moet het de bedoeling zijn om servers vijf jaar lang onder water te houden, waarbij de capsules twintig jaar moeten meegaan.
De redenering achter Project Natic, zoals het experiment heet, is dat de helft van de wereldbevolking nabij een kustlijn woont, wat een datacenter voor de kust interessant kan maken ten opzichte van gigantische datacentra die hun afstand vooral goedmaken met snelle internetverbindingen. Ook zou zo’n onderwater datacenter in 90 dagen operationeel kunnen zijn wat het interessant maakt voor tijdelijke evenementen.
Koeling, of beter gezegd de energie die nodig is om een datacenter te koelen, bepaalt doorgaans hoe duur en efficiënt een datacenter is. Mede daarom wordt bij de bouw vaak gedacht aan Noordelijke gebieden zoals Zweden. Dit datacenter gebruikt geen water voor zijn koeling, maar omdat de capsule onder water ligt, heeft dit wel een impact op de temperaturen wat voor een lager stroomverbruik kan zorgen dan in klassieke datacentra.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier