Minimale concurrentie, maar toch een interessant telecomaanbod?

Een jaar geleden ongeveer ging de FOD Financiën op zoek naar een nieuwe leverancier voor telefoniediensten. Zoals het een overheidsdienst betaamt, werd de vraag naar een oplossing openbaar en Europees gesteld (1). Uiteraard, want stoppen met het gebruiken van publieke telefoniediensten, zelfs zoals we die nu kennen, is tot op heden nog ondenkbaar.

Een jaar geleden ongeveer ging de FOD Financiën op zoek naar een nieuwe leverancier voor telefoniediensten. Zoals het een overheidsdienst betaamt, werd de vraag naar een oplossing openbaar en Europees gesteld (1). Uiteraard, want stoppen met het gebruiken van publieke telefoniediensten, zelfs zoals we die nu kennen, is tot op heden nog ondenkbaar.

De vraag aan de markt betreft het gebruik kunnen maken van een transportnetwerk om te telefoneren, zowel voor vaste als voor mobiele telefonie. De fundamenten voor het vaste gedeelte worden gevormd door lijnen en nummers. Prestatieparameters bepalen de goede werking van de oplossing. Voor mobiele telefonie worden toestellen gevraagd in plaats van lijnen. Het overige is vergelijkbaar, maar dan wel uitgebreid met een berichten- en dataoplossing. Organisatie en opvolging van de basisdiensten is de evidente sluitsteen.

Daartegenover staat het aanbod. Er wordt immers wat afgebeld, in dit geval meer dan vier miljoen belminuten per maand, vooral naar nationale bestemmingen. De mobiliteit is daarbij hoofdzakelijk beperkt tot het Belgische grondgebied. Bovendien wordt er ongeveer evenveel telefoonverkeer aangetrokken, onder meer door verschillende call centra. Dit gegeven is niet onbelangrijk omdat er kosten doorgerekend worden aan de beller voor het afleveren van een gesprek.

De markt die hiervoor bevraagd kan worden, dient te beschikken over een nationale aanwezigheid qua netwerk en is bijgevolg verticaal geïntegreerd. Het aantal spelers is beperkt, de concurrentie ertussen helaas ook. Om dan toch de meest gunstige oplossing te bekomen, ligt de nadruk best op het marktconforme karakter van de aanbieding en op de eenvoud qua techniek, installatie en beheer. De eenvoudige opzet wordt bijvoorbeeld bekomen door het aantal aan te sluiten locaties te beperken tot twee en dit omwille van redundantie. Daarbij zijn de andere locaties verbonden met een datanetwerk dat ook voor telefonie geschikt is. Bandbreedte blijft binnen de perken en de flexibiliteit van ip kan benut worden om af te stappen van de klassieke interfaces. Als de relatief beperkte investering in deze connectiviteit bovendien af te schrijven is over een langere periode, vier jaar bijvoorbeeld, dan is dit zeker een haalbare kaart voor een provider.

Een voldoende groot nummerblok laat toe dat iedere medewerker zijn eigen, unieke extensie behoudt zolang hij of zij actief is binnen de organisatie. Een nummerblok van 10.000 laat interne nummers van vier cijfers toe. Zowel voor vaste als mobiele telefonie worden de nummers zo zeer herkenbaar en zijn ze eenvoudig door te schakelen. Om de kosten duidelijker in beeld te brengen en op te volgen wordt het flat fee-principe gehanteerd. Dit is een vaste prijs per gebruiker per maand met daaraan gekoppeld een benchmarking om een jaarlijkse marktconforme prijs te bekomen. Bovendien laat dit soort prijsstructuur toe om eenduidige vergelijkingen te maken zonder alle voetnoten, kleine uitzonderingslettertjes en extra’s op vlak van tarifering te moeten verrekenen. Onmiddellijk een best-and-final-offer vragen sluit uit lange onderhandelingen te moeten voeren. Naast deze eerder technische fundamenten zijn er ook verschillende innovatieve uitdagingen. Daarom is alles in verband met analoge telefonie apart gehouden.

Voor mobiele telefonie zijn er vier profielen met flat fee bepaald: intern, nationaal, internationaal en smartphone. Aan elk profiel is een typisch professioneel gebruik gekoppeld. Uitgaande gesprekken met een professioneel karakter zijn oproepen aan normale eindgebruikerstarieven. Alles wat niet-professioneel is, is niet verboden maar wordt individueel aan de gebruiker aangerekend. Elk profiel is bovendien inclusief het toestelbeheer en alle logistieke aspecten die dat met zich meebrengt.

En waarom vaste en mobiele telefonie nog apart behandelen als er convergentie mogelijk is? Dezelfde lijnen kunnen immers voor beide gebruikt worden dankzij ip. Vermits daardoor ook de schaal groter wordt, geldt hetzelfde voor het voordeel. Daarbij is het aan de dienstverlener de verbinding te kiezen om de goedkoopst mogelijke communicatie op te zetten. Bovendien wordt zo onderstreept dat dezelfde diensten beschikbaar dienen gemaakt te worden in de vaste en de mobiele omgeving. Een apart aanbod voor vaste en mobiele telefonie blijft echter mogelijk en kan als hefboom dienen voor een gezamenlijk aanbod. In het bovenstaande ligt de nadruk op diensten en niet op het netwerk. Het onderstreept de vraag naar een commodity. Het is een dienstverlener en niet noodzakelijk een operator die hiervoor de nodige antwoorden heeft, waardoor ook het aantal aanbieders toeneemt. Ondanks het reguleren en liberaliseren van de telecommarkt ontplooit de concurrentie zich niet zoals verwacht. Maar dat betekent niet dat je geen slimme vragen kunt stellen of innovatie kunt eisen.

Luc LornoyLuc Lornoy is manager netwerk & ip-telefonie bij de Federale Overheidsdienst Financiën. Toen de FOD vorig jaar op zoek ging naar een nieuwe leverancier voor telefonie, werd er slechts één offerte ingediend: eentje van Belgacom. Luc Lornoy werd in 2005 nog verkozen tot Telecom Manager van het Jaar door Data News.

(1) http://minfin.fgov.be/portail2/nl/assignments/old-assignments.htm, 9 juli 2009.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content