Overheidscloud wordt dan toch intern gebouwd
De overheidscloud – ook wel g-cloud genoemd – komt er. Fedict en Smals gaan samenwerken om het project intern uit te werken.
Over de overheidscloud of g-cloud is al veel inkt gevloeid. Het idee voor een ‘government cloud’ naar analogie met Groot-Brittannië werd al in 2011 geopperd door toenmalig minister van ict en telecom Vincent Van Quickenborne, en werd even nadien opgepikt door Fedict dat via het Fedman III project een eerste bouwsteen voor het cloudproject legde. De aanbesteding liep echter niet van een leien dakje, waardoor het project in september 2012 in de koelkast gestopt werd.
In 2013 werd de zoektocht naar een integrator en leverancier van een ‘hybride cloud’ oplossing dan toch opnieuw opgestart, om dan begin dit jaar opnieuw rood licht te krijgen. Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten Hendrik Bogaert gaf toen al aan dat “intern bekeken wordt wat er nu gedaan kan worden”.
Intern is goedkoper
“Ondertussen zijn de geesten gerijpt, is iedereen tot het besef gekomen dat we voldoende kennis in huis hebben, en is duidelijk gebleken dat we het intern goedkoper kunnen doen met Smals. De lastenboeken die we binnen kregen van externe spelers waren stuk voor stuk duurder”, vertelt Jan Deprest die de federale ict-dienst Fedict leidt.
Fedict en Smals gaan nu samenwerken aan een gemeenschappelijke infrastructuur. Het werk start nu meteen en moet in de tweede helft van dit jaar uitmonden in één virtueel datacenter. “Fysiek zullen het minstens 4 locaties zijn waarin de overheidscloud draait. Momenteel heeft de overheid zeker 30 à 40 datacenters, dus we gaan meteen een consolidatie doorvoeren ook. De budgetten worden nu eenmaal kleiner en het doel is ook om de complexiteit te verkleinen”, zegt Deprest.
De Fedict-machines draaien overigens al sinds 2001 in de datacenters van Smals en de FOD Financiën, maar zijn tot op vandaag nog helemaal gescheiden van de overige apparatuur. “Maar de technologie laat ondertussen toe om fysieke infrastructuur te virtualiseren. Zowel bij Fedict als bij Smals wordt al volop gevirtualiseerd, en dat gaan we nu naar een gemeenschappelijke service brengen”, aldus nog Deprest.
Synergie verhogen
Door alles intern te doen, moet er geen budget van 15 à 20 miljoen euro meer uitgegeven worden aan een externe cloudleverancier: een besparing waarnaar Bogaert eerder deze week al refereerde. Een deel van het budget van Fedict (voor het runnen van datacenterinfrastructuur) verschuift nu wel naar Smals. “Maar het belangrijkste is dat we nu naar een goedkopere oplossing kunnen gaan en via synergie de effectiviteit van de overheid verhogen”, dixit Deprest. Omdat alles intern uitgewerkt wordt, diende ook geen aanbesteding meer gelanceerd te worden. Over de technologiekeuzes kan Deprest nog niet veel kwijt. “Onze focus ligt ook niet zozeer op de technologie, maar wel op de services. Maar uiteraard gaan we vendor lock-in vermijden, en zowel voor networking, databases als de virtualisatie telkens minstens twee leveranciers inzetten.”
Later bijkomende FOD’s
Het virtuele datacenter zal als een ‘managed service’ activiteit aangeboden worden door Smals aan interne klanten – lees: de verschillende overheidsdiensten. Eerst komen Fedict en de Sociale Zekerheid aan de beurt. In een latere fase wordt ook de FOD Financiën aangesloten. Deprest hoopt op de eerste helft van 2015. Nadien zullen ook andere FOD’s en overheidsdiensten kunnen aansluiten op de ‘g-cloud’.
Rest nog de vraag wie nu de eindverantwoordelijkheid over die g-cloud heeft? “Er komt een beheerscomité waarin de klanten zetelen die de managed services zullen afnemen. Het zijn zij die de invulling van de diensten mee zullen bepalen. Wat de administratie betreft, zal er wel een lastenboek nodig zijn. De administratieve uitgever zal Smals zijn.”
“Iedereen bij de overheid gaat nu met Smals werken en dat is een interessante evolutie. Het is duidelijk dat Smals meer dan ooit het interne ict-departement van de overheid is”, besluit Deprest.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier