Paul Allaerts (Dexia): “Voetbalarbitrage als ijsbreker”

Aan de vooravond van de Wereldbeker voetbal sprak Data News met topscheidsrechter Paul Allaerts, een man die met zijn ene voet in de it-wereld staat en met zijn andere op de grasmat.

De spelers van de Belgische Jupiler Liga hebben Paul Allaerts voor het tweede jaar op rij tot ‘Scheidsrechter van het Jaar’ verkozen. Allaerts krijgt stilaan de status van BV. “BS, Bekende Scheidsrechter,” verbetert hij lachend. “Mensen herkennen mij geregeld als ik over straat loop, maar ik zoek die bekendheid niet op. Toen ik de eerste jaren in eerste nationale floot, herkende niemand mij. Dat is doorheen de jaren gegroeid en zeker het voorbije jaar sterker geworden met Belgacom TV. Er waren dit jaar veel meer voetbalwedstrijden op televisie. Bovendien zijn ze zodanig in beeld gebracht dat ook de scheidsrechter in close-up wordt genomen. Il faut vivre avec. Het is niet zo dat ik tegenwoordig als een angsthaas over straat loop.” Allaerts ziet er ook wel de voordelen van in, ook binnen zijn job. “Mensen die het voetbal volgen, weten wie ik ben. Als ik binnen Dexia voor het eerst een meeting heb met mensen, is dat een onderwerp waar je over kan praten. Arbitrage als ijsbreker.”De zachte kantLaat Paul Allaerts bij Dexia dan al een tijdje een baan aan de ‘softe’ zijde (de businesskant) hebben, qua opleiding en werkervaring ademt hij ict. Allaerts studeerde informatica aan de KU Leuven (“een heel mooie tijd, behalve de examenperiodes”), toen nog een redelijk nieuwe richting. Na het destijds nog obligatoire jaartje legerdienst belandde hij in 1987 via een sollicitatie bij het toenmalige Gemeentekrediet. “Ik had keuze genoeg. Ict was een markt in volle expansie, iedereen schreeuwde om informatici.” Binnen het Gemeentekrediet begon Allaerts als functioneel analist. Na drie à vier jaar groeide hij door tot projectleider en uiteindelijk teammanager. Korte tijd later, in 1996, fuseerde het Gemeentekrediet met Crédit Local de France tot de groep Dexia.”Een specifiek it-project rond telewerk in 1997 betekende mijn overstap naar de ‘zachte’ kant, in het bijzonder Human Ressources (HR). Ook daar hield ik mij bezig met projectleiding, maar dan aan de businesszijde,” vertelt Allaerts. “Overigens,” voegt hij er met een monkellachje aan toe, “was Dexia in die tijd nog geen sponsor van Club Brugge (alluderend op de veelgehoorde, doch irrationele kritiek van supporters als zou hij – omdat hij bij Dexia werkt – Club Brugge bevoordelen als scheidsrechter, nvdr).”Allaerts is ervan overtuigd dat die ervaring aan de twee kanten, ict en business, hem professioneel veel heeft bijgebracht. “Hoewel ict altijd de harde, wetenschappelijke kant wordt genoemd en ik zelf ook uit die richting kom, was ik al tijdens mijn studies sterk geïnteresseerd in het functionele van ict. Het puur technische is niet mijn dada. Na mijn overstap naar HR kon ik de nodige complementariteit tussen beide werelden nastreven.”Ruimte voor initiatievenIn 2001 maakte Allaerts de overstap naar Dexia Insurance, de verzekeringspoot van de bankgroep. Hij was er nog niet goed en wel aan de slag of Dexia fuseerde met Artesia. Bij Dexia Insurance betekende dat de integratie van DVV Verzekeringen. “Omdat op het vlak van it ook integratie vereist werd, heb ik daarrond aan de functionele kant heel intensief gewerkt. Binnen de verzekeringen heb ik een Project Management Office (PMO) helpen opstarten, zowel voor it als voor business.” Die know-how was Allaerts’ troef toen Dexia begin dit jaar een gloednieuwe organisatiestructuur lanceerde. Daarin was plaats voor een PMO-verantwoordelijke op holdingniveau. Allaerts kreeg de job.Die nieuwe functie is niet voor niets gecreëerd bij Dexia. Sinds de fusie met Artesia in 2001 is vier jaar gewerkt aan de integratie van beide groepen op één it-platform. “De integratie is pas in maart vorig jaar volledig afgerond. Daar zijn enorm veel ressources naartoe gegaan. Daarom was er tijdens die vier jaar heel weinig ruimte voor nieuwe initiatieven. Nu zijn we in een nieuwe fase beland, want nieuwe initiatieven kunnen weer. Er komen vanuit de locale entiteiten en vanuit de groep voorstellen. Het is momenteel zaak om de juiste projecten te selecteren en de juiste ressources toe te wijzen.”Een fluitconcert van 25.000 mensen”Ikzelf neem de finale beslissingen niet binnen Dexia, maar ik moet dossiers zodanig voorbereiden dat mijn oversten de correcte parameters hebben om te kunnen kiezen. Ik pre-prioritiseer. Dat moet transparant, objectief en met de nodige argumenten gebeuren. Heel vaak ben ik participatief, want ik heb input nodig van de verschillende entiteiten binnen Dexia. Maar soms moet ik ook directief zijn en een knoop doorhakken.” De link tussen zijn job en zijn bezigheden als scheidsrechter kan Allaerts daarom naadloos leggen. “Tijdens een wedstrijd neem je constant beslissingen, ook als je niet fluit. Bovendien moeten die volledig objectief zijn. Ik moet een wedstrijd ‘managen’, leiden met een korte ij.”Evenwicht staat ook hier centraal, meent Allaerts. “Zoals in het kiezen van projecten moet ik tijdens een wedstrijd een balans zoeken. Onevenwicht creëert frustratie.” Allaerts haalt het voorbeeld aan van twee ploegen die veel fouten maken, maar waarbij maar één ploeg veel kaarten krijgt. “Je moet frustratie kunnen beheren. Je mag die ook niet uit de weg gaan. Communicatie en erkenning zijn zowel binnen mijn job als binnen het voetbal essentieel voor succes.” Maar ook tijdens periodes van kritiek moet je recht blijven, stelt hij. “Een fluitconcert van 25.000 mensen brengt me niet uit evenwicht. Ik hou me ver van negatieve energie en zoek onmiddellijk naar feiten en naar oplossingen.”Dat dat de reden is waarom hij Scheidsrechter van Jaar is geworden, wil Allaerts met niet zoveel woorden gezegd hebben. “Daar komt veel geluk bij kijken. Maar ik heb die prijs niet gekregen omdat ik sneller loop of omdat ik het reglement beter ken.”Voetbal en itWanneer we Paul Allaerts’ it-achtergrond linken aan het gebruik van technologie als hulpmiddel voor scheidsrechters, reageert hij enthousiast. Het onderwerp blijkt hem mateloos te interesseren. Over het huidige gebruik van microfoontjes en oortjes bij wedstrijden is Allaerts best te spreken. “Daar waar vroeger een man met een vlag stond te zwaaien en jij er vaak het raden naar had wat er aan de hand was, kan je collega de juiste informatie nu rustig via je oortje doorgeven. Als technologie ons kan helpen, ben ik de eerste om te zeggen: doen! Maar als je technologie binnenbrengt, moet je ook bekijken hoe dat onze processen gaat veranderen.”Allaerts verwijst naar American football waar hoofdscheidsrechters in de tribune het spel kunnen stilleggen en op basis van tv-beelden de beslissingen van de man op het veld kunnen ‘overrulen’. “Daar tonen ze dan een Coca-Cola-reclamespot. Maar kunnen wij in het voetbal het spel één of twee minuten stilleggen? Hoe gaan we dat beheren? Wat doen we in tussentijd? Er zijn heel veel parameters om rekening mee te houden. De sport zal helemaal veranderen. Aan de toog zal je over niets meer kunnen praten, want er zullen geen discutabele situaties meer zijn (Lacht). Ik pleit voor evolutie en geen revolutie. Voor zwart-wit-situaties (bijvoorbeeld ‘is de bal over de lijn?’) kan technologie bruikbaar zijn.””Er is echter één core business en dat is buitenspel. Als er daar ooit een waterdichte oplossing voor is, moeten we die nemen, want er zijn heel veel twijfelachtige fases. Maar – ik kan dat als it’er functioneel beoordelen – hoe krijg je dat voor mekaar? Wie zijn de aanvallers? Wie zijn verdedigers? Doet de speler mee aan het spel of niet? Dat is vaak pure interpretatie.”De driehoekDe combinatie van zijn functie bij Dexia, de arbitrage en zijn gezin weegt soms, geeft Allaerts toe. Hij is getrouwd en heeft vier kinderen. “Ik heb lange dagen. Na mijn werk overdag moet ik ‘s avonds verplicht gaan trainen in Leuven. Dan ben ik vaak laat thuis. Er zijn dagen dat ik mijn twee jongste kinderen niet zie. Het is zaak om op de momenten dat ik er ben zoveel mogelijk quality time te spenderen met mijn gezin.”Dat zijn scheidsrechterscarrière over vier jaar als hij 45 wordt, afgelopen is, daar is hij niet rouwig om. “Alles is eindig,” is zijn laconieke commentaar. “Er zijn periodes in het leven en die sluit je af. Als ik morgen geen zin meer heb of het fysiek niet meer aankan, stop ik. Kan ik de drie punten van de driehoek in mijn leven nog combineren? Blijft het op de drie niveaus verdedigbaar? Als het ene onder het andere begint te lijden, dan moet je een beslissing nemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content