Race naar nieuwe internetextensies start op 12 januari

© .
Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Icann, de organisatie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert, biedt vanaf 12 januari tot 29 maart de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een nieuwe internetextensie. Het openen van de biedingronde is de eerst stap in een proces dat het aangezicht van het internet grondig gaat veranderen. Voor de eerste keer in meer dan tien jaar tijd wordt de gTLD-domeinnaamruimte nog eens helemaal opengegooid. Eén en ander moet volgens Icann de innovatie op het internet stimuleren, en daarnaast ook concurrentiebevorderend werken. Grote vraag is of er niet te veel regio’s, bedrijfjes en organisaties uit de boot zullen vallen. Want enkel en alleen een aanvraag indienen kost al 130.000 euro. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, dan komt daar nog eens 18.000 euro ‘abonnementsgeld’ bij per jaar. En dan vergeten we nog de maandelijkse kosten voor het runnen van een TLD (de infrastructuurkosten). Die klokken af tussen de 8.000 en de 24.000 euro. Niet iedereen kan dergelijke bedragen zomaar ophoesten.

Icann, de organisatie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert, biedt vanaf 12 januari tot 29 maart de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een nieuwe internetextensie. Het openen van de biedingronde is de eerst stap in een proces dat het aangezicht van het internet grondig gaat veranderen. Voor de eerste keer in meer dan tien jaar tijd wordt de gTLD-domeinnaamruimte nog eens helemaal opengegooid. Eén en ander moet volgens Icann de innovatie op het internet stimuleren, en daarnaast ook concurrentiebevorderend werken.

Grote vraag is of er niet te veel regio’s, bedrijfjes en organisaties uit de boot zullen vallen. Want enkel en alleen een aanvraag indienen kost al 130.000 euro. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, dan komt daar nog eens 18.000 euro ‘abonnementsgeld’ bij per jaar. En dan vergeten we nog de maandelijkse kosten voor het runnen van een TLD (onder meer de infrastructuurkosten). Die klokken af tussen de 8.000 en de 24.000 euro. Niet iedereen kan dergelijke bedragen ophoesten.

Analisten en domeinnaamspecialisten gaan er dan ook van uit dat het aantal aanvragen in de eerste ronde (die zoals gezegd plaats vindt van 12 januari tot 29 maart) al bij al beperkt zal blijven. Optimistische schattingen spreken over 4.000 dossiers, pessimistische (maar allicht ook realistischere) schatters houden het op een 500-tal aanvragen. Overigens hebben heel wat partijen nu al hun dossier klaar. Daarbij ook het Gentse hostingbedrijf Combell en de Leuvense gTLD-specialist Sensirius, die samen, in de hoedanigheid van een nieuwe joint venture, een dossier voor .gent zullen indienen.

Gent komt hiermee in een lijstje te staan met onder meer Londen, New York, Parijs, Rome en Berlijn, want ook daar zijn de plannen voor een suffix concreet. En dichter bij huis heeft naast Gent ook de stad Antwerpen al laten weten dat er een ‘dot antwerpen’ moet komen. Het schepencollege van de havenstad heeft daartoe een openbare aanbesteding uitgeschreven, opdat -net zoals in Gent- een privébedrijf zich kan bezighouden met de afhandeling van het dossier (en met het beheer van het top level domein).

Nog in België heeft de stad Spa al interesse getoond in een eigen extensie, maar omdat het stadsbestuur niets wil ondernemen zonder er het ‘merk’ Spa bij te betrekken, en de bekende producent van mineraalwater voorlopig niet geïnteresseerd lijkt, zit dat dossier terug in de koelkast.

Intussen is het ook genoegzaam bekend dat de Vlaamse overheid het licht op groen gezet heeft voor een Vlaamse internetextensie .vlaanderen. Al is ook bij dat project de gunningsprocedure nog niet rond, en zouden de gesprekken moeizaam verlopen omdat de call for tender te restrictief is. De kandidaten én de overheid zullen zich alvast mogen reppen.

Dot brand Voor de eerste keer ooit zullen er straks ook ‘dot brand’ top level domeinnamen opduiken op het internet. Zo wil Pepsi bijvoorbeeld voor .pepsi gaan, zodat het bedrijf meteen een website kan lanceren met als domeinnaam drink.pepsi. Naast Pepsi zullen ook Hitachi, Deloitte en Canon voor een suffix gaan, en daar zal het hoegenaamd niet bij blijven.

In ons land is de naam AB Inbev al meermaals gevallen -al wil het bedrijf daar niet officieel op reageren- en heeft het er een tijdlang naar uitgezien dat KBC voor een top level domein zou gaan. Maar de bankverzekeraar heeft niet zo lang geleden de stekker uit dat dossier getrokken. Omdat het bedrijf dan toch eerst de kat uit de boom wil kijken? Of omdat de bank niet alleen .kbc zou moeten aanvragen, maar ook .cbc (voor Wallonië), en twee suffixen in één keer van het goede te veel is?

Het kan natuurlijk best zijn dat KBC zich teruggetrokken heeft omdat er zoveel kritiek is gekomen op het new gTLD program vanuit grote bedrijven en overheden. Enkele weken geleden nog nam Jon Leibowitz, de baas van de Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC), het woord ‘ramp’ in de mond toen hij verwees naar de versoepeling in de domeinnaamruimte.

De Commissie van Handel verwijt Icann een gebrekkige consumentenbescherming, tegen domeinnamen als www.google.comm bijvoorbeeld. “Het risico dat internetgebruikers nadeel zullen ondervinden van de nieuwe internetsuffixen, is reëel”, klonk het in een publieke boodschap gericht tot het management. “Icann moet haar verantwoordelijkheid opnemen.”

Een 50-tal grote multinationals, waaronder Coca-Cola en Johnson & Johnson, heeft ook al publiekelijk zijn beklag gedaan over het feit dat de kosten zullen stijgen, dat de consumenten in verwarring gebracht worden, en dat het risico op fraude enkel maar kan vergroten.

Succes En hoewel heel wat internetbedrijfjes zich in de handen wrijven omdat ze hopen heel wat geld te kunnen verdienen aan de nieuwe extensies, is ook bij hen voorzichtigheid geboden. Het is niet omdat een bedrijf een aanvraag voor een extensie goedgekeurd ziet, dat succes gegarandeerd is. Er wordt zelfs van uit gegaan dat heel wat dot something bedrijfjes over de kop gaan in de komende jaren.

Het voorbeeld van .jobs, een domein voor websites met jobaanbiedingen dat in 2005 werd goedgekeurd door Icann, spreekt boekdelen. Tom Embrescia, de eigenaar van de registry achter .jobs, spendeert jaarlijks bijna anderhalf miljoen euro aan marketing om .jobs verkocht te krijgen en zich verzekerd te weten van een behoorlijke inkomstenstroom. Het heeft meer dan drie jaar geduurd eer dat zijn bedrijfje winstgevend werd, en in onze contreien weet nog steeds bijna niemand van het bestaan van .jobs af.

Naast de marketinginspanningen om nieuwe gTLD’s bekend te maken bij het grote publiek, moet ook de technische ondersteuning in rekening gebracht worden. Zo moeten gegadigden al minstens tien nameservers ter beschikking hebben (een vereiste van Icann), en kunnen de maandelijkse kosten voor het runnen van een TLD oplopen tot tienduizenden euro’s (zie hoger).

Voor bedrijven of organisaties die in de komende weken concurrentie krijgen in hun aanvraag naar een internetsuffix (voor .paris, .music en .shop zijn er bijvoorbeeld meerdere kandidaten), is de situatie nog delicater. Want als de verschillende concurrenten allemaal een waterdicht dossier indienen, dan wordt de gTLD geveild, en gaat de toewijzing naar de partij die het meeste geld op tafel legt. Wat de kosten nog flink de hoogte in kan jagen.

Papers

En dan rest er tenslotte nog de vraag of Icann zelf wel klaar is voor de invoering van nieuwe internetextensies (die ten vroegste eind 2013 zichtbaar zullen worden op het world wide web). Want zoals blijkt uit een reeks van zes papers die het Icann-management enkele dagen geleden wereldkundig maakte, resten er nog heel wat openstaande kwesties. Een nog maar eens herwerkte versie van het fameuze applicant guidebook (het document waarin de regels staan opgelijst voor het aanvraagproces) zou zelfs nog deze week, één dag voor de opening van het biedingvenster, op de wereld worden losgelaten.

Heel wat stemmen dicht bij Icann stellen dan ook onomwonden dat er nog te veel vragen zijn waarop een antwoord moet komen voor er écht van start kan gegaan worden met de nieuwe internetextensies. Gaat Icann in de komende weken en maanden haar hand overspelen en alle geloofwaardigheid verliezen? Beseft de organisatie in welk een wespennest ze terecht gaat komen?

Lees ook: “Wat zijn de gevolgen van de komst van nieuwe internetextensies?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content