Ultra-HD: Mooi, maar wie gaat dat kopen?

© Belga
Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

De blikvangers op de elektronicabeurs CES in Las Vegas zijn ultrahoge definitie-televisies, mammoettoestellen met een schermdiagonaal van twee meter en een pixeldichtheid om van te duizelen.

De blikvangers op de elektronicabeurs CES in Las Vegas zijn ultrahoge definitie-televisies, mammoettoestellen met een schermdiagonaal van twee meter en een pixeldichtheid om van te duizelen.

Wat 3D was voor de televisie-industrie een jaar of twee geleden, is ultra-HD vandaag: een gimmick die iedere fabrikant moet hebben, maar waar niemand eigenlijk van weet wie hem wil kopen.

Kampioen was Samsung, dat uitpakte met een monster van 110 inch (een diagonaal van zomaar eventjes 2,75 meter) dat aan een overmaatse metalen schildersezel hangt. Iets subtieler, maar nog altijd behoorlijk bombastisch, was LG, dat een 84 inch-prototype met aanraakscherm bijhad, waarop je met pinch & zoom dingen kon uitvergroten als ware het een iPad voor carnavalsreuzen.

Dat zou leuk zijn, ware het niet dat aan zulke toestellen prijskaartjes hangen die tot meer dan 20.000 dollar oplopen. Zelfs wie een huiskamer heeft waar zo’n toestel in past, denkt daar twee keer over na.

Scherper dan de bioscoop
Ultra-HD staat ook bekend als 4K. Daarmee wordt verwezen naar de horizontale pixeldichtheid van het 4096×2160-scherm. Dat levert een plaatje op dat scherper is dan een bioscoopscherm. Vandaar dat je de zulke grote tv’s ziet: met zoveel pixels kan je ver gaan voor je kwaliteitsverlies merkt.

Voor televisie-industrie is de logica achter ultra-HD duidelijk. De prijzen van flatscreens zijn zo gedaald en de concurrentie is zo scherp dat je er nauwelijks nog winst mee maakt. Bovendien heeft iedereen stilaan wel een flatscreen in huis is een televisie eerder zoals een auto dan als een smartphone: je koopt er niet zomaar om de twee jaar een nieuwe.

Ergo: de industrie moet consumenten redenen voorschotelen om toch een nieuwe tv te kopen. Twee jaar terug was dat 3D, nu is het 4K.

Niks te zien

Zoals bekend flopte 3D-televisie jammerlijk. Er zat geen hond op te wachten. Ultra-HD zal wellicht hetzelfde lot beschoren zijn, stellen de critici.

Niemand heeft een 4K-toestel nodig, luidt het oordeel. De huidige, ‘gewone’ HD-toestellen zijn allang goed genoeg. Net als bij 3D blijft het probleem wat je nu eigenlijk gaat bekijken op zulke toestellen. Content is er nauwelijks. Volgens Samsung duurt dat nog vier à vijf jaar. Gewone HD-programma’s of dvd’s bekijken op een scherm dat daar eigenlijk veel te groot voor is, heeft hoegenaamd geen zin, laat staan dat je daar vele duizenden euro’s voor zou neertellen.

Goeie deal

Bovendien is de zeitgeist er niet naar. Consumenten zijn op dit moment niet zo bezig met televisietoestellen. Zij kijken net zo lief televisie op hun tablet of smartphone.

Op de CES liep ook een legioen spotgoedkope, maar vrij degelijke Android-tablets in de kijker. Dik honderd euro voor een toestel waarmee je frustratievrij kan mailen en surfen, Angry Birds spelen of een film bekijken in bed? Dat is zonder meer een goeie deal.

De andere ster van de show was de Pebble-smartwatch, een Bluetooth-uurwerk waarmee je de sms’jes en de muziek op je smartphone kan controleren. Dat was al maanden een hype en wordt nu eindelijk verkrijgbaar.

De televisiemakers moeten dus wellicht op zoek naar een andere gimmick. Zei er daar iemand 4K in 3D?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content