Waarom Belgen geen boodschap hebben aan een AI-butler in huis
Onze landgenoten lijken smart speakers zoals de Google Home en Amazon Echo niet meteen te lusten. De apparaten zijn moeilijk verkrijgbaar en te Engels. “Met een kopie van Engelse AI ga je de smart speaker niet in de Belgische huiskamer krijgen.”
Belgen zijn niet bepaald happig op smart speakers, dat blijkt uit studies van het Amerikaanse National Public Media en het Belgische digitale agentschap iCapps. Zestien procent van de inwoners in de VS heeft thuis een artificieel intelligente speaker zoals de Google Home, Amazon Echo of Apple HomePod. Van alle Belgen bezit er maar drie procent een.
Niet onlogisch, gezien het feit dat de technologiereuzen die de speakers bouwen, het ons knap lastig maken om een digitale assistent in huis te halen. Wie vanuit de luie zetel mondeling een boodschappenlijstje wil doorgeven, kan dat aan zijn of haar partner doen, of moet via heel specifieke webshops op zoek gaan naar een slimme audiobutler. Amazon, bijvoorbeeld, laat Belgen dan wel shoppen via zijn Duitse, Engelse of Franse sites, maar de Echo-luidspreker kan niet naar een Belgisch adres worden verzonden.
Moedige Belgen
De drie procent moedige Belgen die toch al trotse eigenaar werd, kan voorlopig alleen nog maar in het Engels spraakopdrachten geven aan een Amazon Echo. “Hey Alexa, noteer eens in mijn boodschappenlijstje: twee pakken smeerboter, een bloemkool en zes yoghurtjes”, is nog niet aan de orde. De Google Home is ondertussen wel het Frans machtig, al zou de kwaliteit van de Franstalige versie volgens recensies nog wel te wensen over laten. Het Nederlands is dan weer nergens te bespeuren. Meer dan redenen genoeg, dus, om nog geen smart speaker in huis te halen.
Een opmerkelijk cijfer uit het onderzoek van iCapps is de 92 procent van onze landgenoten die ook voor het komende jaar geen intentie heeft om een slimme speaker in huis te halen. Een duidelijk afwijzende houding dus van de Belgen.
‘Demotiverend’
Waarom zijn we collectief tegen? Data News sprak met Toon van Waterschoot, professor in audiotechnologie aan de KU Leuven. De bedoeling was om na te gaan waarom smart speakers al dan niet afstotend kunnen zijn, en hoe de artificiële intelligente (AI) erachter in de toekomst zal evolueren.
Van Waterschoot is het eens met de stelling dat de taalbarrière een grote drempel vormt voor veel landgenoten: “Het is niet voor iedereen even vanzelfsprekend om het Engels te begrijpen, laat staan om correcte spraakopdrachten te geven die een specifieke actie triggeren bij de smart speaker.” Hij benadrukt ook dat het enorm demotiverend kan zijn, als je Engelstalige digitale butler je niet wil begrijpen omwille van je accent.
Artificiële intelligentie dient volgens technologiebedrijven net om mensen op een comfortabele en natuurlijkere manier van dienst te zijn. In theorie is het de bedoeling dat je niet meer hoeft na te denken over bijvoorbeeld welke kernwoorden je best in een zoekfunctie kan typen, om de meest relevante resultaten te krijgen. Met artificiële intelligentie moet de machine zich net kunnen aanpassen ons, en de manier waarop wij communiceren.
‘Het Nederlands underresourced’
Van Waterschoot stelt echter vast dat die premisse in de praktijk niet zal kloppen, als software zoals Google Assistent (voor Google Home) of Alexa (voor de Amazon Echo) beiden in het Nederlands en het Frans zullen werken: “Vooral het Nederlands zal echt underresourced zijn“, aldus de professor. “De machine learning van AI-software werkt namelijk zo dat naarmate hij meer spraakopdrachten in een bepaalde taal hoort, het vermogen om die taal te begrijpen, verbetert.”
Het Nederlands wordt veel minder gesproken dan het Engels, en dat zal volgens van Waterschoot rechtstreeks invloed hebben op de nauwkeurigheid waarmee de slimme luidsprekers in staat zullen zijn om ons te begrijpen. De AI-software van de speakers zal bovendien zowel een Nederlands- als een Vlaams accent correct moeten kunnen verstaan. Om nog maar te zwijgen over de vele klankverschillen en dialecten.
Voor kleinere talen zal er meer nodig zijn dan een kopie van de Engelstalige AI-software
“De bedrijven achter de assistentiesoftware zullen op zoek moeten gaan naar nieuwe technologieën die de slimme speakers moeten helpen om beter de kleinere talen te begrijpen”, zo verklaarde Van Waterschoot. “Ik ben ervan overtuigd dat de luidsprekers op termijn ook in Wallonië en Vlaanderen succesvol zullen doorbreken bij de consumenten, maar daarvoor zal wel meer nodig zijn dan louter een kopie van de Engelstalige AI. Het vergt technisch gezien een geheel andere aanpak om de nauwkeurigheid van talen die underresourced zijn, te verbeteren”, aldus de professor.
‘Gebrek aan non-verbale communicatie’
Een ander punt dat niet te onderschatten valt volgens Van Waterschoot, is het belang van ‘multimodale communicatie’, ofwel interactie die zowel verbaal als non-verbaal verloopt. “Multimodale communicatie vindt automatisch plaats bij natuurlijke interactie tussen personen”, zo legt van Waterschoot uit. “Onze gezichtsuitdrukkingen, houding en handgebaren spelen een grote rol in de verstaanbaarheid bij gesprekken. Smart speakers zijn unimodaal, wat wil zeggen dat ze enkel door middel van een stemgeluid communiceren”, zo stelt van Waterschoot.Het kan inderdaad vreemd zijn om te praten met een gesprekspartner die de uitstraling heeft van een thermosfles. Zeker als die pratende thermosfles ook nog eens een luid en klaar stemgeluid door je huis doet galmen. Van Waterschoot bevestigt dat: “Het acute gebrek aan non-verbale communicatie, maakt dat mensen de interactie met smart speakers als minder comfortabel kunnen beschouwen.”
Een jong gezin met kinderen, waar het sowieso al vrij druk is in huis, zal minder nood hebben aan extra virtuele personen in hun omgeving.
Verder stelt de professor dat een robot die op een ietwat menselijke manier bewegingen maakt, beter het idee kan geven dat je met een persoon communiceert. “Momenteel worden er veel vorderingen gemaakt bij onderzoek naar de manier waarop robots in interactie gaan met bejaarden”, stelt Toon van Waterschoot. “Eenzaamheid is een groot probleem in die leeftijdsgroep, en een virtueel persoon kan hen daarmee helpen.”
Vorig jaar nog, hebben het onderzoekscentrum Imec en het roboticabedrijf Zora de eerste zorgrobot voorgesteld die op maat werd gemaakt van hulpbehoevende ouderen. In november stak de Zora-robot een handje toe in twee Gentse woonzorgcentra. Toon Van Waterschoot benadrukt wel dat het gebruik van robots enkel interessant kan zijn voor nichetoepassingen: “Een jong gezin dat kinderen heeft, en waar het sowieso al vrij druk is in huis, zal natuurlijk minder nood hebben aan extra virtuele personen in hun omgeving.”
Privacyzorgen
Een andere zorg die consumenten hebben met de smart speaker, is het gegeven van privacy: “De microfoon van smart speakers is altijd geactiveerd, en ongetwijfeld boezemt dat angst in bij veel mensen”, verduidelijkt van Waterschoot. “Anderzijds hebben fabrikanten wel een goed technisch argument om die microfoons permanent in te schakelen. De speakers worden ten eerste al geactiveerd met een stemcommando, maar daarnaast meten ze ook continu het omgevingsgeluid van de kamer waarin ze zich begeven. Op die manier kunnen ze alle storende geluiden wegfilteren, zodat ze altijd paraat staan om op een commando te reageren.”
Slimme IoT-samenwerking
Tot slot haalt de professor nog aan dat er veel verbetering mogelijk is wat betreft de manier waarop slimme audioapparaten, zoals smart speakers, met elkaar samenwerken. Van Waterschoot heeft dan ook zelf een studie-aanvraag ingediend voor een project dat daar verbetering in moet brengen. “De gemiddelde huiskamer bevat meer dan vijf verschillende apparaten die elk gebruik kunnen maken van een microfoon, een luidspreker en internetverbinding. Het zou bijzonder interessant zijn als die toestellen automatisch en direct met elkaar kunnen samenwerken”, aldus de professor.
Hij geeft daarbij een voorbeeld ter verduidelijking: “Als je te ver verwijderd bent van je smart speaker om aan hem een vraag te stellen, maar je smartphone ligt wel voor je op tafel, dan zou die ervoor kunnen zorgen dat je boodschap direct wordt doorgegeven aan de speaker. Ze zijn namelijk op dat moment met eenzelfde netwerk verbonden, en ze kunnen beiden geluid opnemen en afspelen. Technisch gezien is het dus mogelijk dat toestellen die dergelijke eigenschappen met elkaar delen, vlot kunnen samenwerken”, aldus van Waterschoot.
Apple HomePod
Volgende maand zal Apple met zijn HomePod voor het eerst de concurrentie aangaan met de speakers van Amazon en Google. De slimme luidspreker van Apple heeft Siri aan boord als digitale assistent. Het apparaat zal in de eerste plaats enkel te koop zijn in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Australië.
Het valt nog af te wachten welke techgigant als eerste zijn speaker officieel naar ons land zal brengen. Zeker is wel dat er nog veel zal moeten gebeuren alvorens de Belgen massaal hun deuren openen voor een digitale butler. Een andere vraag is natuurlijk of die butler de naam Alexa, Google, dan wel HomePod zal dragen.
.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier