Christophe Brognaux

‘Waarom we geen black-outs zullen vermijden met slimme meters’

Christophe Brognaux Senior Partner en Managing Director van The Boston Consulting Group

‘Er wordt gezegd dat we het probleem van stroomtekorten kunnen oplossen door middel van slimme meters. Helaas zullen we het potentieel daarvan waarschijnlijk nooit voor kleine verbruikers realiseren’, schrijft Christophe Brognaux van The Boston Consulting Group.

Het ziet ernaar uit dat België deze winter van elektriciteitsblack-outs gespaard is gebleven. Als voorbereiding op de komende winters – en het volgende decennium – buigen de beleidsmakers en de energiesector zich over langetermijnantwoorden voor de nucleaire uitstap en het opkomende tijdperk van hernieuwbare energiebronnen met hun onvoorspelbare output.

Een oplossing die voortdurend wordt genoemd, is het idee dat we het probleem van stroomtekorten kunnen oplossen door middel van demand side response: vraagzijdebeheer, soms herleid tot de ‘slimme meters’ die deel uitmaken van een dergelijk systeem waarbij de vraag naar elektriciteit in reële tijd zou worden geregeld.

Dit idee wordt reeds toegepast op grote industriële energieverbruikers: bedrijven die bereid zijn hun energieverbruik op piekmomenten te verminderen, worden financieel beloond en iedereen wint.

In theorie geldt hetzelfde principe ook voor kleinere energieverbruikers, zoals gezinnen of kantoorgebouwen. Uw koelkast gedurende 15 minuten of uw diepvriezer tot 45 minuten lang uitzetten, heeft geen merkbare impact op uw gezin. Naargelang de ramingen zouden we op die manier tientallen miljoenen euro’s per jaar kunnen besparen. Indien we nieuwe productiecapaciteit moeten bouwen, zouden we anderzijds tot 1,4 miljard euro aan investeringen kunnen vermijden voor de aanleg van nieuwe energiecapaciteit.

Helaas zullen we waarschijnlijk nooit het potentieel van demand side response voor kleine verbruikers realiseren. Een reden daarvoor is dat we aan een complexe ketting van eisen zouden moeten voldoen, zoals:

  • Intelligente apparaten, zoals koelkasten en airconditioners, die instructies kunnen ontvangen en uitvoeren om te versnellen, te vertragen, volledig uit te schakelen en opnieuw te starten
  • Een systeem – ter hoogte van het elektriciteitsnet – dat bij stroomtekort of -overschot signalen stuurt naar woningen en kantoren
  • Een duidelijk contract dat uitvoerig de voordelen voor de consument uiteenzet wanneer de vraagpiek buiten de consument om door een derde partij wordt verlaagd. Dit contract zal ook een zeer duidelijk antwoord moeten geven op de vraag: “Wie zal de rekening betalen wanneer mijn leverancier tijdens mijn vakantie mijn diepvriezer 45 minuten uitschakelt en de diepvriezer achteraf niet meer wil starten, waardoor heel mijn voedselvoorraad is ontdooid en bedorven?
  • De ‘slimme meter’ die het verminderde energieverbruik van mijn apparaten kan registreren, zodat ik kan worden vergoed
  • Software die al deze informatie verzamelt en voor de vergoedingen en de facturatie zorgt.

Dit zijn complexe, maar op zich geen onoverkomelijke eisen. Het probleem is dat al de eisen op een parelsnoer lijken: indien een parel ontbreekt, verliest de hele ketting zijn waarde. Helaas moeten de parels door verschillende economische entiteiten worden gekocht.

Waarom zou ik als consument in een ‘slimme’ koelkast investeren, als ik niet weet of de overige spelers in hun ‘parel’ zullen investeren? Ik zou met dure maar nutteloze technologie opgezadeld kunnen zitten. En stel dat iedereen in zijn ‘parel’ investeert, hoe gaan we dan de besparingen onder elkaar verdelen?

‘Waarom we geen black-outs zullen vermijden met slimme meters’

Ik denk dat de energiespelers deze investeringen te riskant zullen vinden, zonder te weten wat de anderen gaan doen en hoeveel geld zij eraan zullen overhouden.

Er is nog een tweede reden waarom ik denk dat dit vraagzijdebeheer er nooit zal komen. Verrassend genoeg heeft die reden te maken met de subsidies voor decentrale productie van hernieuwbare energie.

Vandaag zijn we in Europa extreem vrijgevig tegenover mensen die decentrale hernieuwbare productiemiddelen installeren. Om het maar ronduit te zeggen, gebruiken mensen met zonnepanelen het elektriciteitsnet gratis. De prijs die zij krijgen om de elektriciteit te injecteren is gelijk aan – of soms hoger dan – de prijs die zij betalen om elektriciteit af te nemen (€ 220/MWh).

Dit betekent dat het net fungeert als een gigantische gratis batterij voor eigenaars van zonnepanelen: zij kunnen er hun overtollige elektriciteit in opslaan en wanneer nodig weer terugkrijgen en dit zonder ook maar iets te betalen. Helaas is het onderhoud van het elektriciteitsnet niet gratis. En de groothandelsprijs voor elektriciteit (hetgeen andere energieproducenten ervoor krijgen) bedraagt niet 220 euro per MWh, maar 50 euro per MWh.

We subsidiëren mensen dus om zonnepanelen te plaatsen, we subsidiëren de productie van hernieuwbare energie door er de kleinhandelsprijs voor te betalen, en we laten eigenaars van zonnepanelen kosteloos gebruikmaken van het elektriciteitsnet.

Je hoeft geen helderziende te zijn om in te zien dat deze situatie niet houdbaar is. De beleidsmakers grijpen nu al in en het is niet onwaarschijnlijk dat de prijzen die worden aangeboden voor decentraal opgewekte hernieuwbare elektriciteit zullen dalen van kleinhandels- naar groothandelsniveau.

Indien de waarde van de elektriciteit die ze verbruiken hoger is dan wat zij in het net injecteren, zullen de eigenaars van zonnepanelen in hun eigen ‘intelligent kantoor’ of ‘intelligent huis’ beginnen te investeren – een systeem dat hun energieverbruik regelt op basis van de lokale productiecapaciteit. Misschien zullen zij een accu toevoegen om hun zonne-energie in op te slaan, of misschien installeren zij een systeem om hun koelkast en hun airconditioning te regelen. Een dergelijke aanpak begint al financieel steek te houden in Duitsland en het is slechts een kwestie van tijd eer de rest van Europa volgt.

Het zal in ieder geval niet langer zin hebben om een enorm openbaar intelligent energienet te bouwen, aangezien de meeste efficiëntiemaatregelen op particulier niveau zullen zijn genomen door de ‘lokale’ smart grids.

Dit artikel is geen pleidooi om de ene of de andere koers te volgen of te verlaten. Wat ik tracht aan te tonen is dat de elektriciteitswaardeketen sterk onderling verbonden is, en dat elke ingreep aan de ene kant onbedoelde gevolgen kan hebben in andere delen van het energiesysteem.

Daarom is het belangrijk dat de beleidsmakers niet langer proberen om ‘gemakkelijke’ oplossingen – zoals een openbaar intelligent net – naar voor te schuiven, ook al lijken ze op het eerste gezicht perfect steek te houden. Een les die we uit het verleden van het energiesysteem zouden moeten trekken, is dat alleen een werkelijke systeemvisie zal leiden tot een duurzaam beleid en een duurzame regelgeving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content