Base, Mobistar en Proximus hebben een minnelijke schikking bereikt om een reeks rechtszaken te schikken die draaien rond mobiele tarieven. Proximus zal Base 66 miljoen euro betalen, Mobistar krijgt 54 miljoen euro.
De strijd tussen de gsm-operatoren draait rond de zogenaamde terminatietarieven die het toenmalige Belgacom (nu Proximus) aanrekende tussen 1999 en 2004. Dat zijn de tarieven die operatoren elkaar aanrekenen voor het afhandelen van gesprekken op elkaars netwerk.
Volgens Mobistar en Base waren die tarieven te hoog en maakte Belgacom misbruik van zijn dominante positie door zelf te lage retailtarieven aan te rekenen voor gesprekken binnen het eigen Proximus-netwerk.
In mei 2007 bevestigde de handelsrechtbank in Brussel de machtspositie van Belgacom op de markt voor mobiele telefonie. Er werden twee deskundigen aangesteld, die de schade in een voorlopig rapport op 1,84 miljard euro raamden.
Eind februari van dit jaar viel er een tussenarrest van het hof van beroep van Brussel, dat het deskundigenonderzoek uitbreidde. Het eindrapport werd in maart 2016 verwacht.
Akkoord
Zo ver zal het dus niet komen. De drie operatoren bereikten immers een akkoord om die procedure, die in 2003 was opgestart, te beëindigen, kondigen ze woensdag aan. Proximus zal in totaal 120 miljoen euro betalen.
“Deze dading is zonder enige nadelige erkenning en vloeit voort uit de bereidheid van alle partijen om een einde te maken aan rechtszaken die meer dan tien jaar geleden werden ingeleid”, klinkt het in een persbericht. “De verdere bepalingen en voorwaarden van deze minnelijke schikking zijn vertrouwelijk.”
Bijkomende vragen worden bij de verschillende operatoren afgeblokt met: “Geen commentaar.”
(Belga, FT)
