De Europese tak van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwt dat het een betekenisvolle stijging ziet waar het gaat om problematisch gebruik van sociale media jongeren. Het vraagt dat regeringen maatregelen nemen.
In het recente rapport vergelijkt de WHO data uit 44 landen uit Europa, Centraal-Azië en Canada. In totaal namen 280.000 adolescenten van 11, 13 en 15 deel aan de bevraging. Uit de resultaten blijkt meteen een toename van zorgwekkend sociale mediagedrag, zo zegt de WHO. Ruim een derde (36 procent) van de jongeren geeft bijvoorbeeld aan constant online contact te hebben met vrienden, met de hoogste percentages onder vijftienjarige meisjes (44 procent).
Gemiddeld elf procent van de tieners vertoonde in 2022 – toen de studie werd afgenomen – ook tekenen van verslaving aan sociale media. Dat was vooral het geval bij meisjes, die met 13 procent meer vertegenwoordigd zijn dan de 9 procent jongens. Ze hebben moeite om hun gebruik onder controle te houden, ondervinden afkickverschijnselen en verwaarlozen andere activiteiten. Vier jaar eerder meldde nog maar 7 procent van de jongeren deze problemen. Vooral Roemeense tieners blijken het vandaag moeilijk te hebben: 22 procent van hen vertoont problematisch gedrag. Vlaanderen doet het met negen procent iets beter dan het Europees gemiddelde.
Gezond en verantwoordelijk
‘We moeten onmiddellijk actie ondernemen om tieners te helpen hun potentieel schadelijk sociale mediagebruik te beteugelen. Het wordt immers in verband gebracht met depressie, pesten, angstigheid en slechte schoolprestaties’, reageert Europees WHO-directeur Hans Kluge op het rapport. ‘Jongeren moeten sociale media onder controle houden, en zich er niet door laten controleren’, vult WHO-onderzoekster Natasha Azzopardi-Muscat aan. De WHO dringt er op aan dat nationale regeringen maatregelen nemen. Scholen moeten gezond en verantwoordelijk sociale mediagebruik promoten, zegt de organisatie.
Toch is het report niet alleen maar negatief van toon. Tieners die zware, maar geen problematische gebruikers zijn, laten in het onderzoek weten dat ze meer steun van hun vrienden ervaren, en betere sociale banden hebben.
