Chinese chipfabrikanten streven ernaar de productie van chips voor toepassingen met kunstmatige intelligentie (AI) in het land volgend jaar te verdrievoudigen. Dat schrijft de Britse zakenkrant Financial Times op basis van ingewijden. Op die manier zou China zijn afhankelijkheid van het Amerikaanse chipconcern Nvidia willen verminderen.
Huawei wil volgens de krant eind dit jaar beginnen met de productie in een fabriek die zich toelegt op AI-chips. In 2026 zouden nog twee faciliteiten van start moeten gaan. De fabrieken zijn specifiek bedoeld om Huawei te ondersteunen, maar het is onduidelijk wie de eigenaren zijn. Huawei vertelde de FT dat het geen plannen heeft voor eigen fabrieken.
China’s grootste chipfabrikant, SMIC, zou daarnaast van plan zijn om volgend jaar zijn productiecapaciteit voor 7 nanometer chips te verdubbelen. Huawei en SMIC reageerden niet onmiddellijk op verzoeken van de FT om commentaar.
Nvidia
De geruchten komen er op een moment dat het Amerikaanse chipconcern Nvidia gematigde omzetprognoses deelt voor het huidige kwartaal. De bekende fabrikant van AI-chips groeide de voorbije maanden fors, maar die groei lijkt aan het huidige tempo niet vol te houden.
Dat heeft deels te maken met de Chinese markt. Nvidia worstelt hier onder meer met Amerikaanse exportbeperkingen en tegendruk vanuit Peking. Hoewel de regering-Trump onlangs de beperkingen op de export van sommige AI-chips naar China versoepelde, heeft dat zich nog niet vertaald in een opleving van die omzet. China zelf lijkt de tegendruk nu nog te willen opvoeren met extra eigen productiecapaciteit.