
AI in het onderwijs: een legertje leerassistenten

Met behulp van AI kunnen leerkrachten zichzelf, tot op zekere hoogte, in stukken delen. Er zijn al veel AI-tools voorhanden maar ook het leerbeleid moet mee.
Naar een van de meest concrete AI-toepassingen in het onderwijs is het niet al te ver zoeken. De tot nu toe meest zichtbare doorbraak van kunstmatige intelligentie waren algoritmes die menselijke taal kunnen interpreteren en reproduceren, dus jazeker: vandaag worden die large language models (LLM’s) al ingezet om taalbarrières en -achterstanden weg te werken. Bij de Antwerpse basisschool De Reiziger hielp Reading Progress, een AI-tool die techreus Microsoft bouwde voor het onderwijs, alvast om flinke achterstanden in leesvaardigheid in te halen. De AI luistert terwijl de leerlingen korte teksten luidop voorlezen, en kan hen daarbij ook corrigeren. Een andere AI-leertoepassing, Immersive Reader, verbetert het begrijpend lezen door bepaalde zinnen of passages uit een tekst voor te lezen, al dan niet eventjes in een andere taal dan het Nederlands. Handig voor anderstalige leerlingen die – vanuit een vluchtelingenproblematiek bijvoorbeeld – versneld het Nederlands onder de knie moeten krijgen. Of leerlingen met dyslexie.
‘We hebben anderstalige leerlingen die, dankzij Reading Progress, op drie weken tijd één tot twee AVI-niveaus omhoog gingen’, zegt schooldirecteur Jef Groffen. ‘Dat is een opmerkelijke progressie: dit soort versnellingen zijn op de twintig jaar dat ik deze job doe nog nooit voorgevallen. Iedere leerkracht basisschool kan het leesniveau van zijn leerlingen omhoog trekken; in principe is het een kwestie van er tien minuten per dag naast te gaan zitten. Maar wanneer je twintig leerlingen met een achterstand hebt, ben je daar een hele dag mee bezig. Dankzij slimme AI-tools als Reading Progress kunnen ze nu de leerlingen met een leesachterstand individuele oefeningen laten doen, gepersonaliseerd op hun leesniveau. We zijn een heel multiculturele school, met zestig anderstalige leerlingen, waarvan vele het Nederlands niet voldoende machtig zijn. En daar begint natuurlijk alles, want voordat je informatie kunt opnemen moet je de taal waarin die wordt geleerd machtig zijn.’
Tools genoeg
In de Mechelse Nekkerhal vielen er eind februari, op onderwijsinnovatie- en EdTech-conferentie SETT, nog meer van die concrete AI-voorbeelden te rapen. Op een van de presentatieschermen verscheen bijvoorbeeld een korte demonstratie van Gamma.app, een tool die een tekst (uit een syllabus bijvoorbeeld) automatisch omzet in de eerste versie van een schermpresentatie. En ja, ook Gauth kwam vaak ter sprake, een ‘huiswerkhelper’ van TikTok-maker Bytedance die leerlingen bijstaat in het maken van hun huiswerk, van wiskundige formules tot literatuurstudies.Ook met algemene AI-tools als ChatGPT en Microsoft Copilot komen leerkrachten al een heel eind. Ze geven bijvoorbeeld de mogelijkheid om met een AI-prompt het opstel van een leerling al te pre-analyseren op structuur, inhoud en helderheid van het betoog. Zelfs voor de ouders kan het een hulpmiddel zijn, om bijvoorbeeld te achterhalen wat scores op een rapport precies betekenen wanneer dat document in het promptvenster wordt geüpload. Maar de snelste vooruitgang wordt gemaakt met specifieke tools. ‘We hebben er voor specifieke leervaardigheden, zoals leren lezen, leren spreken of nu ook wiskundige vaardigheden’, zegt Chris Van de Moortel, voormalig leerkracht en nu education advisor voor Vlaanderen bij Microsoft België. ‘Daarbij geven we echter altijd mee dat kunstmatige intelligentie voor die dingen wel 80 procent van het werk kan overnemen, maar nooit 100 procent. Een leerkracht moet altijd nog zijn eigen laagje aan verwerking toevoegen. Net zoals je ook niet gewoon de inhoud van een lesboek gaat aflezen. Je kunt ook niet volledig aan een computer overlaten wat je volgende oefening zal zijn: het eigenaarschap over het leerproces moet altijd bij de lerende liggen. Alleen voor het corrigeren van fouten kun je voor een stuk adaptief gaan werken met een AI-tool.’
AI-geletterdheid
Het voordeel van die specifieke tools is natuurlijk dat ze in een gecontroleerde omgeving worden ingezet, met de leerkracht die het proces in handen houdt. Op gebruikersniveau is er ook het feit dat leerlingen evengoed snel weg zijn met AI-tools, en vaak zelfs sneller dan hun leerkrachten. ‘We moeten daar niet naïef in zijn: de groep die AI het snelste zal omarmen, wanneer het hen een voordeel oplevert, is de jeugd’, zegt Thomas Van Cauwenberghe, manager bij EdTech station, een door VLAIO gefinancierde onderzoeksinstelling rond technologie in onderwijs. ‘Een tool die iets makkelijker maakt, die zal gewoon worden gebruikt, daar moet je van uitgaan. Gauth wordt heel vaak gebruikt om huiswerk te maken. Je neemt een foto van een formule en de tool geeft je de oplossing van je integraal. Daar heb je als leerkracht of als school geen enkele invloed op. De opleiding van leerkrachten zal een belangrijke rol spelen, want zij moeten met die nieuwe realiteit leren omgaan. Een opdracht als ‘Schrijf duizend woorden over de geschiedenis van België’, dat is op dit moment al onzinnig. Eerder zul je leerlingen moeten leren hoe ze kritisch moeten kijken naar de informatie die uit zo’n AI-prompt komt. Wat je echt niét wilt, is AI-gebruik verbieden omdat men niet begrijpt hoe het slim kan worden ingezet. Het besef moet groeien dat AI een tool is, net als een leerboek.’
‘AI is er, en zal niet verdwijnen’
Maar AI-geoefend is nog niet hetzelfde als AI-geletterd, merkt Line Vanhauwere op. Ze is leerkracht Frans en ICT-coördinator bij de RHIZO-zorgkrachtschool in Kortrijk, en werd vanwege haar inzet voor de digitalisering van haar school zopas nog door EdTech-bedrijf Impact Connecting benoemd tot ICT-coördinator van het jaar. ‘Leerlingen gebruiken veelvuldig ChatGPT, maar doen ze dat ook op een doordachte manier? Dat is niet noodzakelijk het geval. Een gemiddelde leerkracht hinkt misschien wel wat achterop in het pure trial and error-proces, maar van een leerkracht die het uiteindelijk ook probeert mogen we hopen dat die dat meteen wel goed geïnformeerd aanpakt.’
Er is nog een derde populatie die we de komende jaren meer en meer AI zullen zien inzetten: het ondersteunende schoolpersoneel. Ook dat moet wat meer AI literate worden, vertelde Inge De Cleyn, pedagogisch ICT-coördinator van GO! Scholengroep 5 in de regio Mechelen, Keerbergen en Heist-op-den-Berg, in een SETT-lezing. ‘Er moeten bijvoorbeeld ethische afspraken gemaakt over het gebruik van leerlingendossiers. Het is misschien handig om die te gaan uploaden in een chatbot om er een samenvatting van te maken, maar het bedrijf achter de gebruikte AI-tool kan die gebruiken voor trainingsdoeleinden. Dan zou iedereen in principe privégegevens over die leerling kunnen opvragen. Zo’n dingen moet je natuurlijk goed beseffen.’
Voor die drie niveaus – leerkracht, leerling, schoolpersoneel – wordt het nu de uitdaging om er een beleid rond uit te werken. “Per definitie moet het gebruik van ICT nog veel meer, en in veel duidelijkere mate, worden geïmplementeerd in leerplannen”, zegt Vanhauwere. ‘Veel mensen zullen het niet graag horen, maar het is wel een prioriteit. AI is er, en zal niet verdwijnen. Het wordt een prioriteit die nog bovenop andere prioriteiten zal komen, terwijl de werkdruk al hoog is. Er is steun nodig.’
Dat beleid komt ondertussen rustig op gang. In 2023 werkte het Vlaamse Kenniscentrum Digisprong alvast een visietekst over AI in het onderwijs uit. Ook binnen scholengroepen en individuele schooldirecties groeit er een besef, maar er wordt ook veel naar boven gekeken, zegt Van Cauwenberghe: “Een schooldirecteur hoeft geen AI-specialist te worden. Er zijn richtlijnen en handvatten van de overheid nodig.”
There’s an AI for that
Meer geletterdheid en ondersteuning zou ook helpen om de mogelijke valkuilen van kunstmatige intelligentie in een onderwijscontext weg te nemen. De vaakst gehoorde kritiek daarbij is dat het mogelijk cognitieve luiheid in de hand werkt: leerlingen die snel weg zijn met AI-tools kunnen er ook veel meer van hun leerproces aan overlaten. Hoe moeten leerkrachten omgaan met die groeiende ‘there’s an AI for that’-cultuur? Door in de klas nog dichter op het leerproces te gaan zitten, denkt Vanhauwere. ‘Leerlingen thuis een opstel doen schrijven heeft nog maar weinig zin meer. Wanneer ik leerlingen vraag om thuis een tekst te schrijven, dan krijg ik vaak prachtige epistels terug. Totdat ik hen in de gecontroleerde omgeving van de klas vraag om drie zinnen te schrijven. Het ironische is ook dat je taalvaardig moet zijn om die taalmodellen goed te kunnen gebruiken: de tools zijn wel voorhanden, maar prompt engineering is een vaardigheid die je niet zo makkelijk zonder hulp aangeleerd krijgt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier