Een digitale blik achter de schermen van Euro 2024
Wie denkt aan de technologie achter het EK voetbal, denkt misschien eerst aan ballen met sensoren en veel te precieze buitenspeldetectie. Maar bij een van de grootste sportevents ter wereld komt veel meer kijken. Van een ad hoc datacenter tot kilometers kabel en glasvezelverbindingen om elk camerastandpunt wereldwijd live uit te zenden.
Het is dinsdag 2 juli en voor het Belgisch voetbal moeten we alvast niet naar Duitsland afzakken. Maar Atos, de ICT-integrator van Euro 2024, belooft ons dingen die boeiender zijn om naar te kijken. Het bedrijf klimt zakelijk gezien momenteel uit een lastige omgeving, maar in Duitsland is dat niet de prioriteit. Er wordt meermaals per dag gevoetbald en het is aan de Franse multinational om alle betrokken technologie vlot op elkaar af te stemmen. Een project dat jaren in de maak is en nu de finale nadert.
‘We leveren verschillende services, zoals cybersecurity, managed services, ict operations, event planning en operations, ict solutions of infrastructuur- en cloudmanagement, zegt Nacho Moros, ‘dat leidt tot verschillende ‘streams’, bijvoorbeeld rond service desk, application management service, hosting, werkplekken, netwerk enz…’
Moros is chief operations officer voor Atos Major Events, een dochter van Atos met 400 mensen, die al sinds de Olympische Spelen in Barcelona focust op, u raadt het al, zeer grote events. Ook events als de PGA European Golf Tour, de Spelen in Parijs (inclusief de Special Olympics en Paralympics), Futsal Euro (zaalvoetbal) of het U21 kampioenschap vallen daar onder.
Het takenpakket voor het EK klinkt als veel door elkaar, maar het gaat ook enorm breed. De Euro 2024 app werd intussen zo’n 6 miljoen keer gedownload. Die bevat niet alleen de digitale tickets, maar ook info over de ploegen, de opstelling en uiteraard details over de match zelf. Een app waar de score pas minuten na het doelpunt opduikt zou anno 2024 onaanvaardbaar zijn. Sinds dit jaar zit er ook een fantasy football component in, waarmee je je droomteam kan samenstellen, inclusief data over hun prestaties van dit moment.
Ook de hardware die er bij komt kijken is vergelijkbaar met die van een groot bedrijf: Ongeveer 1.500 laptops, evenveel telefoons, 335 tablets, 1.500 access control devices (ticketscanners), 975 tv’s en meer dan drieduizend accessoires (zoals printers) zijn momenteel in gebruik enkel en alleen voor dit EK.
43+17 applicaties
Digitaal komt dat neer op 43 applicaties voor het voetballuik, aangevuld met 17 toepassingen rond broadcasting en venue (het stadion). ‘Zo zorgen we ervoor dat een match sheet direct overal beschikbaar is, en snel kan worden goedgekeurd door de juiste personen’, zegt Christophe Carru, een van de UEFA IT Command Center Partner Managers van Atos.
De tien stadions en het IBC zijn in totaal samen 6354 uur operationeel tijdens het EK.
‘Maar er is ook een toepassing die je een virtueel beeld geeft van elk stadion met alle in- en uitgangen. Dat is cruciaal voor alle vrijwilligers die bezoekers assisteren, maar ook voor de UEFA-staf of commerciële partners die zich lang voor de start praktisch moeten voorbereiden om op de matchdag zelf zo efficiënt mogelijk te kunnen opereren.’
Ook iedereen op het juiste moment op de juiste plaats krijgen is een logistieke uitdaging die met digitale tools wordt ondersteund. Over de tien speellocaties worden honderdvijftigduizend accreditaties geregeld. Dat gaat over vijftienduizend hotelreservaties, maar ook zeventienduizend transferverzoeken en achttienduizend VIP’s, duizendvijfhonderd leveranciers en honderdduizend maaltijden.
‘Veel weet je op voorhand en kan je behoorlijk plannen. Maar na de groepsfase is het elke match kijken welk team doorgaat, en dus ook hotelovernachtingen, transport en andere ondersteuning nodig heeft. Als er een formele rustdag staat gepland, dan is dat in praktijk vooral een moment om iedereen, inclusief de spelers, naar de juiste stad te krijgen.’
Op een rijdende trein naar de eerste match
Atos mag dan wel al decennia in grote evenementen zitten, het merkt wel op dat dit zelfs voor hen een uitdaging blijft. Want los van het simpelweg voorzien van diensten, gaat het ook om het moderniseren van procedures. ‘Het is een beetje als springen op een rijdende trein,’ vergelijkt Moros het.
Nochtans werkt Atos al twee jaar samen met UEFA. Maar het nuanceert dat er veel partners meedraaien. ‘Hun digitale transitie is al even bezig. Sommige projecten lopen ook al van voor Euro 2024, dus je kan niet vanaf nul beginnen. Tegelijk moet je ook de dingen die goed werken respecteren. Dat maakt dat het soms complex is. Dit komt nu samen in Euro 2024, maar de meeste processen zijn geen monolithische dingen. Wat we vandaag hier gebruiken, zal grotendeels worden hergebruikt voor het volgende kampioenschap.’ Wel zijn er heel wat aanpassingen ten opzichte van het vorige EK, omdat dat nog tijdens de coronapandemie liep, waardoor er veel minder aanwezigen waren.
Atos heeft tijdens Euro 2024 ongeveer 130 mensen in Duitsland ter plekke ter ondersteuning, verspreid doorheen verschillende stadions. Daarnaast werken er mensen vanuit centra in Zwitserland, Spanje, Egypte en Polen. Vaak dienen zij ook als back-up, mocht er een incident opduiken die de werking vanuit Duitsland verstoort. UEFA zelf heeft zo’n veertig IT’ers actief tijdens het EK, eveneens verspreid doorheen de verschillende matchlocaties en het IBC.
Uiteraard doet Atos niet alles. Vragen we naar de intussen beroemde (of beruchte) technologie in de bal of de positieberekening, waardoor tot in detail wordt berekend of een speler (met een lichaamsdeel) buitenspel staat, dan verwijzen zowel Atos als UEFA ons door naar die specifieke bedrijven.
‘Hier zijn we integrator van een groot ecosysteem aan partners’ zegt Carru. ‘Rond de voetbaltechnologie capteert iemand alle data, wij zitten daar in het midden om die data door te spelen naar bijvoorbeeld de schermen die de snelheid van een doelpunt tonen. Maar de technologie in de bal zelf is het werk van gespecialiseerde partijen, wiens data via onze systemen samenkomt.’
De bal voelt mee
De bal in kwestie komt van Adidas en heet voluit de Adidas Fussballiebe Pro EURO 2024. De chip die er in zit is gelukkig kleiner dan de naam en wordt omschreven als de ‘inertial measurement unit’. Het zit in het midden van de bal en stuurt in real time data door naar onder meer de VAR.
De New York Times sprak recent nog met Adidas over die bal, waar het bedrijf aangeeft dat bij elke aanraking de exacte tijd, met een nauwkeurigheid van twee milliseconden, wordt vastgelegd. Dat maakt de bal cruciaal om buitenspel zo goed als automatisch vast te leggen.
Dat heeft de Belgen meermaals iets gekost. Het doelpunt van Romelu Lukaku tegen Roemenië werd zo afgekeurd omdat hij met… een arm en een knieschijf buitenspel stond. Maar ook een doelpunt tegen Slovenië werd teniet gedaan omdat de bal vlak ervoor de hand van Loïs Openda raakte. Het is door de sensor in de bal dat die, soms nauwelijks merkbare, bewegingen worden vastgelegd. Kortom, ook de bal zelf genereert pakken data voortaan. Of dat een goede zaak is voor het voetbal laten we in het midden.
Voor de volledigheid: de bal is nieuw, maar de technologie zelf gaat al twee jaar mee. Ook in het WK in Quatar zat er een chip in de bal, net zoals bij het WK vrouwenvoetbal in Australië en Nieuw-Zeeland vorig jaar.
46 camera’s, 200 Gbps, per stadion
Het kloppend digitaal hart van Euro 2024 ligt in Leipzig. Op de dag dat duizenden Turken en Oostenrijkers zich klaarmaken voor het nakend duel, trekken wij een paar kilometer verder naar de beurshal van Leipzig. Een ruimte die gedurende het kampioenschap het IBC, International Broadcast Centre, een tijdelijk een commandocentrum vormt waar zo goed als alle data samenkomt en doorstroomt naar apps, zenders en de schermen ter plaatse. Hier alleen al werken in totaal 950 mensen.
In totaal ligt er zestig kilometer aan kabel doorheen het IBC tijdens het EK.
Hier krijgen we een inkijk op de technische operaties en wat er komt kijken bij het uitzenden van een match. In totaal zijn er 46 camera’s in elk stadion. 33 daarvan staan op het veld gericht, de overige brengen onder meer de kleedkamer, de persconferenties of de aankomst van de spelers in beeld. Die livestreams gebeuren in 1080p.
Meteen denken we dan aan de vele reclames in de aanloop van een EK of WK die ons moeten overtuigen om een nieuw tv-toestel te kopen… met 4K. Waarom blijft een event met honderden miljoenen kijkers, die maar al te graag het gras tot in hun zetel willen ruiken, zich beperken tot 1080p?
‘Of we dat doen, hangt vooral af van de vraag van de zenders’, zegt een vertegenwoordiger van UEFA (de organisatie wil ons graag te woord staan, maar we mogen niemand specifiek bij naam citeren.) ‘Die afspraken worden twee jaar voor de start al vastgelegd en op dat moment was de vraag nog te beperkt.’ Maar technisch gezien zou het wel kunnen, zegt UEFA. ‘Natuurlijk komt dat met extra kosten en extra technische middelen, maar als de vraag komt, dan kunnen we het toernooi ook in 4K aanbieden.’
Maar zelfs in high definition levert het voetbalfeest enorme datastromen op. Elk stadion heeft twee redundante glasvezelverbindingen met een capaciteit van elk 200 Gbps naar het IBC. Die worden voorzien door Deutsche Telekom.
Vanaf het IBC loopt er vervolgens nog een 100 Gbps-verbindingen naar een remote production centre in Londen, naar de Content Hub en POP Centres. Zo komt alles wat de camera’s zien en wat toestellen meten, tot op uw scherm, of dat nu in Duitsland, België of de VS of China staat.
Of toch niet helemaal want niet elk land ziet hetzelfde. Niet enkel onderschriften of spelcommentaar wordt gelokaliseerd, ook de reclame op de borden rond het veld worden tegenwoordig virtueel voorzien van lokalisatie. Onder de naam VBR of Virtual Board Replacement tonen de beelden van Euro 2024 in Duitsland, China, de VS of de rest van de wereld andere reclame. Een voorbeeld daarvan is het bier Bitburger, dat op Duitse schermen te zien is, maar dus niet bij u thuis.
Zelfde match, andere reclame
Zo goed als alles wat UEFA en Atos verzamelen komt hier in Leipzig samen. Dat vraagt ook om flink wat opslag- en rekenkracht. Daarom heeft het IBC ook een eigen tijdelijk datacenter in de beurshal staan, inclusief koeling.
Naast het datacenter vinden we de Master Control Room, een hub die letterlijk wordt verlicht door de vele schermen en van waaruit zes regisseurs met hun mensen de videostreams aansturen en selecteren. De ruimte is voorzien om twee matchen tegelijk te kunnen opvolgen, of om kort op elkaar volgende wedstrijden hun eigen video-infrastructuur te geven.
In principe krijgt elk land zo dezelfde beelden binnen. Via de content hub van UEFA hebben alle betrokken zenders toegang tot individuele videostreams. Ook dat kunnen ze zelf beheren via een applicatie om vlot te schakelen tussen verschillende opstellingen.
Zenders die ter plaatse verslag uitbrengen kunnen daarop naar wens aansluiten en in het IBC infrastructuur krijgen. ‘Sommigen sturen één reporter en steunen op onze technische ondersteuning en apparatuur. Maar ze kunnen even goed hun eigen zendwagen en technische mensen meebrengen voor een eigen productie,’ aldus de EUFA.
Naar de buitenwereld toe worden de beelden op meerdere manieren aangeleverd. Via glasvezel, onder meer via datacenters in Frankfurt, Londen, Amsterdam en New York, maar evenzeer via satelliet om zo snel mogelijk beelden de wereld rond te krijgen. Tot slot gaat alle data ook nog naar een archief in Oslo.
Ook digitaal een doelwit
De sportzomer zorgt zowel in Duitsland als Parijs voor enige zenuwachtigheid bij de hulpdiensten. Veel mensen, veel emotie en dus ook veel risico op incidenten. Dat is digitaal niet anders, maar UEFA zelf is er gerust in.
‘We zien dagelijks aanvalspogingen en het is onze taak ervoor te zorgen dat die geen impact hebben.’ Details over die pogingen worden niet gedeeld, maar het gaat onder meer over DDoS-aanvallen. ‘Zeer recent zagen we op tien minuten tijd negentig miljoen hits binnenkomen uit een bepaald land. Dat zien we regelmatig.’ UEFA werkt daar ook voor samen met de lokale autoriteiten, de landenclubs en Atos zelf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier