De Europese Raad van Ministers zou dit jaar nog een akkoord willen bereiken over de invoering van de digitale euro. Maar wat is dat eigenlijk?
De EU zou zijn digitale euro versneld willen invoeren. Een akkoord wordt liefst nog dit jaar bereikt. Dat moet blijken uit een verslag dat de Nederlandse overheid heeft gepubliceerd. Om tot een akkoord te komen, moeten er echter nog enkele plooien worden gladgestreken, onder meer over het al dan niet voorzien van een ‘offline’ variant. Een aantal landen willen bovendien garanties over privacy.
Digitale euro?
Plannen rond de digitale euro bestaan al sinds 2023 en de Europese Centrale Bank (ECB) werkt sinds november van dat jaar aan de voorbereiding ervan. In principe moet de digitale euro een digitale variant worden van contant geld of biljetten. In die zin is het eigenlijk een alternatief voor de huidige digitale betalingen.
Het idee daarachter is dat we snel een ‘cashless’ maatschappij aan het worden zijn. We betalen in Europa steeds vaker digitaal, via appjes en bankkaarten. Wie online shopt kan eigenlijk niet anders. Maar in tegenstelling tot klassiek contant geld, zitten die digitale betalingen volledig in een commercieel systeem. Betaal jij je brood met munten of een briefje, dan weet niemand dat je het gekocht hebt. Betaal je datzelfde brood met je bankkaart of Apple Pay, dan heb je daar accounts voor nodig en weten verschillende bedrijven, van banken en betaaldiensten tot technologiebedrijven, dat jij straks boterhammen eet. Beide systemen hebben voordelen, maar de ECB lijkt te willen verzekeren dat het alternatief er alvast is.
‘Wat ons zorgen baart is dat de kloof die wordt achtergelaten door het gedaalde gebruik van cash, wordt opgevuld door betalingsoplossingen van buiten Europa’, zo zei Piero Cipollone, lid van de uitvoerende raad van de ECB, in een speech in juli. De ECB maakt zich onder meer zorgen over de soevereiniteit van de regio, en de toekomst van de financiële infrastructuur, als die gedomineerd wordt door buitenlandse bedrijven.
De digitale euro moet daarom een aanvulling worden op contant geld, met een verhoogde privacy. Daarnaast moet ze ook de rol van de ECB zelf verzekeren. Transacties in digitale euro zullen namelijk niet door banken worden geregeld, maar door een platform van de ECB, de overheid dus.
Hoe werkt dat
Het systeem doet in de praktijk wat denken aan een publieke versie van de Proton-chipkaarten uit de jaren negentig en begin 2000. De digitale euro zou in een digitale portemonnee komen. Die ‘wallet’ moet dan door de overheid of een bank worden aangeboden en als burger kan je geld van je bankrekening op de digitale portemonnee storten (met een limiet) om hem vervolgens als betaalmiddel te gebruiken.
Betalingen met de digitale munteenheid zouden instant en gratis moeten worden. Volgens politieke nieuwssite Politico hoopt de ECB van bij de start een capaciteit te voorzien van 50 miljard transacties per jaar. Afhankelijk van hoe de onderhandelingen eindigen, zou de digitale euro ook zowel offline als online moeten werken. De offline variant moet daarbij een veilige betaalmogelijkheid bieden wanneer het internet uitvalt, bijvoorbeeld tijdens een elektriciteitspanne.
Een digitale euro wordt uitgegeven door de overheid, en de risico’s worden ook gedekt door de EU. Op die manier zou een digitale euro altijd de waarde hebben van een contante euro, en zou de munt ook risicoloos zijn (in tegenstelling tot bijvoorbeeld andere digitale munten zoals Bitcoin).
Tijdlijn
Zoals blijkt uit transcripties van de Europese ministerraad, hoopt de EU tegen eind dit jaar alvast een akkoord te hebben over het project. Maar dan nog gaat het even duren. De ECB heeft nu twee jaar aan het voorstel gewerkt, als de ministers akkoord gaan, moet het hele systeem nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement, waarna er een eigenlijke implementatieperiode start. Een en ander vereist ook de samenwerking van de banken, die met het nieuwe systeem mogelijk inkomsten op transacties mislopen.
Als de digitale euro er komt, wordt die ten vroegste in 2027-2028 verwacht.