Hoe krijgen we de Belgische datacentersector klimaatneutraal?

© Getty
Pieterjan Van Leemputten

Tegen 2030 wil de Belgische datacentersector klimaatneutraal zijn. Dat gebeurt niet meteen met harde hand, maar wetgeving en concurrentie moeten spelers aansturen om er werk van te maken.

De Belgian Digital Infrastructure Association of BDIA kondigde in april aan dat tegen 2030 de datacenters van hun organisatie klimaatneutraal zullen zijn. De organisatie stapt in het Climate Neutral Data Centre Pact dat als doel heeft de uitstoot van datacenters te verminderen. België heeft daar als land nog werk te doen, zegt Friso Haringsma, CEO van Datacenter United en bestuurder bij BDIA: “België is een wat atypisch land ten opzichte van de buurlanden. Er is wat achterstand als je kijkt naar datacenters on-premise, in co-locatie of in de public cloud. Tegelijk komt er vanuit Europa heel wat wetgeving die op België van toepassing is. Wij zijn van mening dat datacenters geen andere keuze hebben dan daar in mee te gaan, dus hoe sneller we er werk van maken, hoe beter. Tegelijk willen we ook iedereen inlichten over wat er op onze sector afkomt zodat elke speler zich kan voorbereiden.”

Een groot deel van de stap richting klimaatneutraliteit is het energieverbruik temperen. Dat is zelfs los van wetgeving een interessante incentive want de energierekening is sowieso een grote kostenmaker in een datacenter. Maar BDIA wijst er op dat de efficiëntie beter kan: “On-premise of bij een cloudprovider heeft een speler meer controle omdat ook de hardware door hen wordt bepaald, met bijvoorbeeld de mogelijkheid tot ecomodus. Ook betere koeling is een van de opties waar we naar kijken,” zegt Haringsma.

Groene energie

Tegelijk benadrukt Haringsma dat de datacentersector al lang een voorloper is rond groene energie. “De meeste contracten die datacenters afsluiten omvatten groene energie, daar is onze sector als eerste mee begonnen. De helft van alle grote wereldwijde (groene) stroomaankopen gebeurt door de datacentersector, terwijl hun globale energieverbruik maar één procent is. Die verhouding toont dat andere sectoren er minder mee bezig zijn en dat datacenters net voorop lopen. Tegelijk is het plaatsen van zonnepanelen op het dak ook nuttig, maar dat is maar een fractie van wat een datacenter nodig heeft.”

Ook rond waterverbruik, doorgaans om een datacenter te koelen, moet er worden nagedacht. “Dat kan door minder te gebruiken, maar je kan ook kijken of dat met industriëel water kan in plaats van leidingwater. Of door op warme dagen op andere manieren extra te koelen, zodat je minder klassieke koeltechnieken nodig hebt en je de pieken in watergebruik afvlakt.”

Vele kleintjes vs. één groot

BDIA nuanceert ook dat het imago van een groot energieverslindend datacenter niet het volledige verhaal vertelt. “Het zijn net veel kleine serverlokalen en oudere datacenters die zich moeten verbeteren om aan toekomstige wetgeving te voldoen,” zegt Haringsma.

“Hoe meer datacenters je samenbrengt, hoe efficiënter ze worden gekoeld,” vult Stijn Grove, eveneens bestuurslid bij BDIA en managing director van de Dutch Data Center Association, aan. “In Nederland zijn er vandaag 6.500 ruimtes waar IT-apparatuur staat. Dat aantal daalt jaarlijks omdat men naar de cloud trekt of hun IT verplaatst naar een co-locatiedatacenter. Dat brengt efficiëntie omdat het wordt uitbesteed aan een professionele partij. De Nederlandse overheid is daar een mooi voorbeeld van. Daar hebben ze 64 kleine datacenters gesloten en ondergebracht in vier grote datacenters. Hun energieverbruik is daarmee gehalveerd.”

Grove ziet de sector daarom als heel bewust rond duurzaamheid. “Datacenterspelers voelen het financieel wanneer ze meer energie verbruiken dan nodig, dus efficiëntiemaatregelen zijn een no-brainer. We lopen voorop, maar we verbruiken nu eenmaal veel stroom op een grote locatie, al werken we er hard aan om dat te verminderen.

Haringsma: “Dat heeft ook een context. Thuiswerken en digitalisering zorgen voor minder verplaatsingen, meer tijdswinst, minder papier. In heel dat proces speelt het datacenter ook een rol als basis voor die digitale infrastructuur.”

Druk

Door in het Climate Neutral Data Centre Pact te stappen komt er ook meer externe druk om te vergroenen. De controle daarop is niet via externe audits of met directe sancties. Maar dat maakt het niet minder dwingend volgens Haringsma: “Er komt een self-assessment, we informeren onze leden ook over de parameters die meetellen. Maar ook de toekomstige wetgeving vraagt dat je cijfers publiceert, met op termijn wel sancties of boetes. Het begint vrijblijvend, maar wordt uiteindelijk wel dwingend.”

Spelers die achterop hinken schieten zichzelf zo in de voet: “Wie niet voldoet aan die voorwaarden, sluit zich uit van bepaalde klanten,” zegt Haringsma. “Iedereen die het pact tekent, heeft een aantal regels en doelen, maar de vraag om dat te doen komt ook van onze klanten zelf. Wij moeten als sector accountable zijn. Net zoals dat moet voor veiligheidsmaatregelen of de NIS-wetgeving. Iedereen moet weten hoe duurzaam je bezig bent,” vult Grove aan.

Hoe transparant dat allemaal wordt, is nog niet helemaal duidelijk. Een aantal kerncijfers zullen publiek zijn, maar details over hoe er wordt gerapporteerd staan nog niet helemaal op punt. Ook op Europees niveau niet, zegt Grove: “De Europese Commissie heeft beleidsplannen hierrond, maar de exacte uitvoering is momenteel nog niet duidelijk.”

Wat is BDIA?

De Belgian Digital Infrastructure Association of BDIA is een vorig jaar opgerichte sectorvereniging voor cloud-, connectiviteit- en datacenterspelers in België. De organisatie wordt momenteel aangestuurd door Barro Luitjes (CEO KevlinX), Friso Haringsma (CEO Datacenter United) en Stijn Grove, die ook de Dutch Data Center Association aanstuurt. Naast hun datacenters zijn onder meer Edgeconnex, Eurofiber, Stulz, Vertiv, Schneider Electric, ABB, P&V Group, Integri, Arcadiz en amsix (Amsterdam Internet Exchange) partner van de organisatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content