Ineens heeft Bill Gates weer de mond vol over technologie

Ronald Meeus
Ronald Meeus Freelance journalist

Toen Microsoft-oprichter Bill Gates in 2008 de leiding van zijn bedrijf verliet, verdween hij ook een beetje voor het oog van de wereld. Met zijn Netflix-documentairereeks What’s Next? The Future with Bill Gates zoekt hij echter opnieuw de spots op. Zonder schroom om ook weer eens een publieke blik te werpen op de wereld die hem groot en welvarend heeft gemaakt: die van de digitale technologie.

Nee, Bill Gates is helemaal niet klaar met technologie. Nooit geweest. Ook nadat de Microsoft-oprichter meer dan 15 jaar geleden een stap opzij zette als bestuursvoorzitter van de techreus, bleef het een jaarlijkse traditie dat Microsoft-medewerkers hem de nieuwste uitvindingen van het bedrijf uit de doeken kwamen doen op een kantoor in het centrum van Redmond, het dorpje in de noordwesterse staat Washington dat al sinds de vroege jaren 80 werd opgeslorpt door de uitdijende Microsoft-campus.

Maar voor het brede publiek? Daarvoor werd Gates vooral bekend, samen met zijn (inmiddels ex-)echtgenote Melinda, als filantroop. Aan het hoofd van de Bill and Melinda Gates Foundation, een nonprofit die sinds 2000 al bijna 60 miljard dollar van het (voormalige) Gates-echtpaar hun persoonlijke vermogen wegschonk (plus nog eens 39 miljard van investeringsgoeroe Warren Buffett), was hij meer bezig met de bestrijding van infectieziektes en de aanpak van de nakende klimaatinstorting dan met besturingssystemen en kantoorsoftware.

Bill Gates in zijn Netflix-docu ‘What’s Next: The Future with Bill Gates’.

Maar toen kwam AI

Van technologie-orakel naar filantroop dus, maar inmiddels heeft Gates zich een nieuwe identiteit aangemeten: die van documentairemaker. Met de zopas op streamingdienst Netflix gelande docureeks What’s Next: The Future with Bill Gates exploreert hij samen met een schare interviewees de grote vraagstukken die hem vandaag bezighouden. En de twee eerste lijken hem dan toch weer terug te brengen naar een oude liefde: digitale technologie.

Vooral de openingsepisode, over kunstmatige intelligentie, trekt Gates weer helemaal terug in zijn technologische visionairsrol. Samen met uitvoerend producer Morgan Neville  interviewt hij onder meer OpenAI-medeoprichter Greg Brockman, filmmaker James Cameron (die onder meer opperde dat het ‘moeilijk wordt om nog scifi te schrijven’) en een hele rist aan tech-CEO’s, academici en technologiejournalisten om te helpen peilen naar wat deze technologie in de nabije toekomst zal betekenen voor de mensheid.

Gates zelf zegt in de Netflix-reeks dat generatieve AI-technologie een belangrijke horde heeft genomen met GPT-4, omdat het nu kan ‘lezen en schrijven’. Nadat hij de oprichters van OpenAI (waar hij overigens òòk in alle stilte kind aan huis blijkt te zijn) ze dat ze hem maar moesten bellen wanneer hun creatie zou slagen in een standaard eindexamen biologie aan Amerikaanse middelbare scholen, kreeg hij onverwacht al na enkele maanden dat telefoontje. Gates is nu een believer in de kracht van kunstmatige intelligentie. In een interview met de Amerikaanse techsite CNet, naar aanleiding van de lancering van de reeks, opperde hij: ‘Het vermogen om goed met AI te werken en er je voordeel mee te doen is nu belangrijker dan het begrijpen van Excel of het internet.’

Maar op Netflix wordt er verder gespeurd naar de ware toekomstige impact van artificiële intelligentie. Er wordt bijvoorbeeld aangehaald dat het beangstigend is dat we niet echt weten hoe het komt dat AI hallucineert: het leert namelijk van zichzelf, en ons inzicht in dat leerproces is miniem. En wat als AI superintelligentie kweekt?

Maar het belangrijkste vraagstuk dat wordt aangekaart: waar zit de mens? Hoe injecteren we de technologie met humanisme? En hoe zorgen we ervoor dat de mens – als AI meer en meer taken van ons zal kunnen overnemen, tot misschien wel een app die huisartsen vervangt – in een collectief zingevingsvacuüm belandt?

‘We willen niet naar robots kijken die honkbal spelen’, zegt Gates op CNet. ‘Dus waar ligt de grens waar je zegt: ‘Oké, wat de machines ook kunnen doen, is geweldig’, en deze andere dingen zijn misschien heel sociale activiteiten, intieme dingen, waar we menselijke banen houden? Het is niet aan technologen om dat beter te begrijpen dan iemand anders. Het raakt echt de kern van religieuze en filosofische waarden. Het is een soort Nirwana. Maar gaan we het wel goed beheren?’

Gates in gesprek met regisseur James Cameron.

Geboorte van de wappies

Andere afleveringen van What’s Next: The Future with Bill Gates staan wat dichter bij de man zijn filantropische werk: over de aardopwarming, inkomensongelijkheid en de strijd tegen infectieziektes. Maar ook aflevering twee heeft met technologie te maken. Een technologie die ooit met flinke hulp van Microsoft in huiskamers en levens belandde: het internet.   

Toen Windows-computers nog de belangrijkste internetkanaal waren, gloorde er nog optimisme over de hele technologie, die onuitputtelijke informatiebron die iedereen verstandiger zou maken. Ondertussen, zo onderstreept de tweede aflevering van de Netflix-docu nog eens, weten we wel beter: door de evolutie naar social media in de vroege jaren 2000 zijn zij die het niet noodzakelijk weten elkààr gaan informeren. En dat zorgt ervoor dat een categorie van internetgebruikers de wildste complottheorieën van elkaar slikt.

What’s Next vindt het mechanisme daarachter in, onder meer, het feit dat het internet de fantasie voedt dat iedereen, ook zonder gespecialiseerde denkkaders, zelf op onderzoek kan uitgaan. Dat holt het vertrouwen in deskundigen uit. De docureeks illustreert dat met wat Gates zelf overkwam in coronatijden. Een zinsnede in een interview over ‘digitale certificaten’ werd op een obscure blog gekoppeld met het idee van Zweedse biohackers om die te combineren met implantaten, en kijk: een resem hardnekkige samenzweringstheorieën, die in sommige kringen leidde tot het idee dat Gates de antichrist is, was geboren.

De beste manier om die desinformatiegolf te bekampen, zegt Gates tegen CNet, is iets waarvan heel wat van de aanhangers van dat soort theorieën nog meer zullen gruwen: technologie waarmee we onszelf als echt en waarachtig identificeren op het internet. ‘Ik denk dat je na verloop van tijd, met dingen als deepfakes, in het merendeel van de tijd waarop je online bent in een omgeving wilt zijn waar de mensen echt worden geïdentificeerd’,  zegt hij. ‘Dat wil zeggen dat ze verbonden zijn met een echte identiteit die je vertrouwt, in plaats van alleen maar mensen die zeggen wat ze willen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content