Ron Pooters (Microsoft) ‘Spreek je met klanten, dan hebben ze het datacenter liever lokaal’

Een Datacenter van Microsoft © Microsoft
Pieterjan Van Leemputten

Microsoft investeert in de bouw van drie Belgische datacenters. Halverwege het project blikken we vooruit naar de ambities.

In november 2021 kondigde Microsoft aan dat het meer dan een miljard euro investeert in de bouw van drie fysiek gescheiden datacenters, die als één Belgische regio opereren. Het plan past in een strategie waar het bedrijf naast haar zeer grote datacenterhubs ook in steeds meer landen een kleinere vestiging opent. “We zijn nu in Europa open in Zweden, Noorwegen, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Ierland en sinds eind april in Polen. Binnenkort komen daar onder andere Spanje, Italië, Oostenrijk en vervolgens ook België bij,” vertelt Ron Pooters, Belgium datacenter region lead bij Microsoft.

Ron Pooters
Ron Pooters, Belgium datacenter region lead: “We hebben de ambitie om in elk land waar we actief zijn minstens één datacenter zelf te bezitten.” © Microsoft

Wat motiveert de shift om regionaler te gaan bouwen?

Ron Pooters: Dat is een strategie die bouwt op wat klanten vragen. Ze willen data binnen de landsgrenzen opslaan en kort bij hun datacenter zitten. Denk aan innovatieve applicaties rond autonome voertuigen waar data snel verwerkt en verstuurd kan worden. Er zijn ook klanten met een eigen datacenter die naar de cloud willen, maar de komende jaren in een hybride omgeving zitten. Dan is het vaak interessant dat die twee omgevingen fysiek dicht bij elkaar staan.

Hoe belangrijk is het dat dit binnen de landsgrenzen gebeurt? Wettelijk gezien volstaat ‘binnen de EU’ meestal.

Pooters: Er is weinig wetgeving die stipuleert dat data binnen de Belgische grenzen moet opgeslagen worden. Maar spreek je met klanten, zeker overheden of klanten in gereguleerde sectoren of als het om een kritische applicatie gaat, dan hebben ze het liever lokaal, ook al kan of mag het verder.

De Amerikaanse overheid mag data van een Amerikaans bedrijf inkijken. Geven jullie daar garanties over aan (overheids)klanten die gevoelige data bij jullie bewaren?

Pooters: Dat is een van de moeilijkere onderwerpen. Maar dat gebeurt zelden. We krijgen wereldwijd één tot twee verzoeken per semester voor bedrijven. Naar individuen gebeurt dat vaker. Dat gaat dan om iemand met een Hotmail-account die ervan wordt verdacht terrorisme te financieren, bijvoorbeeld.

Dat staat ook los van ‘Amerikaanse bedrijven’, het gaat om bedrijven die activiteiten ontplooien binnen de VS. Dus ook Europese bedrijven met een vestiging in de VS zijn onderhevig aan die wetgeving.

Ook moet die vraag vanuit de Amerikaanse overheid in proportie zijn. Ze moeten zo’n verzoek onderbouwen en de overheid kan niet zomaar zeggen ‘geef ons alle data’. Net zoals je in België telefoongegevens moet opvragen op basis van ‘gesprekken tussen dat en dat tijdstip’ en pas als er concrete vermoedens zijn van misdrijven.

Tegelijk proberen we dat op een aantal manieren op te lossen. Er is het framework tussen de EU en de VS over hoe we met elkaars data omgaan (het EU-US Data Privacy Framework). Dat geeft een legale basis en beschrijft wat wel en niet mag. We lobbyen ook om daar correcte wetgeving te hebben.

Anderzijds werken we los van het legale kader sterk rond technische middelen. Dat doen we met de Microsoft Cloud for Sovereignty en met confidential computing, technologie die niet alleen de Amerikaanse overheid, maar elke andere derde partij uitsluit, inclusief Microsoft-ingenieurs die toegang zouden willen verschaffen tot een machine.

Is confidential computing dan standaard, of een extra (betalende) functie?

Pooters: Vandaag is dat een speciale functie. Het is hardware-encryptie waarvoor je ook specifieke hardware van AMD of Intel nodig hebt die op hardwareniveau versleutelt. Dat zijn vandaag speciale machines die je moet aanvinken binnen onze clouddiensten. We hebben dat ook geïntroduceerd in een aantal Platform-as-a-Service-diensten rond database of machine learning.

Is er al een datum voor de opening van het datacenter?

Pooters: We hebben daar geen datum op geplakt maar vandaag is de ruwbouw zo goed als af. De zogenaamde grey space, het warehouse, de generatoren, de koelinstallatie. Nu beginnen we aan de binnenkant, de white space: bekabeling, de racks, de software uitrollen en testen.

Het zal zeker nog een jaar duren voor het datacenter opent. © Microsoft

Voor ons liefst zo snel mogelijk, maar het is nog te vroeg om een concrete datum uit te spreken. Maar het zal zeker nog een jaar duren.

We vernamen uit de sector dat de drie datacenters, in jullie opdracht, door LCL, EdgeConneX en Interxion worden gebouwd. Hoe zit dat concreet?

Pooters: We hebben voor datacenters twee modellen: ‘Microsoft owned’, waar wij eigenaar zijn van het datacenter, en een leasemodel waar we een derde partij vragen om volgens onze specificaties een datacenter te bouwen of om te bouwen naar onze noden, dat we dan leasen. We doen geen uitspraken over waar we bouwen of leasen. Dat maakt ook niet uit want alles wat binnen staat is in handen van Microsoft, beheerd door mensen van Microsoft en dat werkt als een datacenter dat Microsoft zelf bezit. In veel landen zijn het combinaties, bijvoorbeeld één in bezit en twee in lease of omgekeerd.

De reden dat we met lease werken is time to market. Er is nood in het land, we willen daarop inspelen. Als je dan nog grond moet gaan kopen, vergunningen krijgen, gebouwen neerzetten… Vaak zijn er dan partijen die al grond hebben en misschien zelfs al vergunningen klaar hebben, dat is hun core business. Maar ze hebben nog geen klant om het gebouw af te nemen. Dan spelen we daar op in. Terwijl je op de langere termijn wel kan nadenken om zelf te bouwen. We hebben wel de ambitie om in elk land waar we actief zijn minstens één datacenter zelf te bezitten.

Kan u iets zeggen over de capaciteit van de Belgische datacenter region?

Pooters: Het is gebouwd voor België op de maat van België. We zetten hier geen kolossale regio neer zoals in Nederland, die eigenlijk heel Europa, het Midden-Oosten en stukken van Afrika bedient. We bouwen naar Belgische maatstaven, maar het is zeker geen doorsnee datacenter, veel groter, en op drie locaties.

‘Soms zien we tot 93 procent betere energie-efficiëntie of tot 98 procent minder koolstofuitstoot tegenover verouderde datacenters. Dat zijn de extreme gevallen, maar die zijn er in België!’

Ron Pooters, Belgium datacenter region lead bij Microsoft.

Maar hoofdzakelijk voor de Belgische markt?

Pooters: Het is open voor iedereen, maar vooral bedoeld voor de Belgische markt. Een bedrijf uit Qatar dat graag data in onze cloud hier wil neerzetten, kan dat. Klanten zijn vrij om te kiezen en de Belgische klanten zullen waarschijnlijk kiezen voor België zodra dat beschikbaar is.

Microsoft zit in het Climate Neutral Data Centre Pact, dat tegen 2030 klimaatneutrale datacenters wil. Zullen jullie datacenters al klimaatneutraal zijn wanneer ze in 2024-2025 operationeel worden?

Pooters: Elk datacenter in België dat je kan verkleinen of sluiten omdat je naar de cloud gaat, is een winst voor het land. Je vervangt een ouder datacenter, soms 5, 10 of 15 jaar oud, door nieuwe technologie. Dat geeft meteen winst omdat het efficiënter is. Soms zien we tot 93 procent betere energie-efficiëntie of tot 98 procent minder koolstofuitstoot tegenover verouderde datacenters. Dat zijn de extreme gevallen, maar die zijn er in België!

Ten tweede proberen we de innovaties die we elders in de wereld getest en goed bevonden hebben ook naar andere regio’s te brengen, en dus ook naar België. In Finland bouwen we ook en gaan we bijvoorbeeld de restwarmte gebruiken voor district heating in Helsinki. Is dat interessant voor België? Wellicht wel, maar er is een groot verschil: Helsinki heeft al een netwerk daarvoor waar je makkelijk kan instappen. In België moet dat vanaf nul opgebouwd worden, dus Finland is een perfecte locatie daarvoor, België niet. Ook Frankrijk of Duitsland niet trouwens.

Maar zo testen we wereldwijd dingen en wat zinvol is, zetten we ook elders in.

(Over klimaatneutraliteit) ‘We gaan dat op de korte termijn niet op individueel niveau van elk datacenter in de wereld op elk moment van de dag halen.’

Ron Pooters, Belgium datacenter region lead bij Microsoft.

En staan er in de Belgische gebouwen ingrepen gepland om de klimaatimpact te beperken?

Pooters: Een heel concreet voorbeeld, en dat klinkt simpel, in een datacenter is het doorgaans (in de gang waar de lucht naar de servers gaat, nvdr) heel fris. We hebben gekeken wat er zou gebeuren als we die temperatuur een aantal graden hoger laten komen, in samenwerking met hardwarevendors. Dan blijft dat even goed draaien. Dus nu hebben we wereldwijd beslist dat die temperatuur in onze datacenters wereldwijd met 3 à 4 graden omhoog kan. Dat lijkt een heel klein voorbeeld, maar de winst die je daaruit haalt (omdat er minder moet gekoeld worden, nvdr) is groot. Dat kan en dat gaan we vanaf dag 1 in België doen.

© National

Dus jullie Belgische datacenter regio zal bij de start nog niet klimaatneutraal zijn?

Pooters: We gaan dat op de korte termijn niet op individueel niveau van elk datacenter in de wereld op elk moment van de dag halen. We kijken altijd globaal omdat je nu eenmaal ook op locaties zit waar je niet op elk moment van de dag groene energie kan gebruiken. Waar we grijze energie gebruiken, verplichten we onszelf om dat te compenseren door bijvoorbeeld te investeren in de public-private financiering van een windmolenpark en op die manier die uitstoot te compenseren omdat het niet anders gaat.

Weegt klimaatneutraliteit op wat u technologisch kan? Nieuw is beter, maar het is niet ecologisch om elke twee jaar elk rack te vernieuwen.

Pooters: Onze hardware heeft een doorlooptijd van 4 tot 6 jaar. Veel kan nadien refurbished worden en dat doneren we bijvoorbeeld aan universiteiten of onderzoeksinstituten die het willen gebruiken, of we halen ze uit elkaar en hergebruiken het materiaal.

Harde schijven moet je wel vernietigen, dat hebben we ook afgesproken met onze klanten. We hebben zelfs regels over hoe groot de stukjes zijn als we harde schrijven vermalen. Als het overheidsdata is, dan moeten de stukjes kleiner zijn. Dat is ergens jammer, maar je moet ook afwegingen maken tussen hergebruik en de privacy van de mensen wiens data je bewaart. Maar zelfs van een volledig vermalen harde schijf proberen we de metalen te recupereren.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content