Eén op vijf is cyberpester
Twaalf procent van de jongeren was ooit al slachtoffer.
Meer dan 22 procent van de jongeren doet aan cyberpesten. Twaalf procent was ooit al slachtoffer. Dat blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven dat De Standaard kon inkijken.
De universiteit onderzocht welke risico’s jongeren tussen 15 en 19 opzoeken bij het gebruik van netwerksites zoals Netlog, Facebook of Myspace.
Van de meer dan achthonderd jongeren die voor het onderzoek een vragenlijst beantwoordden, geeft 22,5 procent toe aan cyberpesten te doen. Bijna de helft van de jongeren was al eens getuige van het fenomeen op het internet. Twaalf procent werd slachtoffer en heeft ‘brutale’ en ‘pijnlijke’ berichten van de pestkoppen ontvangen. Van de jongeren zegt 6 procent op een andere manier belachelijk te zijn gemaakt op het internet.
Pestkoppen die het internet gebruiken om slachtoffers te maken, zijn vaker jongens, studeren aan het TSO of hebben laaggeschoolde ouders. Wat ze doen, heet ‘cyberpesten’. Chatberichten zijn het populairste middel om te cyberpesten.
Cyberpesters hebben gemengde gevoelens bij wat ze doen. Ongeveer 20 procent zegt zich goed te voelen, terwijl 27 procent zich er slecht bij voelt. Een op de drie beweert ‘geen gevoelens te hebben’ bij zijn of haar daden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier