Ict-carrière bij de overheid: stabiele werkgever met relevante projecten
Wanneer de vraag naar ict’ers het beschikbare aanbod overtreft, heeft de overheid het extra moeilijk om de vacatures in te vullen. Toch zijn er ook nog altijd heel wat informatici die bewust voor een loopbaan bij de overheid kiezen. Data News ging op zoek naar de elementen die een ict-carrière bij de overheid al dan niet aantrekkelijk maken.
Waar kunnen we beter beginnen dan bij Fedict, de Federale Overheidsdienst ICT. De dienst staat in voor de uitbouw van een gemeenschappelijke ict-infrastructuur voor de diverse overheidsdiensten. “Toen ik de mogelijkheid kreeg bij Fedict te werken, trok vooral de pioniersrol van de dienst mij aan”, zegt Peter Strickx, cto bij Fedict. “Voorheen had ik het prille begin van Sun Microsystems in België meegemaakt. Bij Fedict was de situatie vergelijkbaar. Ik wist dat we heel wat nieuwe dingen zouden kunnen uitwerken. Bovendien was en is het erg motiverend om vast te stellen dat heel wat van onze projecten een directe, maatschappelijke impact hebben. Denken we maar aan de elektronische identiteitskaart en de kruispuntbank voor ondernemingen. Het zijn initatieven die aan iedere burger en iedere onderneming van het land raken.” Wat Strickx evenzeer als een motiverende factor ervaart, is het feit dat hij zich in zijn rol erg dicht bij het beslissingscentrum bevindt. Er is nauw contact met zowel voorzitter Jan Deprest van Fedict als met Peter Van Velthoven, die als minister bevoegd is voor de informatisering van de staat. Vergelijkbare functies bij echt grote bedrijven zijn alleen in hun hoofdzetel te vinden, in het buitenland dus.Een nadeel van de job bij de overheid is dat de functie mee vormt krijgt door de gevoerde politiek. “We bevinden ons in een politieke biotoop”, zegt Peter Strickx. “Ict’ers hebben in hun job sowieso met de factor onzekerheid af te rekenen, omdat de technologie erg snel evolueert. Bij ons komen daar de veranderingen in de politiek bij. Maar ook hier brengen veranderingen vaak opportuniteiten met zich mee.” Dat de politiek in zekere zin macht uitoefent over de administratie, hoeft niet noodzakelijk een beperking te zijn. “Dankzij de vlotte samenwerking met de politiek is het net mogelijk om mooie resultaten neer te zetten.” Na de verkiezingen van 2007 kan het politieke landschap er helemaal anders uitzien. Misschien komt er een nieuwe minister met een heel nieuw kabinet. “Dat behoort tot aard van ons werkveld”, aldus nog Peter Strickx. “Maar eigenlijk zijn we daarmee beter af dan in de privésector. Wij weten tenminste wanneer de verandering er aankomt: namelijk na de verkiezingen. In de privésector kan een overname, een fusie of een sluiting zomaar uit de lucht komen vallen.”Creatief met ictOok Frank De Saer, cio bij de Federale Overheidsdienst Economie, heeft een achtergrond in de privésector. Na twintig jaar ruilde hij de bankwereld in voor de overheid. “Wanneer je de basis bekijkt, zijn er eigenlijk niet veel verschillen meer”, vindt hij. Ook de overheid werkt met ict-projecten, met budgetten en tijdslijnen, er zijn eindgebruikers, opgelegde service levels, enzovoort. “Toch vind ik de job bij de overheid een stuk creatiever. Bij de bank stond ict veel meer in het teken van de ondersteuning van fusies, het jaar 2000 en dat soort pragmatische zaken. Bij de overheid heeft ict vaker als doel rechtstreeks de dienstverlening aan burger en onderneming te verbeteren. Wij doen dat onder meer via de ondernemersloketten.” Tegelijk schuilt daar vaak ook technologisch een grotere uitdaging in. “We kunnen niet ontkennen dat de overheid een tijdlang wat achterstand had op het vlak van technologie en architectuur”, aldus Frank De Saer. “Die achterstand biedt ons nu een mooie opportuniteit. Waar bedrijven uit de privésector soms gebonden zijn aan de technologische keuzes uit het verleden, kunnen wij direct – from scratch – met de nieuwste technologie van start gaan. Zo bouwen we een datawarehouse voor het Nationaal Instituut voor de Statistiek. We hoeven daarbij geen rekening te houden met eventuele legacy, want die is er niet.”Hoewel de overheid heel wat grote en interessante ict-projecten te bieden heeft, loopt niet elke ict’er warm voor een carrière bij de staat. Dat heeft allicht voor een stuk met de vaste regels rond verloning te maken. Tot een jaar of vijf geleden was het loon van een ict’er bij de overheid uitsluitend op zijn of haar anciënniteit gebaseerd. Vandaag blijft anciënniteit de belangrijkste bepalende factor, maar is er toch ook al wat oog – en beloning – voor specifieke expertise. “Nu de schaarste aan ervaren informatici opnieuw toeneemt, krijgen we het een stuk moeilijker om ervaren medewerkers aan te trekken”, stelt Frank De Saer. “De privésector beschikt nu eenmaal over meer incentives, zoals een bedrijfswagen, variabele verloning, groepsverzekering en noem maar op.” Daar staat wel tegenover dat de overheid nog altijd de meest stabiele werkgever is, en onder meer betere pensioenvoorwaarden biedt. Toen de ict-markt na het jaar 2000 in een dip geraakte, zochten heel wat ict’ers het comfort van de stabiele overheid op. Nu de markt het weer beter doet, durven meer ict’ers het aan hun geluk te beproeven in een nieuwe job. Voor de overheid komt het er dan ook op aan haar ict’ers voldoende gemotiveerd te houden en actief te werken aan de retentie van de medewerkers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier