Grote bedrijven sloven zich uit om op een goed blaadje te staan bij studenten toegepaste informatica van de HoGent, meer bepaald de studenten in het specialisatiejaar mainframe. De opleiding – uniek in Europa – zit in de lift.
Dat het mainframe dood en begraven zou zijn? Dat horen we intussen al sinds de jaren 1990, dus dat gelooft niemand meer. Het mainframe is een blijver, ook in de komende decennia. Maar dat plaatst de bedrijven die op mainframes draaien, intussen wel voor een behoorlijke uitdaging. Pakweg twintig jaar geleden vermoedden die bedrijven dat ze hun mainframes nog een jaar of twintig in dienst zouden houden. Ongeveer tot nu, dus. De mainframespecialisten zouden zo tot hun pensioen werkzekerheid hebben. Tegen die tijd zou de overstap naar een andere technologie wel al zijn gemaakt.
Die generatie specialisten gaat nu inderdaad met pensioen. Maar het mainframe dus heel vaak niet. Meer nog: het transactievolume op mainframe blijft jaar na jaar stijgen. Het doet de vraag naar mainframespecialisten alleen maar toenemen. Leendert Blondeel, lector mainframe aan HoGent, zag hierin een opportuniteit om bij de hogeschool het gespecialiseerde curriculum rond mainframe verder uit te bouwen. ‘Het was niet eenvoudig om interesse te wekken, want de huidige generatie studenten is totaal niet vertrouwd met wat een mainframe is’, vertelt hij. ‘Een deel van mijn opdracht is dus ook om het bewustzijn rond de technologie te vergroten.’
Bedrijven solliciteren

Concreet kunnen studenten professionele bachelor toegepaste informatica in het derde jaar kiezen voor de optie mainframe. De opleiding bestaat uit zes weken theorie, zeven weken work-based learning bij een bedrijf en veertien weken stage. Het is een traject dat zo goed als altijd uitmondt in een contract. In zijn opzet om de populariteit van de opleiding op te krikken, lijkt Blondeel intussen te slagen. In 2018 kozen drie studenten voor de optie mainframe. Dit academiejaar zijn het er 28. ‘Het doel is evenwel niet zomaar om zo veel mogelijk studenten te hebben’, zegt hij. ‘Wel om ervoor te zorgen dat ze weten dat de optie bestaat, zodat ze er bewust – en met overtuiging – voor kunnen kiezen.’
In het kader van de opleiding organiseerde HoGen bij de start van het academiejaar een Mainframe Day. Opvallend: daarbij zijn het bedrijven die hun stageplaatsen komen pitchen bij de studenten, niet omgekeerd. Het zijn de typische organisaties die het mainframe doorheen de jaren zijn trouw gebleven: banken en hr-dienstverleners, zoals KBC, Belfius, Partena en Securex, maar ook Euroclear, en – opvallend – ook heel wat Nederlandse spelers: Rabobank, ABN-AMRO en de Nederlandse Belastingdienst, dat de grootste mainframe-omgeving van Europa runt.
Nood aan expertise
‘Het zijn bedrijven die al lang op mainframe werken en daar niet zomaar van kunnen of willen afstappen’, zegt Blondeel. ‘Ze hebben namelijk niet echt een alternatief. Het mainframe kan een hele grote workload aan op een heel korte tijd, is altijd beschikbaar, sterk beveiligd en werkt tegen een kleine ecologische voetafdruk per transactie.’ Die combinatie van eigenschappen is ideaal voor bijvoorbeeld een bank of een sociaal secretariaat. Het mainframe vormt er echt de kern van wat die bedrijven doen. ‘Waarom zouden ze dan een lastige en dure overstap overwegen naar iets dat voor hen minder goed zou werken?’
Maar zoals gezegd: het mainframe behouden, betekent ook dat je er de benodigde expertise bij moet hebben. ‘Dat is vandaag overal een groot probleem, behalve in België dus’, lacht Blondeel. Het initiatief van HoGent blijft intussen niet onopgemerkt. Zowat alle grote spelers in de mainframemarkt – IBM, Broadcom, Rocket Software en Deloitte – tekenden present op de Mainframe Day. En bij een bezoek aan de mainframedivisie van IBM in Poughkeepsie vroeg Ross Mauri – de grote baas van het mainframeprogramma van IBM – om een persoonlijk onderhoud met Blondeel. ‘Hij wilde alles weten over het curriculum aan HoGent. Zo’n specifiek programma had hij nooit eerder gezien.’