Kristof Van der Stadt
Over diversiteit is alles nu wel gezegd: het is tijd voor actie
Soms schrijven teksten bijna zichzelf. Karakters, woorden en zinnen rollen dan uit het toetsenbord aan een snelheid die amper lager ligt dan je eigen denkpatronen. Je wil een punt maken en schrijft dat in geen tijd neer in 4.000 karakters, waarvan je er dan nog 600 moet slopen om het passend te krijgen voor de voorziene plaats. Deze tekst is daar geen voorbeeld van. Alleen al deze paragraaf werd drie keer helemaal verwijderd om vanaf nul te beginnen.
Deze vierde poging start dus met een bekentenis: dat ik na de drie eerdere pogingen nog altijd niet goed wist welk punt ik eigenlijk wilde maken. Iets wat ik al niet ettelijke keren neergeschreven heb: in verschillende vormen maar met telkens dezelfde onderliggende boodschap. Dat onze ICT-biotoop geen gezonde weerspiegeling is van de maatschappij. Dat die dringend moet vervrouwelijken. Gekleurder moet zijn ook, in alle betekenissen van het woord. Niet alleen omdat dat nu toevallig ook mijn persoonlijke mening is, maar vooral omdat ondertussen tientallen jaren aan zakelijke, arbeidsgerelateerde en ook psychologische onderzoeken bevestigen dat een inclusieve strategie rendeert.
Streven naar meer diversiteit op de werkplek is geen loze kreet: het is een goede intermenselijke én zakelijke beslissing. Divers samengestelde teams halen betere resultaten. Diversiteit op de werkvloer verrijkt ons leven. Maar dat punt, dat punt heb ik dus al zo vaak willen maken in artikels. Mijn vierde gooi om deze pagina toch wat zinvol te vullen is dus geen poging om dat statement nog eens te staven met de zoveelste statistiek. Misschien is dit het échte punt wel dat ik moet maken. Dat alles eenvoudigweg al gezegd is. Dat er geen ellenlange opsommingen, uitvoerige betogen, extra onderzoeksresultaten en meningen van experten meer nodig zijn. We weten het, klaar. Genoeg gepraat, tijd voor actie: let’s walk the talk. Want dat is ondanks alles nog altijd nodig.
Kom, toch één statistiek dan, van Agoria ICT. Binnen de digitale industrie is het aandeel vrouwen in de werkgelegenheid gestegen van welgeteld 26,1% in 2008 tot 28,1% in 2022. Zo traag gaat dat dus, nog steeds. Wanneer je zou uitsplitsen naar functiecategorie is dat nog een heel ander verhaal. Hoeveel programmeurs? Of hoeveel bedrijfsleiders?
Meer vrouwen vechten ondertussen wel door naar de top van het leiderschap, en dat is een goede zaak. Het zijn dikwijls zwaarbevochten successen, die het niet zelden tot in de pers schoppen. ‘De eerste vrouwelijke CEO bij Standaard Boekhandel’, ‘Inge Neven wordt eerste vrouwelijke CEO van VITO’, ‘Pascale Van Damme eerste vrouwelijke voorzitter van voetbalbond’, en wat verder weg van huis: ‘Japan Airlines benoemt voormalig stewardess tot eerste vrouwelijke CEO ooit’. Het zijn maar enkele voorbeelden van headlines eerder dit jaar. Een vrouwelijke leider: het was ook het afgelopen jaar nog altijd nieuws. Maar goed: ze doen het wel en ze verdienen ook die schijnwerpers. Precies daarom dat we ook dit jaar weer doorzetten met She Goes ICT en de schijnwerpers richten op nieuwe rolmodellen.
Maar in de schaduw van die schijnwerpers is er het feit dat vrouwen nog steeds sterk ondervertegenwoordigd zijn in het middenkader, zoals dit jaar nog bleek uit een studie van IBM. Het gevolg: er zitten sowieso al gemiddeld minder toekomstige vrouwelijke leiders in managementposities dan mannelijke. Dit is zorgwekkend, en niet alleen voor vrouwen. Want wanneer organisaties inzetten op gendergelijkheid, zijn de nettowinsten voor het bedrijf aantoonbaar.
Maar zo komen we weer op het punt dat al zo vaak gemaakt is en dat ik niet nog eens wou maken. En bij het punt dat ik vandaag echt wil maken: dat we het met z’n allen eigenlijk wel weten ondertussen. Alles is echt al gezegd. Tijd om er iets aan te doen, met z’n allen.
Genoeg gepraat, tijd voor actie
Kristof Van der Stadt
Hoofdredacteur Data News
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier