Valerie Tanghe
‘Barbenheimer’ en Maria Göppert Mayer als inspiratie voor de instroom van vrouwen in ICT
De zomer ligt alweer even achter ons, maar met het warme weer van de afgelopen weken kwam de herinnering terug boven aan de filmsuccessen die het voorbije seizoen overheersten.
Dat Oppenheimer mij aansprak door het wetenschappelijke en technologische karakter van de film, zal niemand verbazen. Dus blijf ik vooral wat uitleg verschuldigd over die Barbie-film natuurlijk. Maar dat hou ik voor straks.
Want Oppenheimer stelde mij eigenlijk helemaal teleur wat betreft het uitwerken van de verschillende personages die in het Manhattan-project aan de ontwikkeling van de atoombom meewerkten. En ja, met name de rol van de vele vrouwen in dat project. Het waren er, for the record, meerdere honderden of toch ongeveer 10% van de toenmalige workforce. En zij werkten in functies als cryptografes, metallurgistes, electronische technicae, spectroscopistes, technisch laborantes, calculatrices en als wetenschapsters.
Eentje ervan, Maria Göppert Mayer, kreeg achteraf zelfs de Nobelprijs voor Fysica. Dan is het, anno 2023, toch een bijzonder gemiste kans om dit rolmodel op te nemen in de film al was het zelfs maar als een zijpersonage? Voor het scenario was er alvast ook genoeg stof te vinden voor een interessante nevenplot: Göppert Mayer hield bijvoorbeeld tijdens haar doctoraat in het Duitse Göttingen een petitie onder mededoctoraatsstudenten tegen Oppenheimer omdat die zijn mond toen niet kon houden in de lessen. Iedereen, en dus ook de mannen, had er last van. De petitie had trouwens ook effect.
Dat in Oppenheimer zelfs geen bijrol weggelegd is voor de Nobelprijswinnaar voor Fysica is een gemiste kans
Na haar studies in Duitsland verhuisde Maria Göppert Mayer mee met haar echtgenoot en collega-onderzoeker Joe Mayer naar de VS, maar kon daar als wetenschapster en doctorandus eerst niet aan de bak komen. De universiteiten hanteren immers strenge regels tegen nepotisme: man en vrouw kunnen/mogen principieel niet voor dezelfde organisatie werken. Gelukkig hield ze vol, zij het door gratis te werken en nogal achter de schermen te blijven. In de jaren ’60 kon ze dan toch nog professor worden aan een andere universiteit en werd ze in 1963 erkend voor haar onderzoek via die Nobelprijs voor de fysica. Nota bene als tweede vrouw ooit, na Marie Curie.
Een gemiste kans dus, in de film, om de zo broodnodige vrouwelijke rolmodellen voor wetenschappen, hun realisaties maar ook hun uitdagingen even beter in het licht te zetten. Deze vrouwen toonden volharding in moeilijke omstandigheden en ze hadden geen keuze dan zich regelmatig te schikken naar een tweederangs-aanpak vis-a-vis vrouwen en de vele verschillende standaarden waaraan ze moesten voldoen.
En Barbie dan?
Maar ik beloofde nog iets over die andere filmhit, de Barbie-film, te vertellen. Regisseur Greta Gerwig geeft via het scenario van de film enkele feministische boodschappen mee. Hoogtepunt is de monoloog die moeder Gloria in de film houdt over hoe het letterlijk ‘onmogelijk is om een vrouw te zijn’. En dat, jawel, omwille van de dubbele standaarden waaraan vrouwen anno 2023 nog steeds moeten voldoen in onze maatschappij: dun zijn bijvoorbeeld, maar ook weer niet te dun. Je mag wel een baas zijn, maar mag vooral nooit gemeen doen. Je moet ook een goede moeder zijn, maar mag vooral niet te veel over je kinderen praten. Nog voorbeelden nodig?
Daarnaast herinnert Greta Gerwig ons eraan dat in de Barbie-wereld (en dus in de echte wereld?) alle meisjes overtuigd waren dat ze ook dokter, piloot, astronaut of president kunnen zijn. En dat ook nog eens goedgekleed, getuige de mooie knipogen naar de iconische kledij ontworpen voor Barbie over de jaren heen. Ik ben nog steeds een echte fan. Het doet me ook denken aan de manier waarop ik in mijn jeugd met mijn Barbiepoppen ‘speelde’. Het is te zeggen, ‘spelen’ is iets wat heel verschillend kan zijn van kind tot kind, en bij mij was dat ‘spelen’ eerder gericht op creatie. Toen ik zeven jaar was, creëerde ik een garderobe voor mijn Barbies met een gekregen kindernaaimachine, met lapjes stof die overbleven en het voorbeeld van mijn moeder die elk couturekleed kon maken. Daarnaast timmerde ik ook een karretje in elkaar dat ik kon vastmaken aan mijn telegeleide auto om de Barbies rond te voeren. En ik kleefde en doorknipte dozen om een Barbiehuis in elkaar te boksen. Zo zie je maar dat je een vrouwelijk ingenieur in spe gewoon kan identificeren door te observeren hoé ze met haar speelgoed speelt, in plaats van enkel te kijken naar waarmee ze speelt.
Kijk, als we meer vrouwen in ICT willen laten instromen, dan begint dat met de correcte identificatie van ICT en STEM-talenten bij meisjes. Het is niet omdat ze met Barbiepoppen spelen dat er geen echte ingenieur of informaticus in zit. Het zegt ook helemaal niets over je verdere interesse voor fysica, kwantummechanica, chemie of het klimaat.
Wist je trouwens dat Mattel regelmatig een Barbiepop uitbrengt van verdienstelijke vrouwen en historische rolmodellen? Ook van NASA’s wiskundige Katherine Johnson en de eerste Amerikaanse vrouw in de ruimte Sally Ride werd een pop gemaakt. Het kan oud en jong alleen maar verder inspireren voor jobs in ICT en STEM.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier