Jongeren halen neus op voor technologiesector

Jongeren weten te weinig over technologie en zijn niet geneigd om in de sector te gaan werken. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Are you ready for the future?’ van Agoria. De federatie van de technologische industrie start een aantal acties om een en ander bij te sturen.

Jongeren weten te weinig over technologie en zijn niet geneigd om in de sector te gaan werken. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Are you ready for the future?’ van Agoria. De federatie van de technologische industrie start een aantal acties om een en ander bij te sturen.

Agoria ondervroeg bijna 2500 jongeren tussen 16 en 21 jaar over hun visie op technologie, industrie en werk. De resultaten zijn weinig rooskleurig, zegt de beroepsfederatie. “Zeker als je weet dat het personeelstekort bij onze bedrijven nu al absurde proporties aanneemt”, zegt Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. “Tegen 2015 verwacht drie op de vier ondernemingen dat ze personeel in het buitenland zullen moeten rekruteren om aan de productienoden te kunnen voldoen of dat ze gewoonweg opdrachten zullen moeten weigeren. We kunnen nog zo vaak de noden van de bedrijven in kaart brengen, maar als we ons niet in de leefwereld van jongeren kunnen verplaatsen, zal alles bij het oude blijven”

Zo vindt 45 procent van de jongeren zichzelf niet geschikt om later in een technologisch bedrijf te werken, meer dan 40 procent associeert het werk met clichés als bandwerk, ontslagen en vervuiling en haast geen enkele van de ondervraagden kon een Belgisch technologisch bedrijf opnoemen. Dat wil niet zeggen dat jongeren industrie en technologie niet belangrijk vinden: meer dan 80 procent is van oordeel dat de sector belangrijk is voor onze welvaart, jobs en innovatie. Een even groot percentage zegt geen dag zonder computer te kunnen.

“Jongeren zijn gebruikers, geen bedenkers van technologie”, zegt Agoria. “De jeugd is elke dag met technologie bezig, bijvoorbeeld met iPod en gsm, maar is niet geïnteresseerd in de technologie die erachter zit”, luidt het. En dat heeft volgens Agoria verschillende redenen. Technologie kampt met een imagoprobleem. “Technologie is voor nerds”, luidt het. Bij meisjes blijkt dat imago nog een pak slechter dan bij jongens.

Daarnaast spelen ook clichés als “Werk maar hard, anders beland je nog in de fabriek” mee bij de beroepskeuze. Die clichés worden vaak doorgegeven van ouders op kinderen. Ouders hebben meestal een negatief beeld over werken in de industrie: “het is eentonig, bandwerk, zwaar werk, veel afval, warm, stinken, …” . Ze geven ook toe dat ze hun kinderen liefst zien starten in ASO, want “afzakken naar TSO of BSO kan later nog altijd”.

Agoria wil technologie een positiever imago geven. De beroepsfederatie wil daarom actie ondernemen via onderwijs, media, overheid en bedrijven. Agoria wil bijvoorbeeld aan product placement doen in tv-programma’s: “een hippe technicus of een coole vrouwelijke ingenieur in de verhaallijn verwerken”. Ook moeten er meer vrouwelijk rolmodellen worden opgevoerd. De federatie plant onder meer moeder-dochterdagen in ondernemingen. Op de schoolbanken pleit Agoria voor een aanpak die meer op praktijk gericht is. De federatie gaat zelf werk maken van betere en meer stagemogelijkheden in bedrijven.

Bron: Agoria, Belga