Meer federale centen naar ICT, maar minder mensen
De federale overheid heeft het totale beschikbare ict-budget op 5 jaar tijd zien stijgen met 6,5 procent. Het aantal voltijdse ict-medewerkers ging dan weer met 16,2 procent achteruit. Dat blijkt uit het tweede Fed-eView-onderzoek, dat nagaat hoe het staat met de informatisering van de overheid. Nochtans, zo blijkt uit de studie, zien de ict-managers van de overheid een tekort van 1025 mensen om optimaal te kunnen functioneren. Fed-eView werd voor het eerst uitgevoerd in 2004. Toen telde de federale overheid 4791 mensen en werkte ze met een ict-budget van 404 miljoen euro. In 2009 waren dat 4555 mensen voor een ict-budget van 576,5 miljoen euro.
De federale overheid heeft het totale beschikbare ict-budget op 5 jaar tijd zien stijgen met 6,5 procent. Het aantal voltijdse ict-medewerkers ging dan weer met 16,2 procent achteruit. Dat blijkt uit het tweede Fed-eView-onderzoek, dat nagaat hoe het staat met de informatisering van de overheid. Nochtans, zo blijkt uit de studie, zien de ict-managers van de overheid een tekort van 1025 mensen om optimaal te kunnen functioneren.
Fed-eView werd voor het eerst uitgevoerd in 2004. Toen telde de federale overheid 4791 mensen en werkte ze met een ict-budget van 404 miljoen euro. In 2009 waren dat 4555 mensen voor een ict-budget van 576,5 miljoen euro. Het gemiddelde ict-budget per ambtenaar steeg licht tot 3920 euro. “De budgetstijging wijst erop dat er in ons land goed geïnvesteerd wordt in ict bij de overheid”, legt Fedict-voorzitter Jan Deprest uit. “En de daling van het aantal ict-medewerkers maakt deel uit van een evolutie waar ook de overheid niet aan ontsnapt: we moeten ‘leaner and meaner’ worden. En we werken ook meer samen met de privésector.”
De studie is gebaseerd op de antwoorden van de ict-managers van 49 van de 52 federale ict-departementen. Daardoor is de studie goed voor een dekking van 95 procent van de federale overheid. Die ict-managers geven aan dat ze samen 1025 mensen tekort hebben om optimaal te kunnen functioneren – ofte 20 procent van het huidige aantal it’ers – ondanks het feit dat het aantal feitelijke vacatures gedaald is van 677 in 2004 tot 137 in 2009.
“We merken ook op dat we vergrijzen”, zo wijst Deprest een ander resultaat aan. “20 procent van het ict-personeel van de overheid is ouder dan 50. In 2004 was dat nog 14 procent. Maar het lijkt erop dat we dat stilaan counteren door heel wat jongeren (-30) te rekruteren: nu is 15,3 procent van ons personeelsbestand jonger dan 30, tegenover 9,4 procent in 2004. Met die instroom van jongeren stijgt ook het niveau van de mensen: ze hebben de juiste, moderne ict-vaardigheden die we nu nodig hebben.”
Museumstukken De federale overheid telt precies 124.358 ‘geïnformatiseerde werkstations’ (pc’s, laptops en aanverwanten), of zowat 18 procent meer dan in 2004. Zowat 73 procent van de ambtenaren beschikt zo over een eigen pc. “Ik maak me sterk dat elke ambtenaar die voor zijn job een eigen pc nodig heeft, die ook heeft”, stelt Deprest. “Niet alle overheidsmedewerkers doen werk dat een pc vereist, vandaar dit cijfer.” Bovendien, zo geeft hij nog mee, de kwaliteit van de toestellen stijgt. “We vervangen pc’s nu om de 4 à 5 jaar, waardoor we niet meer met museumstukken zitten.” 40 procent van de ambtenaren hebben vandaag een eID-kaartlezer. “Dat is nu feitelijk een standaard geworden bij de aankoop van federale pc’s. In 2004 kwam de eID net piepen.”
Meer mobiel Voorts valt op dat overheid zich stilaan klaarstoomt voor mobiel werken. In 2004 was dat nog nauwelijks ingeburgerd. Nu zijn 13,6 pc’s van de overheid al laptops, een stijging met 22,6 procent. Pda’s en smartphones zijn veel minder aanwezig: nauwelijks een halve procent van de ambtenaren beschikt daarover. “Pda’s zijn voorlopig nog voorbehouden aan managementfuncties”, meent Deprest. “Maar het feit dat 55,6 procent van onze mensen toegang heeft tot webmail en 29,3 procent toegang heeft tot een VPN-verbinding doet mij concluderen dat er een belangrijke groei is in het mobiele werken bij de overheid. Die laatste cijfers kan je gerust naast die van de privésector zetten.”
Mainframes tanend De federale overheid werkt met exact 4531 fysieke servers. Dat is nog meer dan het dubbele van het aantal virtuele servers (2189). “Maar het aantal virtuele servers groeit gigantisch. Bij Fedict ligt dat aantal bijvoorbeeld al hoger dan het aantal fysieke exemplaren. Die virtualiteit is nodig: we moeten 24 uur op 24, 7 dagen op 7 beschikbaar kunnen zijn en we moeten lineair kunnen uitbreiden.” Het verklaart waarom het aantal mainframes daalt van 46 naar 34. “Je hoort mij hier niet het einde van de mainframe voorspellen. Maar vroeger werden die mainframes voor alles en niks gebruikt. Nu gaan we eerder voor een ‘best of breed’, waarbij mainframes dienen voor heel specifieke toepassingen.”
Zo open mogelijk Liefst 83,6 procent van de federale overheidsinstellingen gebruikt minstens 1 open source toepassing. Bij het merendeel van hen gaat het over systeemsoftware of om bureauticatoepassingen (vb. OpenOffice). Het is opvallend dat de tevredenheid daarover bij de systeemsoftware op 84,4 procent ligt, terwijl dat maar 34,7 procent is bij de bureauticatoepassingen.
“Wij kiezen niet zomaar blindelings voor open source”, vertelt Deprest daarover. “We hanteren altijd de filosofie van ‘total cost of ownership’ (tco). Bij proprietary software betaal je wel de licentiekost, maar daarbij komt ook een bepaalde ondersteuning. Bij open source moet je soms zelf nog op zoek naar de ondersteuning.” Als meest populaire open source toepassingen noemt Deprest onder meer Drupal, Jboss, OpenOffice en Alfresco.
“Veel belangrijker dan ‘open source’ zijn ‘open standaarden’. We moeten binnen de overheid onderling kunnen communiceren zonder daarover een extra kost te moeten neertellen. Dat is de norm. We hebben enkele jaren geleden een belangrijke rol gespeeld in het over de streep trekken van Microsoft in die kwestie. Nu communiceren Microsoft-documentformaten ook met ODF.”
Nutsvoorziening De hele studie leidt volgens Deprest tot de conclusie dat de overheid er op relatief korte termijn – Fedict bestaat volgend jaar pas 10 jaar – in geslaagd om zich het ‘métier’ van ict eigen te maken, te professionaliseren en te innoveren. “Ict is vandaag een nutsvoorziening geworden, zoals water en gas. Het is een evidentie. Dus o wee als het er even niet is, dan staat alles op stelten. Dat kan je frustrerend noemen, maar ik vind het vooral een prestatie om dat niveau te hebben bereikt.”
De Fed-eView-studie wordt gebruikt om voor de regering(sonderhandelaars) een reeks van ict-aandachtspunten naar voren te schuiven om het ict-beleid nog verder te verbeteren. Deprest wil (helaas) niet dieper ingaan op die aandachtspunten. Hij geeft wel mee dat de volgende Fed-eView-studie er sneller zal komen, bijvoorbeeld om de 3 jaar. “Het is een belangrijke vinger aan de pols voor iedereen die met ict bezig bij de overheid.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier