Lien Ceulemans
Veel vooroordelen rond STEM-beroepen houden we zelf in stand
Een ingenieur doet meer dan bruggen bouwen. En voor een leuke job in een technologiebedrijf hoef je heus niet altijd codeerskills te hebben. Nog steeds kiezen te weinig scholieren, vooral meisjes, voor STEM-onderwijs. En dat is jammer, want technologie en wetenschap vormen meer dan ooit de basis voor een beroep waarmee toekomstige generaties de wereld kunnen veranderen.
Klimaatverandering, de energiecrisis, gezondheid, … Het zijn allemaal uitdagingen die één ding gemeen hebben: we hebben technologie en wetenschap nodig om ze op te lossen. Maar dat kan natuurlijk alleen als er ook mensen zijn die deze jobs invullen. Jongens én meisjes. Want hoewel het belangrijk is dat we alle jongeren warm maken voor STEM, is er nog altijd sprake van een serieuze genderkloof.
In het hoger onderwijs volgt slechts dertig procent van de vrouwen een STEM-richting. En in engineering is amper twaalf procent van de doctoraatstudenten een vrouw. Ook in de sector zelf is het aandeel vrouwelijke ingenieurs bedroevend laag (achttien procent). De cijfers komen van Belgisch staatssecretaris Thomas Dermine, die onder meer verantwoordelijk is voor wetenschapsbeleid. Hij deelde de statistieken mee naar aanleiding van een recent debat met jonge schoolmeisjes en vrouwelijke rolmodellen uit de wetenschaps- en technologiewereld, waarvoor ik zelf mee aan tafel mocht schuiven.
‘De poort naar een toekomst in technologie, engineering of wetenschap moeten we eigenlijk al in de peutertijd openbeuken.’
Hoe komt het dat nog steeds zo weinig meisjes voor STEM kiezen? Wellicht heeft dat te maken met hardnekkige misvattingen waardoor veel scholieren denken dat ze niets te zoeken hebben in wiskunde of een andere wetenschappelijke studierichting. Ingenieur? Dat is toch eerder iets voor jongens, niet? Als we dit soort stereotypen eindelijk de wereld uit willen helpen, zullen we iets fundamenteel moeten veranderen aan ons onderwijssysteem.
De poort naar een toekomst in technologie, engineering of wetenschap moeten we eigenlijk al in de peutertijd openbeuken. Dat begint met boekjes voorlezen waarin niet de ridder maar de vrouwelijke strijder de draak verslaat, en waarin niet een man, maar een vrouw naar de maan vliegt.
Kinderen moeten beter begrijpen wat ze met een bepaald beroep kunnen doen. Niet elke ingenieur heeft bijvoorbeeld harde skills nodig om bruggen of andere constructies te bouwen. Er zijn nog zoveel aspecten aan dat beroep die maar worden zelden belicht. Omgekeerd zijn er ook beroepen, vooral in de zorg, die we wel vaker met vrouwen associëren. En hoewel het goed is dat meisjes ervoor kiezen om dokter te worden, ligt het veel minder voor de hand dat ze ook een verschil kunnen maken door in laboratoria medicijnen te ontwikkelen die miljoenen mensenlevens redden.
Technologie is voor iedereen
Ook rond technologie bestaan er nog misvattingen. Veel mensen denken immers dat ze zonder het juiste diploma geen capaciteiten hebben om in een technologiebedrijf te werken. Uiteraard zijn er wel jobs waarvoor je een doorgedreven opleiding genoten moet hebben, maar niet iedereen moet kunnen coderen. Vaak is het al voldoende om een gezonde interesse te tonen in de manier waarop technologie problemen oplost. Zelf ben ik vijftien jaar in de technologiewereld actief, terwijl mijn achtergrond qua opleiding in de juridische sector ligt.
Het goede nieuws is dat we veel van die vooroordelen rond STEM zelf in de hand hebben. En dat het voor nieuwe generaties mogelijk al veel vanzelfsprekender lijkt dat ook vrouwen ingenieur kunnen worden. Tijdens het bovengenoemde debat viel het me op dat de jonge meisjes aan onze tafel zich hoegenaamd geen zorgen maken over het feit dat hun droomjob vandaag nog vaak met mannen wordt geassocieerd. Ze waren heel zelfzeker in hun overtuiging dat ze wetenschappen willen studeren en dat STEM hen zal toelaten om de wereld te verbeteren. Die ‘sense of evidentie’ gaf me een goed gevoel over de toekomst van vrouwen in onze sector.
‘Gelijkheid moet in het DNA van elk bedrijf zitten.’
Ook bedrijven hebben natuurlijk een belangrijke taak om voor vrouwen deuren te openen die anders vaak gesloten zouden blijven. En niet alleen voor vrouwen, maar voor de hele maatschappij. Als een organisatie z’n omringende community zo goed mogelijk wil bedienen, moet ook de samenstelling van de medewerkers een weerspiegeling zijn van die samenleving. Gelijkheid moet een onderdeel worden van de bedrijfscultuur en dat begint al bij de leidinggevenden. Door voor diversiteit te kiezen in de board, brengen we meer profielen rond de tafel en kunnen we zaken vanuit andere perspectieven bekijken. Het is geen toeval dat bedrijven met meer diversiteit ook vaker succesvol zijn.
Zodra we erin slagen om alle misverstanden en vooroordelen rond STEM weg te werken, oogt de toekomst best rooskleurig. We mogen het volle vertrouwen hebben in de nieuwste generatie meisjes die klaar staat om de schoolbanken en later de beroepswereld te veroveren. Wat voor ons een eeuwige strijd lijkt, is voor hen niet meer dan normaal. Ze staan te springen om hun steentje bij te dragen en door middel van wetenschap en technologie de grote wereldproblemen aan te pakken. Het is nu aan ons om hen met open armen te ontvangen.
Lien Ceulemans nam recent deel aan een rondetafel van Da’s Geniaal, waar drie generaties vrouwen ideeën uitwisselden over hoe jonge mensen te inspireren voor een carrière in tech. Onder de deelnemers bevonden zich een groep schoolmeisjes die tech studeren, inspirerende rolmodellen met een ‘hardcore’ wetenschapsdiploma, vrouwen van de #InspiringFifty en de Belgische staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Thomas Dermine. Tijdens de rondetafel werd volgens Lien opnieuw bevestigd dat veel vooroordelen rond STEM-beroepen door onszelf in stand worden gehouden. Ze pende haar bevindingen neer in bovenstaand opiniestuk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier