Optimisme troef bij Belgische start-ups op LeWeb
“Straks halen we hier even veel geld op als in de VS, en schrijven we vanuit Europa even grote succesverhalen als de bedrijven in Silicon Valley.” Zeggen dat de Belgische start-ups die present tekenden op LeWeb in Parijs de toekomst vol vertrouwen tegemoet kijken, is een understatement. “We moeten toch geen complexen hebben omdat we hier naast de grote spelers staan?”
“Straks halen we hier even veel geld op als in de VS, en schrijven we vanuit Europa even grote succesverhalen als de bedrijven in Silicon Valley.” Zeggen dat de Belgische start-ups die present tekenden op LeWeb in Parijs de toekomst vol vertrouwen tegemoet kijken, is een understatement. “We moeten toch geen complexen hebben omdat we hier naast de grote spelers staan?” Als er één ding opviel tijdens de voorbije editie van LeWeb in Parijs, dan wel het ongebreidelde optimisme onder de aanwezigen. Nu Angry Birds, SoundCloud, Spotify en vele andere Europese start-ups potten breken in de VS, krijgt onze tech-scene eindelijk een eigen smoel. Met een beetje goede wil zou je zelfs kunnen zeggen dat we op een keerpunt staan. In plaats van Facebook en Twitter te kopiëren, wordt er vandaag daadwerkelijk geïnnoveerd op het Oude Continent.
Dat er heel wat Belgische start-ups present tekenden op LeWeb, lijkt dan ook een evidentie. Geen betere kans om je te tonen aan de wereld, want tijdens dat driedaagse internetevent is er echt een stukje Silicon Valley aanwezig in Parijs. De Amerikaanse durfkapitalisten, die vroeger vaak hun kat stuurden, steken anno 2011 met veel interesse de plas over.
“LeWeb is superbelangrijk voor de Europese interneteconomie”, beaamt Allan Segebarth van het digital advertising bedrijfje Adlogix. “Als Belgisch bedrijf is het al niet gemakkelijk om geld op te halen op de kapitaalmarkt, en als er dan een plek is waar al die VC’s samenkomen, dan wil je daar natuurlijk bij zijn.”
“Omdat de Amerikanen en masse afzakken naar Parijs, hangt hier ook echt een speciaal sfeertje”, vindt François Dispaux van applicatiebouwer Nectil. “De feedback die we krijgen van die mensen, is van onschatbare waarde.”
Allan en François maakten deel uit van de Webmission-delegatie, die voor het eerst een standje had op Europa’s grootste internet event (onder de noemer “Belgian Web Community“).
“François vond het een leuk idee om in groep naar LeWeb te trekken”, aldus Antoine Perdaens van de kennismanagement tool Knowledge Plaza, “en onder meer organisator Jenny Lwabandji van de Webmissions en Carmelo Zaccone van het AWT (Agence Wallonne des Télécommunications) waren meteen geïnteresseerd. Dankzij de steun van het Brussels Enterprise Agency, Awex en het AWT kon er ook echt iets georganiseerd worden. Samen staan we nu eenmaal sterker, en als Belgian Web Community genieten we meer visibiliteit.”
“Voor kleine bedrijfjes met weinig middelen is dit een uitgelezen kans”, zegt ook Cédric Braem van InternetVista. “Ik ben al heel wat interessante mensen tegengekomen, en heb partnerships kunnen afsluiten met bedrijven die ik anders nooit was tegengekomen. Daar is het mij natuurlijk om te doen.”
“Hoe ik me voel als kleine Belgische start-up tussen de Google’s en de Facebook’s? Prima hoor”, aldus Braem. “Het is toch niet omdat je een kleine start-up bent dat je je nek niet mag uitsteken?” “We moeten ons toch niet gaan verdedigen omdat we Belg zijn”, oppert ook Frédéric della Faille van CheckThis.
“Alle start-ups op LeWeb hebben een gezonde ambitie. En allemaal kijken we minstens naar Europa. Knowledge Plaza telt momenteel het meeste klanten in Frankrijk. En in de toepassingen van François zijn zelfs de Japanners geïnteresseerd. Fuck het feit dat we uit België komen!”
De Belg Xavier Damman van Storify oppert nochtans dat je naar Silicon Valley moet trekken als je echt iets wil betekenen in de internetsector.
Perdaens: “Ik ken Xavier al van toen we 18 waren, en geloof me, dat is iemand die altijd al naar de VS is willen gaan. Hij heeft ook de moed gehad om het te doen, waarvoor alle respect. Maar neem nu eens Benjamin De Cock. Die heeft met Kickoff een geweldige app gebouwd die ook in de VS populair is, maar hij werkt wel vanuit een kleine boerderij in een Waals dorpje. Hij wil absoluut in België blijven voor zijn gezin.”
“Beide scenario’s zijn dus mogelijk. Xavier en Benjamin hebben dezelfde ambitie, maar ze willen hun doel op een andere manier bereiken. De uitvoering is anders. Maar ik denk dat ze allebei succesvol gaan zijn.”
Hoe komt het dat Europa plots de wind in de zeilen heeft als interessante plaats voor technologie start-ups?
Perdaens: “Er zijn verschillende redenen. Het verhaal van Spotify is interessant. Ik heb een tijdje gewoond in Zweden, en de plaatselijke durfkapitalisten waren zichzelf nog steeds aan het verwijten dat ze niet in Skype geïnvesteerd hadden. Dat wilden ze geen tweede keer mee meemaken. En dus zijn ze beginnen te investeren in lokale bedrijfjes.”
Segebarth: “Ook bij ons zijn initiatieven zoals de BetaGroup, de Webmission of het IBBT nog redelijk recent. Eindelijk beginnen we constructies in stelling te zetten die ons intellectuele kapitaal kunnen valoriseren. Het heeft lang geduurd, in de VS heeft men de shift van industrieel naar technologisch 20 jaar geleden al gemaakt, maar de stappen worden nu toch gezet. Er is voor de Europese tech-scene nog een mooie toekomst weggelegd. Als er al ooit een concurrent komt voor Silicon Valley, dan zal die ook uit Europa komen. Al zullen het eerder verschillende clusters zijn dan één enkele stad, of één enkel gebied.”
Perdaens: “In de VS hadden ze het geld, maar ontbeerden ze het talent. Meer dan de helft van de ondernemers uit de Valley komt van buiten de VS. In Europa had men dan weer het talent, maar daar was er geen geld. Gelukkig heb je vandaag geen geld meer nodig om een interessante tech start-up uit de grond te stampen. Kijk maar naar CheckThis, dat een beta gelanceerd heeft zonder daar veel geld in geïnvesteerd te hebben. Ook Kickoff doet het erg goed, en Benjamin heeft nog geen frank gezien van overheden of investeerders.”
“Wat er misschien nog ontbreekt in Europa zijn goede exit-strategieën. In de VS worden start-ups beschouwd als r&d. Grote bedrijven investeren niet graag in r&d, dus nemen ze gewoon de start-ups over die ze interessant vinden. In Europa bestaat dat niet. En dat is jammer, want VC’s willen hun geld terug, in veelvoud. Ze moeten dus het vooruitzicht kunnen krijgen dat de start-up waarin ze geld pompen, overgenomen kan worden. Uiteraard moet je niet verkopen of naar de beurs gaan, maar voor een VC is het wel belangrijk dat die exit-mogelijkheid bestaat.”
Braem: “Toch ga ik er van uit dat we hier straks evenveel geld kunnen ophalen als in de VS. En schrijven we vanuit Europa even grote succesverhalen. Maar je moet wel naar de Europese geldstromen kijken, en niet alleen naar de Belgische. Er zijn Duitste VC’s die investeren in België, en het Belgische OpenERP heeft onlangs nog twee miljoen euro opgehaald in Frankrijk. Het kan dus wel degelijk.
Perdaens: “De geldmarkt is een Europees, ja zelfs globaal gegeven geworden. We hebben met Knowledge Plaza meegedaan aan de European Venture Contest, en we hebben de finale bereikt, binnenkort in Madrid. Daar zit het geld, daar bepalen de Europese durfkapitalisten wie de beste Europese start-ups zijn.”
Dispaux: “In België is het echt nog moeilijk om investeerders te vinden. Tijdens de Webmission in San Francisco pitchen we drie minuten, en onmiddellijk hebben de venture kapitalists ons risicoprofiel bepaald, en weten ze wat er nodig is om ons verder te kunnen helpen. Je krijt een onmiddellijke return. Terwijl de geldschieters in België vaak niet weten waar je mee bezig bent.”
Segebarth: “Er zijn initiatieven, onder meer vanuit de overheid, en er is bereidwilligheid, de ondernemers staan klaar. Maar het privékapitaal in België moet de stap van industrieel naar technologisch nog zetten. En daar is een mentaliteitswijziging voor nodig. Op langere termijn kan die wijziging er misschien nog wel komen, mede dankzij events als LeWeb.”
Ondervindt de start-up scene veel last van de crisis in Europa?
Segerbarth: “De VC’s hebben nog geen last van de crisis, omdat ze voor hun exit gewoon voorbij de moeilijke periode kijken. Het wordt misschien ietwat moeilijker om geld los te peuteren, maar de durfkapitalisten die investeren kijken sowieso voorbij de crisis, want daar raken we wel door.”
Della Faille: “We kunnen eten, we verkeren in goede gezondheid, en we hebben onze vrienden die ons steunen. Laat ons dus a.u.b. niet overdrijven. Benjamin De Cock draait break-even, en die kerel heeft nog nooit een frank gezien. Dàt is ondernemerschap.”
“Wij moeten in de eerste plaats zorgen voor tevreden gebruikers. E ééntje meer. Dat is onze taak. De rest volgt dan wel. Het zijn de VC’s die ons nodig hebben, niet andersom.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier