Privé surfen en mailen op het werk is groeiend probleem

We bellen, mailen en surfen blijkbaar massaal op de werkvloer: en dan hebben we het niet over werkgerelateerde bezigheden. Jacob Verstuur, directeur ICT Leadership van Ernst & Young, zegt dat “dit geen kinderspel meer is, maar een serieus probleem dat direct moet worden aangepakt.”

We bellen, mailen en surfen blijkbaar massaal op de werkvloer: en dan hebben we het niet over werkgerelateerde bezigheden. Jacob Verstuur, directeur ICT Leadership van Ernst & Young, zegt dat “dit geen kinderspel meer is, maar een serieus probleem dat direct moet worden aangepakt.”

Ernst & Young zwaait met cijfers uit zijn tweemaandelijks ICT Barometer onderzoek. En die cijfers liegen er niet om: waar vorig jaar nog 3,9 uur per week besteed werd aan ‘oneigenlijk gebruik van bedrijfsmiddelen’, is dat dit jaar toegenomen tot 4,9 uur. Het zakelijk mailen en surfen in privétijd – wat je als een soort compensatie zou kunnen beschouwen – is het afgelopen jaar echter gelijk gebleven op 2,4 uur per week.

Met name het privé surfen is populair. 2,2 uur van de 4,9 wordt hier per week aan besteed tijdens de werkuren. Privé e-mails en telefoontjes zijn goed voor respectievelijk gemiddeld 1,8 uur en 1,1 uur per week. Met name vrouwen en werknemers onder de 35 jaar bezondigen zich aan het ‘verkwanselen’ van werktijd. “Het lijkt wel dat mensen zich meer wangedrag op de werkvloer permitteren nu de arbeidsmarkt weer aantrekt”, oppert Jacob Verstuur van Ernst & Young, die even een snelle rekensom maakt: “Stel dat je een bedrijf runt van 100 mensen, dan komt dit per maand neer op 1.000 uur productiviteitsverlies. Dit is dus een serieus probleem dat direct moet worden aangepakt.”

Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er regels opgelegd worden rondom privé surfen, bellen en mailen. De effectiviteit en de controle erop laten volgens de respondenten echter te wensen over. “Terwijl regelgeving en de naleving hiervan juist uitstekende methoden zijn om misbruik te voorkomen en aan te pakken”, concludeert Verstuur.