Yves Vander Auwera (Federale Overheid): ‘Ik heb een slecht karakter’
“Wat ik over drie jaar ga doen, na het einde van mijn mandaat? Geen idee. Misschien wel mijn eigen schrijnwerkerij opstarten.” Yves Vander Auwera, sinds 2004 ict shared services directeur van de Federale Overheid, maakt zich geen zorgen over zijn toekomst. “Ik zal altijd iets vinden.”
Wanneer we Yves Vander Auwera ontmoeten in zijn kantoor in het centrum van Brussel, is hij bijzonder in zijn nopjes. Hij is een maand eerder grootvader geworden van Mathias, zoontje van zijn jongste dochter. “Ik ben een trotse grootvader”, glundert Yves. “En nog een jonge grootvader ook!” Hoeft het gezegd dat hij nu al de reputatie van suikeroom geniet?Vander Auwera verliet in 2003 EDS om voor de overheid te gaan werken. Zijn opdracht bestond uit twee woorden op een blad papier: ‘shared service’.Op drie jaar tijd bouwde hij voor de Federale Overheid de ICT Shared Services organisatie uit, verantwoordelijk voor de informatisering van vier overheidsdiensten (Fedict, kanselarij, personeel en organisatie, begroting), en van tien andere organisaties (o.a. Inspectie van Financiën, kabinet van de minister van Arbeid, Selor), samen goed voor duizend eindgebruikers. “Elke klant heeft eigen behoeften en vraagt een specifieke aanpak. Het gaat om diensten die verbonden zijn aan andere ministers, andere politieke partijen, en met verschillende taalregimes. Je moet de onafhankelijkheid en de cultuur van de verschillende diensten respecteren en aan iedereen dezelfde kwaliteit leveren. Dat maakt het geheel complex.”EilandjesMaar ook boeiend voor Vander Auwera. Want ook in zijn vorige job, als senior business consultant bij EDS, deed hij veel ervaring op met het uitbouwen van shared services, met name in de financiële wereld. “Er is weinig verschil tussen grote banken en de overheid op het vlak van cultuur en organisatie”, vindt Vander Auwera. “Ze zijn beide sterk hiërarchisch gestructureerd en de eilandjesmentaliteit maakt deel uit van de bedrijfscultuur. In dergelijke organisaties is het nodig om de kennisuitwisseling tussen de medewerkers te stimuleren.” Aan dit laatste hecht Vander Auwera veel belang en dit loopt dan ook als een rode draad doorheen zijn carrière. “Dat stamt uit de periode van mijn eerste job”, verklaart hij. “Ik heb toen een viertal jaar aan de ULB gewerkt, als assistent in de speciale licentie Information & Documentation Sciences. In de academische wereld heerst een andere aanpak, veel meer gericht op het delen van kennis. Zorgen dat je team goed geïnformeerd is, vind ik een belangrijke rol voor de manager.”Zeggen wat je doet, dus. Maar ook aan het omgekeerde, doen wat je zegt, hecht Vander Auwera veel belang. “Commitment, daar gaat het om. Ik heb het moeilijk met mensen die hun engagement niet nakomen. En dat heeft niets te maken met een contract. Een woord is een woord. Dit zijn mijn Afrikaanse roots die meespelen.” Vander Auwera werd geboren in Bukava (Rwanda), niet ver van de Kilimanjaro, de magische berg die hij eerder dit jaar bedwong in het kader van de Data News ICT Expedition. Ooit wil hij naar zijn geboorteland terugkeren en er dan blijven. “Ik hou van de mentaliteit van de Afrikanen. Je ziet de mensen voortdurend lachen en plezier maken, al hebben ze dan maar een fractie van onze materiële welvaart. Dan stel je de vraag: wie is eigenlijk het gelukkigst?”DirectDe licentiaat informatica hecht ook veel belang aan een persoonlijke coaching van zijn medewerkers. “Ik steek daar veel tijd in. Maar dan haal je ook meer uit je mensen. Mijn deur staat altijd open. Ik vind het ook belangrijk om te delegeren en medewerkers verantwoordelijkheid te geven.”Nog een karaktertrek van de Brusselaar is zijn directe stijl. “Of het nu een positieve of negatieve boodschap is, ik geef mijn mening aan de mensen. Ze weten dadelijk wat ze aan mij hebben. Ik heb een ‘slecht’ karakter, zeg ik wel eens. Als gevolg van die directheid. Een moeilijk karakter ligt wellicht dichter bij de waarheid. Maar in de loop van de jaren ben ik wellicht wat softer geworden, heb ik geleerd om de vorm wat aan te passen. Maar ik zeg wel nog altijd mijn gedacht.”Rekening houden met en verzoenen van verschillende culturen, een dienstgerichte ingesteldheid, visie, een stap voor stap rollout. Dat zijn volgens Vander Auwera de vier grote pijlers waarop een shared services organisatie moet stoelen. “Mijn internationale carrière heeft me flink geholpen bij het omgaan met verschillende culturen.” Tijdens zijn EDS-jaren (van 1998 tot 2003) leerde Vander Auwera de wereld een beetje beter kennen: hij zat op projecten in o.a. Zwitserland, Hongarije, Maleisië, Korea en Zuid-Afrika. “Over de landsgrenzen heen werken, is verrijkend. Je doet nieuwe ideeën op en je leert zaken op een andere manier benaderen. Als je op projecten van 500 miljoen dollar werkt, doe je ook veel ervaring op met het overtuigen van alle betrokkenen.”CreatiefVander Auwera erkent dat het binnen de overheid moeilijk blijft om informatici aan te trekken. “Ondanks de inspanningen op salarisvlak, kunnen we niet dezelfde voorwaarden bieden als in de privé. Ik tracht mijn medewerkers te motiveren met andere zaken: inhoudelijk een aantrekkelijke job, een grote vrijheid van werken en organiseren, erkenning.” Hij is daarnaast ook creatief in het vinden van medewerkers. Zo biedt hij elk jaar twee of drie studenten een stageplaats. “Ik vind het ook onze verantwoordelijkheid om jongeren mee te helpen vormen.” En soms krijgt de stage een vervolg. “Een van de studenten had voor ons een dashboard ontwikkeld in het kader van zijn eindwerk. Die man is ondertussen in dienst als verantwoordelijke voor de performantiemeting.”Zelf weet Vander Auwera vandaag ook niet of hij voor de overheid zal blijven werken. “Ik heb een mandaat van zes jaar. Ik ben nu halverwege en we zien wel wat er daarna gebeurt. Ik ben in ieder geval trots op wat we totnogtoe hebben gerealiseerd en wil tegen het einde van mijn mandaat een mooi resultaat neerleggen. En daarna? Wie weet begin ik wel mijn eigen schrijnwerkerij.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier