Stap voor stap richting Industrie 4.0

Sommige bedrijven zijn te sterk gefocust op hun dagelijkse IT-operaties, waardoor ze geen aandacht hebben voor levensnoodzakelijke innovatie. Andere experimenteren volop, maar vergeten dat ze die innovatie moeten schalen om waarde te creëren. Volgens Inetum-Realdolmen gaat het er bij Industrie 4.0 vooral om stap voor stap de juiste balans te vinden: de Positive Digital Flow.

“Industrie 4.0 is uitgegroeid tot een containerbegrip”, zegt Frederik De Naeyer, Sector Lead Industry bij Inetum-Realdolmen. “Vandaag is het een verzamelnaam voor heel uiteenlopende technologieën op het vlak van digitalisering, Internet of Things en artificiële intelligentie, vaak zonder veel rode draad. Bij Inetum-Realdolmen kijken we vooral naar de uitdagingen van de industrie, waarbij technologie een middel is en geen doel op zich.”

Over hoe de Belgische bedrijven vandaag scoren op het vlak van Industrie 4.0 valt moeilijk in algemene termen spreken. “Er zijn grote verschillen tussen de industriële sectoren en tussen bedrijven onderling”, stelt Frederik De Naeyer. “We bedenken in ons land wel behoorlijk wat slimme oplossingen, maar we zijn geen early adopters wanneer het over de implementatie gaat.”

Gezocht: schaalbare projecten

Belgische bedrijven die wel al rond Industrie 4.0 actief zijn, blijven vaak hangen in de projectfase. “Er is een roadmap nodig om de innovatie te schalen. Wanneer een bedrijf erin slaagt een eerste project tot een goed einde te brengen – bijvoorbeeld een IoT-toepassing die leidt tot voorspellend onderhoud op één specifieke machine – dan is dat op zich uiteraard goed. Alleen zien we dat zo’n oefening te vaak een geïsoleerd geval blijft.” De realiteit is bovendien dat veel bedrijven met een hybride omgeving werken, waarbij hypermoderne machines naast oude, analoge productielijnen staan. “Dat maakt schalen niet evident.”

Voor een bedrijf daar aan toekomt, moet het erin slagen in te zetten op de juiste toepassingen. “Het kan nooit de vraag zijn waar zich de meeste data bevinden”, stelt Frederik De Naeyer. “Wel: waar kun je als bedrijf de meeste waarde realiseren? Daar heb je de juiste data voor nodig, met de juiste kwaliteit, niet noodzakelijk het grootste volume. IT bekijkt de dingen graag met data als startpunt, terwijl OT – de operationele technologie – dat vanuit het perspectief van de productie doet.”

Alle stakeholders aan tafel

Maar, wie succesvol wil zijn met Industrie 4.0, heeft niet genoeg aan technologie alleen. “Het volstaat echt niet om sensoren te installeren, data te capteren en een analyse op te starten. Connectiviteit is meestal het uitgangspunt, maar er is ook cognitiviteit nodig. Alle stakeholders aan tafel brengen en samen een roadmap opstellen, met het oog op meerwaarde op lange termijn: dat is het echte vraagstuk.”

Vandaar gaat het dan richting praktijk, met slim gekozen pilootprojecten, in samenwerking met partners. “Het komt er voor veel bedrijven op aan enkele drempels te overwinnen”, vult Frederik De Naeyer aan. “Eigenlijk gelooft iedereen in Industrie 4.0. Maar sommige bedrijven komen er gewoon niet toe om de eerste stappen te zetten, omdat ze vastzitten in het operationele werk van alledag. Daardoor hebben ze te weinig tijd, mensen en middelen om strategisch te innoveren, hoewel dat levensnoodzakelijk is.”

Duurzaamheid

Andere bedrijven experimenteren wel volop, maar slagen er niet in de behaalde resultaten te schalen. Het is ergens tussen die twee extremen in dat zich de ideale balans bevindt, wat Inetum-Realdolmen omschrijft als de Positive Digital Flow – vaak ook met onverwachte opportuniteiten.

“Bij Industrie 4.0 gaat het heel vaak over automatisering, efficiëntie en productiviteit”, zegt Frederik De Naeyer. “Maar we mogen ook de mensen op de vloer niet vergeten. Door Industrie 4.0 veranderen hun jobs.” Evengoed biedt Industrie 4.0 de mogelijkheid om de nieuwe invulling van hun takenpakket bij te sturen. Frederik De Naeyer: “Denk maar aan het gebruik van augmented reality, ook in opleidingstrajecten.”