Digitale economie: mogen er nog ambities zijn?

Johan Vande Lanotte mist ambitie in het stimuleren van onze digitale economie. In het budget van 9,2 miljard euro dat de Europese Commissie voorziet voor het aantrekken van economische groei in de sector, heeft de minister geen interesse. Meer dan een gemiste kans.

Johan Vande Lanotte mist ambitie in het stimuleren van onze digitale economie. In het budget van 9,2 miljard euro dat de Europese Commissie voorziet voor het aantrekken van economische groei in de sector, heeft de minister geen interesse. Meer dan een gemiste kans.

In het Connecting Europe Facility (CEF) programma heeft de Europese Commissie een bedrag van in totaal 50 miljard euro voorzien voor de periode 2014-2020. Het doel is groei, jobcreatie en competitiviteit te bevorderen in heel de Europese Unie door specifiek in te zetten op investeringen in infrastructuur. Het project voorziet in de creatie van hoogperformante en duurzame trans-Europese transport-, energie-, breedband- en digitale dienstennetwerken. Specifiek inzake breedband en digitale diensten wordt een bedrag van 9,2 miljard euro voorzien. Tegen 2020 zou elke Europeaan over een internetverbinding van 30 Mbit/s moeten kunnen beschikken, terwijl minstens de helft van de Europese burgers een verbinding van 100 Mbit/s moet kunnen krijgen. Voorzichtige schattingen van de Commissie geven aan dat dit zou resulteren in meer dan 50 miljard euro aan investeringen in de sector, met tal van nieuwe jobs tot gevolg.

Bij de bespreking van de begroting en beleidsnota’s in het parlement voelde ik bevoegd minister Johan Vande Lanotte aan de tand over diens ambities op dit vlak. Helaas: de minister gaf niet thuis. Hij gaf aan niet meteen te geloven in deze ambities en zou de middelen liever inzetten in energienetwerken en internationale verbindingen voor energietransport. Op zich eveneens noodzakelijke investeringen gezien de huidige toestand, maar hierbij gaat hij natuurlijk voorbij aan het feit dat er voor deze netwerken een afzonderlijk budget voorzien is van 9,1 miljard euro. We dreigen de Europese middelen voor breedbandinvesteringen dus gewoon mis te lopen zonder meer. Hoewel er in de feiten wel gesprekken zijn tussen de FOD Economie en de sector, ligt het hart van de minister duidelijk in de energiesector, waarvoor hij (op de prijzen en consumentenzaken na) niet bevoegd is, maar natuurlijk wel een verleden in heeft.

En dat is jammer. Een minister voor telecommunicatie die affiniteit met het digitale gebeuren mist, is een handicap voor deze belangrijke sector, een handicap voor onze concurrentiepositie en economische groei. Een minister met passie voor zijn bevoegdheden zou in deze wèl de Europese kaart trekken en ambitieus zijn om de doelstellingen te halen en ons land op de digitale sporen te houden. Een minister met visie zou de concurrentie ten volle laten spelen in het streven naar een hoogkwalitatief aanbod van 100 Mbps in het gehele land. Een minister met visie zou de grote spelers stimuleren om te investeren in de verdere vervanging van de oude koperdraden en coaxkabels in hun netwerken door glasvezel daar waar dat economisch rendabel is, en mogelijkheden creëren voor de creatie van één gedeelde nieuwe infrastructuur ten bate van alle operatoren in de straten en wijken waar afzonderlijke netwerken economisch onhaalbaar zijn. Een minister met visie zou dergelijke omgeving creëren om de vraag naar nieuwe technologieën en diensten te stimuleren, de groei in de IT-sector aan te zwengelen, nieuwe bedrijven, lokale aanbieders van diensten in de cloud en duizenden jobs te creëren. De Europese Commissie verwacht dat de aanleg van breedbandnetwerken in Duitsland alleen al 968.000 jobs creëert tegen 2020 terwijl een fiber-to-the-home netwerk in Frankrijk 360.000 jobs per jaar kan opleveren, met een toegevoegde waarde van 20 miljard euro. Mogen we in België dan ook nog enigszins ambitieus zijn?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content