Eind 2008 telde ons land 2,8 miljoen internetverbindingen, een stijging met 6%. In dat totaal hebben de particulieren een aandeel van 2,3 miljoen en de breedbandverbindingen een aandeel van 2,7 miljoen. Ook al blijft de stijging aanzienlijk, toch maakt ons land niet langer deel uit van de Europese top 5 van de penetratiegraad van breedbandverbinding.

In zijn Digitaal Actieplan heeft minister Van Quickenborne zich de volgende doelstelling opgelegd tegen 2015: de helft van de facturen wordt elektronisch verstuurd, een op DE drie werknemers telewerkt regelmatig en negen op de tien gezinnen is aangesloten op het internet. Rekening houdend met de huidige situatie is er nog een hele weg af te leggen, ook al bereikte de penetratiegraad van mobiele telefonie in ons land de symbolische kaap van 100% in oktober 2008. Dat is goed, maar nog altijd minder goed dan het Europese gemiddelde van 119% en veel minder goed dan Italië, koploper met een penetratiegraad van 151%. Misschien omdat onze kostprijs per minuut nog steeds tot de hoogste van Europa behoort: 0,20 euro per minuut, terwijl het Europese gemiddelde 14 centiem bedraagt. Enkel Nederland, Luxemburg, Malta en Denemarken passen nog hogere tarieven toe dan ons land.

Eind 2008 telde ons land 2,8 miljoen internetverbindingen. Particulieren zijn daarin samen goed voor 2,3 miljoen en de breedbandverbindingen een aandeel van 2,7 miljoen. Al bij al dus een mooie stijging, al neigt ze te vertragen bij de particulieren. Daardoor maakt ons land niet langer deel uit van de Europese top 5 van de penetratiegraad van breedbandverbinding. België bekleedt nu de achtste plaats met 27,5%. In 2002 waren we nog derde, volgens dit criterium. We zijn ingehaald door daadkrachtigere landen die nationale strategieën in verband met breedband hebben geïmplementeerd. Daar komt nog bij dat een derde van de Belgische gezinnen geen computer in huis heeft en dat de prijzen voor toegangen met hoog debiet relatief hoog zijn bij ons. Als we de mobiele breedband bekijken, is onze achterstand nog groter: we komen pas op de 19de plaats (op 23) met een percentage van 1,1%, terwijl het Europese gemiddelde meer dan het dubbele bedraagt: 2,6%. Dit klassement wordt aangevoerd door Oostenrijk met 11,4%.

Op het vlak van convergentie tussen de telecommunicatiediensten, die instaan voor meer dan de helft (52%) van de inkomsten van de hele ict-sector, de audiovisuele diensten en de informatietechnologieën, klimmen we op tot de twaalfde plaats met een penetratiegraad van 5,57%, met 4,99% voor double play en 0,58% voor triple play (twee of drie diensten). Kampioen in alle categorieën volgens dit criterium is het Verenigd Koninkrijk met een penetratiegraad van 29,49%. Ook hier blijft de kostprijs een obstakel, samen met de relatief arme inhoud. Om nog te zwijgen van de complexiteit van onze instellingen. De telecommunicatiediensten vallen immers onder federale bevoegdheid, terwijl de audiovisuele diensten een gewestelijke bevoegdheid zijn. In zo’n context blijft het een moeilijke oefening om telecommunicatiediensten aan te bieden, die audiovisuele diensten omvatten. Magere troost: er is toch één domein waarop we de beste zijn: de overdraagbaarheid van het nummer met een wachttijd van slechts twee dagen, terwijl het Europese gemiddelde hier 8,5 dagen bedraagt en in Polen kan deze wachttijd zelfs oplopen tot 38 dagen!

Het voorgaande verklaart uiteraard de terughoudendheid van onze landgenoten om aankopen te doen via internet. Slechts 14% van hen heeft er gebruik van gemaakt in 2008, terwijl het Europese gemiddelde 24% bedraagt. En dan weten ze nog niet eens “dat de Belgische sites tot de tien minst veilige ter wereld behoren”, zo bracht Rudy Vansnick, voorzitter van Isoc Belgium, onlangs in herinnering in de parlementaire commissie. Terwijl 95% van de Belgische internetgebruikers in het bezit is van een standaard antivirusprogramma, antispamprogramma of firewall, neemt daarentegen slechts 36% bijkomende veiligheidsmaatregelen. De bedrijven staan meer open voor elektronische handel: 34% van hen koopt online en 16% verkoopt via internet, maar stelt haar facturen nog steeds op … op papier. Jaarlijks wordt een miljard facturen opgesteld. 99% daarvan op papier, terwijl een elektronische verzending, volgens het VBO, een besparing van drie tot vijf euro per document zou opleveren. Een van de vele voorbeelden van de besparingen die mogelijk zijn dankzij de ict die, ondertussen, 20% uitmaakt van onze uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, goed voor 4% van ons bruto binnenlands product en een zesde van onze groei.

Tony Coenjaerts

We zijn ingehaald door daadkrachtigere landen die nationale strategieën in verband met breedband hebben geïmplementeerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content