De lancering van de Europese, onbemande ruimtecargo Jules Verne naar het internationale ruimtestation ISS is perfect geslaagd. Een mooi succes voor de Europese ruimtevaart. En een mooie opsteker voor de Belgische ruimtevaartsector waar meer dan 3.000 personen direct betrokken zijn bij de Europese ruimtevaartprojecten.

De ontwikkeling, bouw en lancering van de Jules Verne heeft 1,3 miljard euro gekost. Het ATV (Automated Transfer Vehicle) werd ontwikkeld in het kader van het programma ‘Europese deelname aan de ontwikkeling van het ISS’ dat een totaal budget heeft van 3.677,2 miljard euro. België neemt hiervan 3 procent voor zijn rekening. Aan de Jules Verne werken in opdracht van de ruimtevaartgroep EADS Astrium, die de cargo bouwt, drie Belgische bedrijven mee: Euro Heat Pipes, Space Applications Services en Thales Alenia Space Antwerp.

Spin-off van de ULB

Euro Heat Pipes (EHP) is gevestigd in de industriezone van Nijvel. Deze spin-off van het Microgravity Research Center (MRC) van de ULB is gespecialiseerd in de ontwikkeling van hoogwaardige warmtepijpen op maat voor een breed veld van toepassingen. EADS Astrium heeft een bestelling geplaatst voor een serie van 52 warmtepijpen voor elk ATV. EHP heeft materiaal ontworpen en gefabriceerd om een maximum aan energie te besparen aan boord van de ruimtecargo. De actieve warmteregeling van de ‘vliegtuigelektronica’ van de dienstmodule en van die van het aandrijvingsysteem gebeurt door 40 warmtepijpen met variabele geleiding en 12 met constante geleiding. Tijdens intensieve tests in de grote ruimtesimulator (Large Space Simulator) van het ESTEC in Noordwijk heeft het ATV bewezen dat het in de extreme omgevingsvoorwaarden van de ruimte zijn interne temperatuur efficiënt kan controleren zowel in de elektronicasystemen als in de aandrijving.

Opleiding en tests

Space Applications Services uit Zaventem heeft voor de ESA het opleidingsmateriaal ontwikkeld – voor het controlecentrum en voor de bemanningen van het ISS – om de procedure van het rendez-vous en de koppeling tussen de ruimtecargo en het ISS vlot te laten verlopen. Dit in 1987 opgerichte R&D-bedrijf biedt oplossingen voor de interactiviteit mens-machine, voor het gedeelte grondexploitatie van het ISS en voor de software-infrastructuur op de grond die gebruikt wordt voor de experimenten aan boord van het station. Thales Alenia Space Antwerp uit Hoboken heeft EADS Astrium elektrische testbanken geleverd die het EGSE (Electric Ground Support System) van het ATV vormen. Dit grondsysteem wordt gebruikt voor de inpassing van het ruimteschip in Bremen. Het Antwerpse filiaal van Thales Zalenia Space voert in dat verband onderhoudstaken en operationele ondersteuning uit.

In het spoor van de ESA

België heeft zijn ruimtevaartprogramma altijd geënt op dat van de ESA (European Space Agency) en wil dat ook blijven doen. Met Frankrijk (Pleïades, Corot, Picard…) en Argentinië (Saocom) bestaan er bilaterale samenwerkingsverbanden. In de drie gewesten van ons land hebben bedrijven en onderzoekscentra verenigingen opgericht om de ruimtevaartsector te promoten: VRI (Vlaamse Ruimtevaartindustrie), de cluster Wallonie Espace (binnen de pool voor ruimtevaartknowhow Skywin Wallonie) en Bruspace in het Brussels Gewest.

Skywin Wallonia

Door deel te nemen aan de Europese ruimtevaartorganisaties – ELDO (lanceerraketten) en ESRO (satellieten) in 1964, daarna aan de ESA in 1975 – heeft Wallonië een reputatie op het gebied van ruimtevaart opgebouwd. Vandaag is de Waalse ruimtevaartsector goed voor 1.300 directe banen en 130 miljoen euro omzet. De cluster ‘Wallonie Espace’ overkoepelt 26 ondernemingen en onderzoekscentra. Wallonië is vooral actief in de bouw van infrastructuur (satellieten, lanceerraketten, grondinstallaties). Het doel vandaag is de ontwikkeling van toepassingen voor de ruimte (geografische plaatsbepaling, observatie van de aarde en telecommunicatie) in het kader van een diversificatie naar meer diensten en toepassingen in deze sector. Samen met de Waalse luchtvaartcluster EWA beheert Wallonie Espace de concurrentiepool Skywin Wallonia die door de Waalse regering in juli 2006 is opgericht.

1.000 jobs in Brussel

Volgens senator François Roelants du Vivier die de parlementaire werkgroep Ruimtevaart van de Belgische Senaat voorzit, stelt de Brusselse ruimtevaartsector een duizendtal mensen tewerk die rechtstreeks betrokken zijn bij ruimtevaartprojecten met een Europese dimensie. Een en ander staat in het boek ‘Bruxelles, une région dans l’espace’ van Théo Pirard. Het boek belicht de specialisaties van de Brusselse universiteiten (ULB, VUB en UCL) op ruimtevaartgebeid, de federale instellingen in Ukkel (Pool Ruimte) die onderzoek verrichten naar het leefmilieu op Aarde (in het kader van GMES en Eumetsat) en Mars (Koninklijke Sterrenwacht van België), de vereniging Bruspace, het belangrijke aandeel van Sabca in de Europese lanceringsraketten Ariane en Vega, de research en de spin-offs van het Microgravity Research Center (MRC), en de activiteiten van Numeca International dat onder meer samenwerkt met de UMH (Université Mons-Hainaut) voor de virtuele simulatie van het gedrag van vloeistoffen.

PROBA, made in Vlaanderen

De VRI (Vlaamse Ruimtevaartindustrie) heeft in juni vorig jaar het verslag ‘Overzicht van de commerciële ruimtevaart en de positie van Vlaanderen 2007’ gepubliceerd. Dit document, resultaat van een gedetailleerd onderzoek door Guido Brandt en Hans Bracquené, maakt een balans op van de Vlaamse ruimtevaart: 160 miljoen euro omzet en zowat 800 directe banen in 2006. Daarvan gaat 20,5 procent naar federale R&D-activiteiten (33 miljoen euro) en 19,5 procent naar ESA-programma’s (32 miljoen euro). Het saldo, meer dan 60 procent, zijn commerciële spin-offs (95 miljoen euro): telecommunicatie (met Newtec), navigatie (Septentrio), observatie van de Aarde (OIP Sensor Systems, VITO), ruimtevaartinstrumenten en microsatellieten (Verhaert Space), lanceringsoperaties (Space Applications Services), enz. Vlaanderen krijgt vandaag ongeveer 40 procent van het totale federale budget voor ruimtevaartactiviteiten. Dankzij de ontwikkeling van satellieten van het PROBA-type kan Vlaanderen voortaan ook volledige satellietinfrastructuren aanbieden, zowel voor wetenschappelijk onderzoek als voor commerciële toepassingen.

Jean-Luc Manise

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content