Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Ruim 20 Belgische start-ups en andere bedrijven gingen op prospectie in het Chinese technologiewalhalla Shenzhen en het Taiwanese tech-epicentrum Taipei. “Te weinig Belgische technologiebedrijven wagen zich op de Chinese markt”, vindt Michel Kempeneers van het Waalse exportagentschap AWEX.

Beeld je even de Proximus-torens in aan het Noordstation. Vermenigvuldig met twee tot drie, en je krijgt een idee van de grootte van de electronics markets in en rond Huaqiangbei Commercial Street in de Chinese miljoenenstad Shenzhen.

Van goedkope namaak-iPhones over led-lampjes in alle mogelijke formaten en kleuren tot harddisks, camera’s, drones, moederborden en duizenden kilometers kabel : ontelbaar veel winkeltjes, verspreid over tientallen verdiepingen en gebouwen, bieden hier hun waar aan. Wie geduld heeft, vindt hier zo goed als alles.

Er is geen beter beeld om te schetsen waar Shenzhen voor staat vandaag. Wat Silicon Valley is voor software, is Shenzhen immers voor hardware. Ongeveer 30.000 technologiebedrijven hebben zich de voorbije jaren in en rond de metropool gevestigd. Samen tekenen ze voor een waarde van liefst 240 miljard dollar.

Onder meer Huawei, ZTE, internetgigant Tencent (de Chinese Google), autobouwer BYD, drone-pionier DGI en biotech-specialist BGI zagen het levenslicht in wat 30 jaar geleden nog een klein vissersdorpje was in de buurt van Hong Kong, en wat in de jaren tachtig en negentig zou uitgroeien tot de ‘fabriek van de wereld’.

Die ‘status’ geniet de regio dezer dagen alsmaar minder. Want samen met de groei van de bevolking stegen ook de lonen en de vastgoedprijzen, met als gevolg dat de fabrikanten van de goedkoopste producten moesten uitwijken naar andere plaatsen in China of naar goedkopere regio’s in Azie en zelfs Afrika.

De plaatselijke overheid maakte van die situatie gebruik om Shenzhen te ‘herpositioneren’ als het nationale technologiewalhalla, en die strategie werpt duidelijk haar vruchten af. Vandaag is de megalopolis met 15 miljoen inwoners zonder twijfel één van de meest dynamische en innovatieve steden in China.

De fabrieken beginnen stilaan plaats te ruimen voor gigantische en op Amerikaanse leest geschoeide incubatoren en acceleratoren, en het deel van de bevolking dat de beste opleiding heeft genoten, verzamelt ‘s avonds voor pitchwedstrijden en andere start-up gerelateerde events.

“Steeds vaker duiken er Chinese ondernemers op met verfrissende ideeën”, knikt Carmelo Zaccone van het Agence du Numérique. “En die Chinezen durven meteen ook groot te denken. Enkel en alleen al daarom is het interessant om te volgen wat er daar gebeurt : Shenzhen is een ideale inspiratiebron voor onze eigen entrepreneurs.”

PARALLELLEN

Dat er hier en daar parallellen te trekken zijn tussen de transformatie van Shenzhen en de economische reconversie van Wallonië is ook Waals vicepresident en minister van Economie en Innovatie Jean-Claude Marcourt (PS) niet ontgaan. Ook hij gaat er vanuit dat het Waals gewest, ooit de fabriek van België en zelfs van Europa, maar kan groeien als er gefocust wordt op innovatie.

Het Plan du Numérique Wallon dat de minister onlangs boven de doopvont hield, moet het Waals gewest alvast op de kaart zetten als digitale regio. Daarom ook dat er een verkennende ‘ICT Guided Tour’ naar Shenzhen en Taipei georganiseerd werd door AWEX en het Agence Du Numérique, en daarom dat het gewest de banden aanhaalt met Shenzhen.

“Omdat het internet der dingen (IoT) zo belangrijk is geworden, neemt ook het belang van hardware in zekere zin terug toe”, oppert Zaccone, “al moet je de nuance maken dat de hardware-maaksels van vandaag geen producten meer zijn op zich, maar verlangstukken van saas-toepassingen. In die zin is Shenzhen dus bijna een verplichte stopplaats voor onze Belgische start-ups die een (hardware)partner zoeken.”

“Daar komt nog bij dat te weinig Belgische technologiebedrijven zich op de Chinese markt wagen”, vult Michel Kempeneers van het Waalse exportagentschap Awex aan. “Daarom ook dat deze missie zo belangrijk is. We moeten de ogen openen van onze ondernemers. In plaats van altijd maar naar Silicon Valley te kijken, wordt het tijd om te beseffen dat er ook interessante dingen gebeuren aan de andere kant van de wereld.”

NAMAAK

Dit gezegd zijnde, beseft ook Kempeneers dat het voor een kleine Belgische start-up niet eenvoudig is om zaken te doen in China. “Vooral de eerste stappen zijn moeilijk”, klinkt het, “omwille van de taal, en omwille van de culturele barrières. Wie wil slagen, moet sowieso persoonlijke banden ontwikkelen met eventuele partners. Als je op formeel niveau blijft aanmodderen, zal het niet lukken. Chinezen zijn pragmatisch. Als er een win-win situatie kan gecreëerd worden, zijn ze geïnteresseerd.”

Thomas Castro van Slide ‘N Joy, die meegereisd was met Marcourt en co., had het dan weer moeilijk met het feit dat Chinezen zo nadrukkelijk kopiëren. De jonge start-up, die het mogelijk maakt om twee extra schermen te koppelen aan je laptop, werd in de aanloop naar de ICT Guided Tour door tal van Chinese bedrijven gecontacteerd, maar cancelde uiteindelijk heel wat meetings omdat hij copycats vreesde. “China bestond 30 jaar geleden niet als economische speler, en om daar iets aan te doen is men inderdaad op grote schaal gaan kopiëren”, knikt Jan Bogaert van het gespecialiseerde advocatenkantoor Stibbe. “Vandaag hebben ruim vijf miljoen Chinezen werkzekerheid in de namaakindustrie. En omdat de overheid zo gebrand is op stabiliteit, wordt er nauwelijks opgetreden tegen die copycats.”

Eenzelfde geluid horen we later in de Taiwanese hoofdstad Taipei. “Je kan tegenwoordig wel voor een patent gaan in Beijing”, vertelde de Taiwanese topadvocaat C.Y. Huang, “maar niemand die daar rekening mee houdt, de Chinezen vegen hun broek aan de wet.”

Hoe je daar dan best op reageert als Europees technologiebedrijf dat een Chinese hardware-partner zoekt ? “Je kan het risico spreiden door samen te werken met verschillende leveranciers”, oppert Bogaert. “En het is belangrijk om contact op te nemen met plaatselijke vertegenwoordigers van de overheid”, vult Michel Gerebtzoff van Awex in Guangzhou aan.

“Wij houden lijsten bij van hardware-partners die betrouwbaar zijn, en van de spelers waar Belgische bedrijven al problemen mee gehad hebben. Het is hier geen jungle meer hoor, er zijn wel degelijk regels waar heel wat bedrijven zich aan houden. Maar de concurrentie is moordend, en het kleinste foutje wordt afgestraft. Je moet dus voorzichtig zijn. Chinezen zijn meesters in het ontdekken van je zwakke plekje.”

TAIWAN

Opvallend en tegelijk logisch is dat ook de Taiwanese bedrijven er voortdurend op wijzen dat zaken doen met Chinese partners ‘op het vasteland’ risico’s inhoudt, en dat je je dus beter wendt tot de Taiwanese alternatieven die wél zuiver op de graat zijn wat IP betreft (en die hun fabrieken intussen trouwens ook al verplaatst hebben naar China of naar Zuidoost Azië).

“De Chinese markt is gigantisch, dus denken ze daar vaak dat ze kunnen kopiëren voor de interne markt”, knikt ondernemer en participant Frédéric Peters van Thelis Engineering. “In Taiwan is het tegendeel waar, er is nauwelijks een markt, en er moet dus wel naar de buitenwereld gekeken worden. In die zin leunt Taiwan dichter bij ons aan dat bij China. Hardware-partners kunnen het zich niet veroorloven om zich te verbranden, en schenken dus sowieso meer aandacht aan echte innovaties.”

In elk geval was het verschil in houding tussen de Chinese en de Taiwanese bedrijven en ondersteunende organisaties tijdens de ICT Guided Tour opvallend. In vergelijking met hun collega’s op het vasteland, waren de Taiwanezen opvallend sociaal, open en vlot. Ze smeekten bijna om toch maar zaken te willen doen.

Daar is natuurlijk een reden voor. De Taiwanese economie heeft enkele slechte jaren achter de rug, en Taipei voelt de hete adem van zijn grote buur nadrukkelijker dan ooit, zeker op technologievlak. “Nochtans is het duidelijk dat de Taiwanese bedrijven op een kwaliteitsvollere manier te werk gaan dan hun collega’s op het vasteland”, besluit Peters. “China moet wat dat betreft toch nog een inhaalbeweging maken.”

Frederik Tibau

“De fabrieken in Shenzhen beginnen plaats te ruimen voor gigantische en op Amerikaanse leest geschoeide incubatoren en acceleratoren”

“Vandaag hebben ruim vijf miljoen Chinezen werkzekerheid in de namaakindustrie. En omdat de overheid zo gebrand is op stabiliteit, wordt er nauwelijks opgetreden tegen die copycats”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content